• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Citeren zonder toestemming geïnterviewde

Citeren zonder toestemming geïnterviewde

20 september 2011 door Christien Wildeman

censorship1Publicatie van citaten (in woord, geluid of beeld) is verboden als de geïnterviewde daarvoor van te voren geen toestemming heeft gegeven, zo bepaalt de Perswet in Polen. Is deze regel gerechtvaardigd ter voorkoming van reputatieschade door onjuiste en uit hun verband gerukte citaten? Of worden de media zo gecensureerd?

Een Parlementslid werd geïnterviewd door journalisten van een lokale Poolse krant. Het interview werd opgenomen. Toen het artikel het Parlementslid werd voorgelegd weigerde hij toestemming te geven voor publicatie. De krant publiceerde toch. De hoofdredacteur, Wizerkaniuk, werd daarop strafrechtelijk veroordeeld tot een boete van ongeveer € 250,-, te betalen aan een goed doel. Wizerkaniuk klaagde daarover bij het Poolse Constitutionele Hof en bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

Constitutionele Hof: privacy gaat voor

Het Constitutionele Hof achtte de klacht ongegrond. De beperking van de vrijheid van meningsuiting was gerechtvaardigd vanuit het oogpunt van privacybescherming. Bovendien is met de verificatieplicht het algemeen belang gediend, omdat het publiek daardoor zeker weet dat citaten authentiek zijn. Het Hof oordeelde tot slot dat het überhaupt wel meeviel met de beperking van de vrijheid van meningsuiting, omdat het een journalist wel vrij staat zonder voorafgaande toestemming in zijn eigen woorden over het gesprek te publiceren, zolang hij de geïnterviewde maar niet letterlijk citeert. De Perswet was daarom niet in strijd met de Grondwet, aldus het Poolse Constitutionele Hof.

Politici en kritiek

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens oordeelt anders (Wizerkaniuk t. Polen). Om te beginnen uit het Hof kritiek op het feit dat de hoofdredacteur strafrechtelijk is veroordeeld, puur en alleen voor het overtreden van de regel dat iemand zonder toestemming was geciteerd, zonder dat de inhoud van het artikel een rol speelde. Zo was voor de strafzaak niet relevant of de uitspraken juist waren weergegeven en dat de geïnterviewde een politicus was. Dat alleen al acht het EHRM in strijd met de eigen vaste rechtspraak dat politici zich meer kritiek moeten laten welgevallen dan anderen.

Chilling effect

Daar komt bij dat het gevolg van de Poolse Perswet is dat een geïnterviewde, zonder opgaaf van redenen, zijn toestemming voor publicatie kan weigeren of publicatie kan vertragen door niet binnen een redelijke termijn te reageren. Het EHRM overweegt – niet voor het eerst – dat nieuws bederfelijke waar is en dat in principe niet van een journalist kan worden verwacht dat hij publicatie uitstelt, tenzij sprake is van zwaarwegende redenen. Volgens het Hof is verder sprake van een chilling effect op de journalistieke vrijheid, nu de wet journalisten zou kunnen ontmoedigen indringende vragen te stellen uit angst dat de geïnterviewde dan toestemming voor publicatie weigert. Het Hof wijst er op dat bescherming van reputatie/privacy (artikel 8 EVRM) – in plaats van door de verkrijging van toestemming vooraf – indien nodig ook door betaling van schadevergoeding achteraf of met het plaatsen van een rectificatie kan worden bereikt.

De door het Poolse Constitutionele Hof voorgestane oplossing om in het geval de geïnterviewde toestemming weigert zijn woorden niet letterlijk, maar in de woorden van de journalist weer te geven, vindt het EHRM paradoxaal. Immers, hoe waarheidsgetrouwer de journalist de woorden van de geïnterviewde weergeeft, hoe groter het risico op een strafrechtelijke veroordeling is.

Geen inmenging voorafgaand aan publicatie

Unaniem komt het EHRM in deze zaak tot het oordeel dat sprake is van schending van artikel 10 EVRM. Na de zaak Mosley eerder dit jaar – waarin het Hof oordeelde dat het Verenigd Koninkrijk de privacyrechten van Mosley onder artikel 8 EVRM niet had geschonden en dat privacy-slachtoffers geen recht hebben op voorinzage van publicaties waarin zij figureren – benadrukt het Hof hiermee nogmaals het belang van een vrije pers, zonder verplichte inmenging van belanghebbenden voorafgaand aan publicatie.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Mediaregulering, Persrecht Tags: Artikel 10 EVRM, Artikel 8 EVRM, citaat, citeren, persvrijheid, Politici, privacy, Reputatieschade, vrijheid van meningsuiting, Wizerkaniuk

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Christien Wildeman

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report