• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Overvaljournalistiek in Tros-programma Opgelicht?!

Overvaljournalistiek in Tros-programma Opgelicht?!

15 oktober 2009 door Christien Wildeman

opgelichtDe Tros besteedde op 13 maart 2007 in haar programma “Opgelicht?!” aandacht aan het handelen van “oplichter” N de G. Hij zou zijn schoonfamilie voor bijna € 90.000,-hebben opgelicht en huurde of bestelde auto’s en kocht onroerend goed zonder daarvoor te (kunnen) betalen. In de loop van de uitzending wordt hij “oplichter” en “pathologische leugenaar” genoemd. De schoonfamilie en andere benadeelden doen in de uitzending hun verhaal en De G geeft voor de camera een reactie. Zijn naam wordt in de uitzending en op de website genoemd en hij wordt herkenbaar in beeld gebracht.

De G had onaangekondigd bezoek gekregen van een verslaggever en een cameraman van de Tros. Hij heeft hen toen binnengelaten en vragen beantwoord. Blijkbaar had hij daar achteraf spijt van, want hij stuurde de Tros een brief waarin hij stelt dat hij geen toestemming voor de opname heeft gegeven en zich op zijn portretrecht beroept. De Tros zendt toch uit, waarna De G een bodemprocedure aanspant. Hij vordert een verklaring voor recht dat de Tros onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld, een bevel dat zijn naam van websites moet worden verwijderd en een veroordeling tot schadevergoeding. Bij vonnis van 11 juni 2008 wees de rechtbank zijn vorderingen af. De G is in hoger beroep gegaan en het hof deed op 22 september 2009 uitspraak.

Relatie tot strafrecht: “niet in rechte bewezen”
De G is voor de oplichting van zijn schoonfamilie in eerste aanleg en in hoger beroep strafrechtelijk veroordeeld. Hij heeft daartegen cassatie ingesteld waarop nog niet is beslist. De G beklaagt zich er bij het Hof over dat de Tros naast de oplichting van zijn schoonfamilie ook van andere feiten heeft beschuldigd zonder dat die feiten in rechte zijn bewezen. De klacht vindt geen gehoor, want het Hof wijst er terecht op dat “in rechte bewezen” een te vergaande eis is. Het Hof overweegt: “Van degene die beschuldigingen jegens een bepaalde persoon openbaart of verspreidt moet de nodige zorg worden verlangd ten aanzien van het verifiëren van de geloofwaardigheid van de feiten. Deze eis gaat evenwel niet zó ver dat aan die zorgvuldigheidseis alleen kan zijn voldaan ingeval de feiten naar de wettelijke regels van bewijsrecht als vaststaand kunnen worden beschouwd“.

Het is een vaak voorkomende misvatting dat de media de juistheid van geuite beschuldigingen zou moeten kunnen bewijzen of dat zelfs sprake zou moeten zijn van een (onherroepelijke) (straf)rechterlijke veroordeling. Gelukkig – anders was (misdaad)journalistiek praktisch onmogelijk – ligt de lat niet dusdanig hoog: de media hoeven slechts te kunnen aantonen dat zij beschuldigingen niet lichtvaardig hebben gedaan.

“Overvallen door draaiende camera”: beroep op portretrecht
Het portretrecht is geregeld in artikel 21 van de Auteurswet. Daarin staat dat de geportretteerde (van een niet in zijn opdracht gemaakt portret) zich tegen publicatie kan verzetten, indien een redelijk belang zich daartegen verzet. Dat redelijke belang van de geportretteerde kan – zoals in deze zaak – zijn gelegen in het recht op privacy beschermd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dat belang moet vervolgens worden afgezet tegen het belang bij het recht op vrijheid van meningsuiting, of anders gezegd het recht vrijelijk informatie te ontvangen en door te geven, beschermd in artikel 10 EVRM.

Uit eerdere rechtszaken is gebleken dat rechters niet altijd zijn gecharmeerd van zogenaamde ‘overvaljournalistiek’. In die gevallen protesteerden betrokkenen met succes tegen (herkenbare) uitzending van beelden gemaakt toen zij met een draaiende camera werden ‘overvallen’. Maar iedere zaak staat op zich en De G’s protest is tevergeefs. De G werd weliswaar onaangekondigd met een verslaggever en cameraman van de Tros geconfronteerd, maar het Hof acht dat niet van doorslaggevend belang. Hij had vooraf al wel contact gehad met de Tros, wist waar het over ging en had zijn medewerking toegezegd. Hij was naar eigen zeggen “niet verrast of bang” en de opnamen wijzen uit dat hij op rustige wijze zijn verhaal heeft gedaan. Mooie details die het Hof ook in zijn overweging meeneemt zijn het feit dat De G de Tros-medewerkers koffie heeft gepresenteerd en dat hij op verzoek nog even de gelegenheid kreeg zijn haar te kammen. Onder deze omstandigheden is het Hof van oordeel dat het in artikel 10 EVRM gewaarborgde recht van de Tros voorgaat op De G’s recht op privacy en zijn portretrecht. Een geval van overvaljournalistiek met rechterlijke goedkeuring.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Persrecht Tags: 10 EVRM, Opgelicht, Overvaljournalistiek, portretrecht, TROS

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Christien Wildeman

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report