
In een anonieme blog werden in 2020 onthullingen gedaan over #MeToo gedrag binnen de politieke partij D66. Hierbij werd onder andere de naam van partijprominent en voormalig voorzitter van de landelijke talentencommissie Van Drimmelen genoemd. D66 schakelde vervolgens het onderzoeksbureau BING in om de kwestie te onderzoeken. De resultaten van het onderzoek werden op 24 februari 2021, drie weken voor de landelijke verkiezingen, gepubliceerd. De conclusie van BING: er zijn geen situaties van seksuele intimidatie en machtsmisbruik gebleken rond Van Drimmelen.
In het voorjaar van 2022 onthult de Volkskrant dat er naast het openbare rapport van 24 februari 2021 ook een vertrouwelijke bijlage geschreven is door BING, die aan D66 overhandigd is op 17 maart 2021, de dag van de landelijke verkiezingen. De Volkskrant beschrijft in haar artikel dat de partijtop van D66 conclusies uit dit vertrouwelijke rapport achterhield en dat daarin onder meer stond dat Van Drimmelen zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag.
Een dag voor publicatie van de artikelen van de Volkskrant stapt Van Drimmelen in een spoed kort geding naar de rechter. Het artikel zou volgens hem onrechtmatig zijn. De rechter oordeelt dat de Volkskrant enkel met beperkingen mag publiceren. Zo mag de Volkskrant geen privécommunicatie uit de vertrouwelijke bijlage publiceren en mag zij niet stellen dat uit de vertrouwelijke bijlage blijkt dat de conclusies in het openbare rapport van BING onjuist zijn. Ook legt de voorzieningenrechter de Volkskrant een publicatieverbod op voor “de beschuldigingen dat [Van Drimmelen] zich schuldig heeft gemaakt aan “machtsmisbruik” of “seksuele intimidatie”“.
De Volkskrant stelt vervolgens spoedappel in tegen deze beslissing van de voorzieningenrechter en vordert dat de publicatieverboden van tafel gaan. Van Drimmelen vordert aanvullend in het spoedappel een rectificatie, een verbod op het uiten van beschuldigingen over seksuele intimidatie, machtsmisbruik, MeToo, stalking, chantage en alles van dezelfde strekking.
Het hof Amsterdam stelt de Volkskrant in het gelijk. Volgens het hof is het verbod van de voorzieningenrechter een preventieve maatregel waarvoor strenge eisen gelden:
“voorafgaande beperkingen zijn niet verboden, maar brengen zulke risico’s (…) met zich dat de noodzaak daarvan zeer zorgvuldig en kritisch moet worden onderzocht en dat dergelijke maatregelen gerechtvaardigd moeten worden door uitzonderlijke omstandigheden”.
Het hof overweegt dat de publicaties van de Volkskrant een bijdrage leveren aan het publieke debat: “De publicaties stellen grensoverschrijdend gedrag binnen een politieke partij (D66) aan de kaak en de manier waarop D66 is omgegaan met de melding van de vrouw en de vertrouwelijke bijlage bij het rapport van Bing. De publicaties leveren daarmee een bijdrage aan het bredere publieke debat over de toelaatbaarheid van machtsmisbruik en seksuele intimidatie en een nadere invulling en begrenzing van deze begrippen en van de aanduiding #MeToo.” Deze begrippen hebben geen vaste definitie waar de Volkskrant aan vast moet houden, zo oordeelt het hof: “De Volkskrant kan zich in het kader van het publieke debat hierover bedienen van deze begrippen als zij zelf door de inhoud en de context van haar publicatie geen onduidelijkheid laat bestaan over wat zij daarmee bedoelt en er voldoende steun daarvoor bestaat in het beschikbare feitenmateriaal.“.
Ook neemt het hof in zijn beoordeling mee dat Van Drimmelen en publiek figuur is waarover de pers zich kritischer mag uitlaten, en dat het hier niet gaat om een loutere privékwestie: “De door Bing onderzochte gedragingen dateren van na het verbreken van de relatie met de vrouw en houden mede verband met de professionele relatie van [Van Drimmelen] en de vrouw binnen D66.“. Bovendien bestaat er voldoende steun in het feitenmateriaal voor de publicaties. Het hof merkt op dat Van Drimmelen “niet direct wordt beschuldigd van machtsmisbruik en seksuele intimidatie en de conclusies daarover in het openbaar rapport niet expliciet als onjuist worden bestempeld.” Ook oordeelt het hof: “Niet in geschil is dat De Volkskrant niet is gebonden aan de conclusies van Bing; zij mag over de kwalificatie van de feiten haar eigen mening uiten.“.
Tot slot neemt het hof in zijn afweging mee dat de Volkskrant voldoende deugdelijk onderzoek heeft gedaan en hoor en wederhoor heeft toegepast. De Volkskrant heeft onder andere de reactie van Van Drimmelen in haar publicaties verwerkt. Daar komt nog bij dat Van Drimmelen uiteindelijk verantwoordelijk is voor zijn eigen handelen: “Waar het de gedragingen van [Van Drimmelen] betreft, is hij daarvoor zelf verantwoordelijk en kon hij er niet van uitgaan dat hij verschoond zou blijven van publicitaire aandacht daarvoor.“.
Alles bij elkaar genomen valt de beoordeling in het voordeel van het recht op vrijheid van meningsuiting van de Volkskrant uit. Het hof vindt de publicaties niet onrechtmatig, vernietigt het vonnis van de voorzieningenrechter en wijst alle vordering van Van Drimmelen alsnog af.
De Volkskrant werd bijgestaan door Jens van den Brink en Lotte Oranje.