In NRC Handelsblad verschijnt op 26 januari 2021 de column “De boerenacties als basis voor dit protest” van Tom-Jan Meeus. Daarin staat onder meer deze passage:
“Ruim twee jaar terug had je een paar weken waarin verslaggevers zich lieten opjutten door Jan Dijkgraaf. De oud-journalist van Panorama suggereerde dat het ongenoegen van ‘de gele hesjes’, net als in Frankrijk, het land zou veroveren. (…) Maar toen maanden later enkele restanten van deze protestbeweging de premier uitscholden (…) reageerde Mark Rutte op klassiek Hollandse wijze: hij kapselde ze in met een uitnodiging in het Torentje. (..) Een jaar later (…) zag je dat die methode ook verkeerd kan uitpakken. De boeren reden met hun trekkers de Haagse binnenstad in, en het halve kabinet kwam ze toespreken. We feel your pain. Een van de organisatoren, Farmers Defence Force (FDF) (…) radicaliseerde in hoog tempo. Teksten werden crypto-gewelddadig, een provinciehuis werd bestormd, politici voelden zich geïntimideerd, een FDF-voorman vergeleek behandeling van boeren met de holocaust. Toch bleven ministers FDF vragen voor beleidsoverleg. Niet de boeren waren ingekapseld – het kabinet was ingekapseld door de boeren. En ik vrees dat we sinds corona de ongemakkelijke erfenis van deze vergissing ervaren. (…) De protesten van afgelopen weekeinde, ontstaan door verdergaande coronamaatregelen, gingen weer een nieuwe grens over (…) De les: een overheid die het gesprek blijft zoeken met groepen die maatschappelijke normen stelselmatig overschrijden, stimuleert dat nieuwe groepen dezelfde tactiek gaan hanteren.”
De onderstreepte woorden linken onder meer naar eerdere publicaties van Meeus waarin hij o.a. “melding doet van de vergadering van de Brabantse Provinciale Staten en de poll die Van den Oever vervolgens op Facebook heeft geplaatst over CDA-Statenleden in Brabant (“Moeten we CDA-Statenleden in Brabant persoonlijk aanpakken na het verraad van 25 oktober?”) en de bezetting van boeren van een politiebureau in Groningen.
Farmers Defence Force vond dat deze column niet door de beugel kon en startte een kort geding (bij de kantonrechter) tegen NRC. Zij vond dat ze werd beschuldigd van (ernstige) strafbare feiten zonder dat daarvoor een feitelijke basis bestaat, en vordert zelfs EUR 15.000 aan immateriële schadevergoeding .
De kantonrechter oordeelt dat het artikel niet onrechtmatig is en overweegt daarbij het volgende.
- De publicatie moet – anders dan FDF meent – worden aangemerkt als een column. “In de publicatie, waarboven “opinie” staat, staat niet het feitelijke relaas centraal, maar de mening van Meeus die erop neerkomt dat de overheid er niet altijd verstandig aan doet om het gesprek te zoeken met bepaalde protestgroeperingen. […] Dat het stuk is verschenen in de NRC die door lezers serieus wordt genomen, zoals FDF ook nog aanvoert, doet aan het karakter van de publicatie niet af.”
- “In een column heeft een auteur een grote mate van vrijheid. Een columnist heeft namelijk een grotere vrijheid om te simplificeren, uit te vergroten, te overdrijven en gebruikte maken van scherpe bewoordingen dan een onderzoeksjournalist.”
- “Uit de mediapublicaties waarnaar NRC Media heeft gewezen, blijkt dat de boerenprotestbeweging een actueel maatschappelijk onderwerp is. De wijze waarop deze beweging handelt, is een onderwerp van publiek debat.”
- “FDF heeft niet betwist dat verschillende politici aangifte van bedreiging tegen aanhangers van FDF hebben gedaan.” Ook het rapport van de NCTV waarin melding gemaakt wordt van “ongenuanceerde en bedreigende uitingen van FDF tegen politici en andersdenkende medeboeren […] biedt voldoende steun voor de uitlating van Meeus dat politici zich geïntimideerd hebben gevoeld” “Dat de NCTV, zoals FDF stelt en NRC Media betwist, inmiddels een brief heeft geschreven waarin de uitlatingen in het rapport zouden worden genuanceerd, doet er echter niet aan af, dat ten tijde van de publicatie het rapport met deze inhoud er lag.”
- “De opmerking dat teksten crypto-gewelddadig werden wijst op de poll van X [FDF voorman] met de vraag of CDA-fractie persoonlijk moet worden aangepast” en is volgens de kantonrechter geen “ontoelaatbare kwalificatie”. “De poll was immers aanleiding voor het Openbaar Ministerie tot het verrichten van onderzoek. Weliswaar heeft het Openbaar Ministerie geconcludeerd dat de poll binnen de grenzen van de wet valt, maar […] ook niet-strafbare uitlatingen [kunnen] intimiderend overkomen.”
- “X is […] de bestuurder van FDF en treedt op als voorman van FDF. […] Niet is gebleken dat FDF (ten tijde van de publicatie) afstand heeft gedaan van de uitlatingen van X, op een zodanige wijze, dat uitlatingen van X FDF niet zouden kunnen worden toegerekend zoals FDF betoogt.”
De rechter concludeert dat de grenzen van de vrijheid van meningsuiting in de column niet zijn overschreden. Het belang van NRC Media dat zij zich kritisch, informerend, opiniërend of waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken gaat voor het belang van FDF dat zij niet door de publicatie wordt blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen. De vorderingen worden dan ook afgewezen.
NRC Media bijgestaan door Jens van den Brink en Alexandra van Lier.