• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Peter R de Vries mag beelden huurmoord toch uitzenden

Peter R de Vries mag beelden huurmoord toch uitzenden

1 juni 2012 door Emiel Jurjens

peter-r-pr1Op zaterdag 14 april 2012 verbood de voorzieningenrechter de uitzending van bepaalde beelden in het misdaadprogramma van Peter R. de Vries. In de uitzending, gepland voor de dag erna, zou de Vries beelden (die met een verborgen camera waren opgenomen) over het beramen van een huurmoord tonen. De Vries ging (samen met andere gedaagden SBS en Endemol) in turbo-spoed appèl: het Hof Amsterdam deed vorige week uitspraak en vernietigde het vonnis van de voorzieningenrechter. De Vries mocht wél de beelden uitzenden, op voorwaarde dat de herkenbare personen op de opnamen onherkenbaar werden gemaakt en hun echte namen niet werden genoemd. De uitzending vond alsnog plaats op 27 mei.

De geplande uitzending van 15 april zou beelden bevatten van een gesprek dat ‘Jack’ en ‘Michael’ (gefingeerde namen), de twee potentiële uitvoerders van de huurmoord, hadden gevoerd met een man die actief is in de Amsterdamse escortscene. De opdrachtgever had Jack en Michael 50.000 euro geboden om een concurrent in de Amsterdamse escortscene te vermoorden. De twee hadden het gesprek echter heimelijk opgenomen met een videocamera die in een pen was verstopt en waren met deze beelden naar De Vries gestapt. De gesprekken tussen De Vries en de twee potentiële uitvoerders op en om het kantoor van SBS werden hierbij door de Vries ook weer heimelijk opgenomen.  De opnamen van het gesprek tussen de opdrachtgever en Jack en Michael werden door de Vries naar een computer gekopieerd (zonder toestemming van Jack en Michael). De Vries deed vervolgens aangifte, waarna de opdrachtgever werd opgepakt en Jack en Michael als getuigen werden gehoord, en overhandigde de USB-stick met de opnames van het gesprek tussen de opdrachtgever en de uitvoerders aan de politie.

De voorzieningenrechter had geoordeeld dat het kopiëreren van de opnames door de Vries een inbreuk was op het eigendomsrecht van Jack en Michael. Dit kwalificeerde de voorzieningenrechter als stelen, en de Leidraad voor de Journalistiek bepaalt dat journalisten geen gestolen informatie mogen gebruiken. Van de regels in de Leidraad oordeelde de voorzieningenrechter eerst dat de ze “een belangrijke (hoewel niet zonder meer doorslaggevende) rol spelen” en dat het schenden ervan “een sterke aanwijzing [oplevert] dat dit handelen onrechtmatig is”. Openbaring zou alleen niet onrechtmatig zijn als het een bijzonder groot maatschappelijk belang diende. Dat was in dit geval niet zo, omdat kijkers niet overtuigd hoefden te worden van de misstand: politie en justitie waren al overtuigd, wat bleek uit de arrestatie van de opdrachtgever (tevens escortbaas). Daarnaast kon de Vries ook de informatie uit de opnamen op een andere manier in zijn uitzending verwerken: hij kon volstaan met “de mededeling van de inhoud van die opnamen”.

De opnamen die op en om het kantoor van SBS waren gemaakt mocht De Vries ook niet tonen. De Leidraad verbiedt het gebruik van verborgen opnameapparatuur verbiedt behoudens gevallen waar een ernstige misstand aan de kaak wordt gesteld. Op dit punt merkte de voorzieningenrechter terecht op dat dit slechts een “omstandigheid die weliswaar in de regel gewicht in de schaal zal leggen maar niet doorslaggevend behoeft te zijn” is, en geen rechtens aan te leggen criterium.  Echter, de voorzieningenrechter lijkt alsnog te oordelen aan de hand van dit criterium:

Het gaat bij de opnamen van de contacten tussen SBS [en de twee potentiële uitvoerders – red] enerzijds over de huurmoord, anderzijds over de mogelijke verkoop van de beelden van de gesprekken daarover. Voor zover over de huurmoord wordt gesproken mogen alleen de stemmen van eisers hoorbaar zijn. Voor zover het gaat om de verkoop van de door hen gemaakte opnamen aan SBS is dat een misstand die niet ernstig genoeg is om het uitzenden van de door SBS met verborgen camera gemaakte beelden te rechtvaardigen.

In hoger beroep vernietigt het Hof Amsterdam de uitspraak van de voorzieningenrechter. Hoewel op zich het kopiëren van de data op de USB-stick onrechtmatig was jegens Jack en Michael, stond het de Vries toch vrij de opnamen te gebruiken. Hierbij is van belang dat het Hof oordeelt dat Jack en Michael de opnamen wilden verkopen en dat de Vries met het gebruik van de beelden een ‘zeer ernstige misstand’ aan de kaak stelt. Ook de opnames die op en om het kantoor van SBS zijn gemaakt mogen worden uitgezonden. Het feit dat Jack en Michael de opnamen van hun gesprek met de escortbaas wilden verkopen is volgens het Hof een ‘matter of public interest’ en De Vries is gerechtigd om hierover het publiek in te lichten. Voor beide situaties maakt het Hof korte metten met het beroep van Jack en Michael op de Leidraad: “De bepalingen van de [Leidraad] leiden het Hof niet tot een ander oordeel.” Tot slot oordeelt het Hof dat het een journalistiek recht is “om te beslissen over de wijze waarop en de vorm waarin hij de gegevens die heeft verkregen zal openbaren”. Wel dient de journalist hierbij rekening te houden met de belangen van derden, waardoor het Hof de Vries beveelt om bij uitzending van de beelden de gezichten en romp van Jack en Michael onherkenbaar te maken en ze fictieve namen te geven.

De Vries liet weten via Twitter ‘heel blij‘ te zijn: “Voor de tv-programma’s die doen aan onthullingsjournalistiek en verborgen camera’s is de uitspraak van het Hof van groot belang.” Ook is van belang dat het oordeel van de voorzieningenrechter dat overtreding van de Leidraad een ‘sterke aanwijzing dat het handelen onrechtmatig is’ oplevert of een ‘belangrijke (hoewel niet zonder meer doorslaggevende rol’ speelt (cursief auteur) niet in stand blijft: het is en blijft een interne gedragscode, die gewicht in de schaal kan leggen, maar niet doorslaggevend behoeft te zijn. Dit criterium wat door de Hoge Raad is ontwikkeld (zie ons eerdere bericht MR 8411) is recent nog bevestigd in een zaak tegen Het Parool (zie bijvoorbeeld MR 11557, een post waarop de Raad voor de Journalistiek reageerde, zie MR 11597).

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Entertainment, Persrecht Tags: 10 EVRM, auteursrecht, Peter R. de Vries, portretrecht, vrijheid van meningsuiting

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Emiel Jurjens

Tel: +31 20 5506 677
E-mail: emiel.jurjens@kvdl.com
Bekijk profiel

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report