De Spaanse krant Diario 16 bericht in 1995 over de vondst van bijna 5000 kilo hash in de dubbele bodem van een vrachtwagen van het bedrijf “Domaines Royaux”, dat eigendom is van de Marokkaanse Koninklijke familie. De kop luidt “Een familiebedrijf van Hassan II betrokken bij de handel in verdovende middelen.” In Spanje wordt tot aan het Constitutionele Hof toe geoordeeld dat dit een ontoelaatbare inbreuk is op het “droit fondamental au respect de l’honneur” van de Marokkaanse koning. De krant werd veroordeeld enerzijds wegens de koppen en anderzijds wegens het ontbreken van bepaalde feiten met betrekking tot lopende procedures over de drugszaak, die hadden geleid tot veroordeling van drie personen zonder banden met de koninklijke familie.
Die veroordeling van de Spaanse krant is strijdig met de in artikel 10 EVRM vastgelegde vrijheid van meningsuiting, zo oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens recent in Gutiérrez Suarez tegen Spanje (in het Frans; hier een niet officiële vertaling in het Engels). Het publiek heeft er recht op te worden geïnformeerd over drugshandel waarbij de koninklijke familie van Marokko betrokken lijkt te zijn, ook als dit op het eerste gezicht niet van invloed is op het politieke functioneren van de familie.
De juistheid van de feiten werd in de Spaanse procedure ook niet betwist. Op welke wijze media verslag doen van een gebeurtenis is aan hen. Het is niet aan het Hof, noch aan de lidstaten, om te treden in de redactionele vrijheid van media en hen op te leggen welke journalistieke werkwijze zij hanteren. De koppen maken dat oordeel evenmin anders; deze moeten in samenhang met het lichaam van het artikel worden gelezen.