• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Google Spain arrest in Nederland: meer vrijheid van meningsuiting, minder right to be forgotten voor criminelen

Google Spain arrest in Nederland: meer vrijheid van meningsuiting, minder right to be forgotten voor criminelen

23 september 2014 door Joran Spauwen

De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam mocht vorige week voor het eerst haar licht laten schijnen over de gevolgen van het veelbesproken Google Spain (of Costeja) arrest van het Hof van Justitie EU in Nederland. Voor zover bij ons bekend is dit de eerste keer dat een nationale rechter gevraagd wordt deze Europese uitspraak toe te passen. De Amsterdamse procedure vloeide voort uit één van de duizenden ‘right to be forgotten’-verzoeken die Google na het Google Spain arrest ontving. Het verzoek in kwestie kwam van een escortbaas die in 2012 zes jaar cel kreeg voor een poging tot uitlokking van huurmoord. Hij liep tegen de lamp toen Peter R. de Vries beelden van de opdracht in handen kreeg en de politie inschakelde. Hij verzocht links te verwijderen die verwezen naar websites met informatie over zijn veroordeling. Ondanks dat Google een deel van zoekresultaten wilde verwijderen, weigerde de zoekmachine het verzoek van de veroordeelde crimineel volledig in te willigen. Hierop stapte hij naar de rechter om ook de overige zoekresultaten verwijderd te krijgen.

Waar het Hof van Justitie last leek te hebben van privacy-tunnelvisie, heeft de voorzieningenrechter van de Amsterdamse rechtbank een meer nuchtere kijk op de zaak, waarbij de vrijheid van meningsuiting meer aandacht krijgt. De voorzieningenrechter wijst de eisen van de escortbaas af.

‘Onnodig diffamerend’
Interessant aan het vonnis is hoe de Amsterdamse rechter tot deze conclusie komt. Het Hof van Justitie EU formuleerde namelijk een ingewikkelde toets die zoekmachines zouden moeten toepassen voor de beoordeling van verwijderingsverzoeken. De rechtbank vat deze toets kort samen en lijkt er een eigen draai aan te geven:

“Het [Google Spain]-arrest beoogt personen niet te beschermen tegen alle negatieve berichten op internet, maar alleen tegen het langdurig ‘achtervolgd worden’ door berichten die ‘irrelevant’, ‘buitensporig’ of ‘onnodig diffamerend’ zijn.”

Daarbij is belangrijk dat de onderdelen ‘langdurig achtervolgd worden’ en ‘onnodig diffamerend’ niet direct zijn terug te vinden in Google Spain. Deze uitleg geeft een gebalanceerdere kijk op de zaak, omdat minder wordt uitgegaan van een allesoverheersend recht op privacy (zie onze vorige post, waarin we onder meer uitlegden dat het Hof van Justitie ten onrechte overweegt dat het recht op privacy zwaarder weegt dan de vrijheid van meningsuiting). Daarnaast is deze toets ook praktisch gezien beter toepasbaar (en te begrijpen). De rechter voegt hier aan toe dat het voor een veroordeelde van een ernstig misdrijf lastig zal zijn om aan deze criteria te voldoen:

“De veroordeling voor een ernstig misdrijf zoals het onderhavige en de negatieve publiciteit als gevolg daarvan zijn in het algemeen blijvend relevante informatie over een persoon. De negatieve kwalificaties die daarbij kunnen voorkomen zullen slechts in zeer uitzonderlijke gevallen ‘buitensporig’ of ‘onnodig diffamerend’ zijn. Gedacht zou kunnen worden aan de situatie dat het gepleegde feit zonder duidelijke aanleiding opnieuw aan de orde wordt gesteld met kennelijk geen ander doel dan de betrokkene te schaden of de situatie dat niet zozeer van zakelijke berichtgeving sprake is, maar van een ‘scheldpartij’.”

Voor de voorzieningenrechter is duidelijk dat het verzoek van de escortbaas hier niet aan voldoet.

Volledige achternaam en auto-complete
De voorzieningenrechter bevestigt verder dat het usance is in de Nederlandse journalistiek om veroordeelden te anonimiseren. Maar dat betekent volgens de rechter niet dat er een afdwingbare norm bestaat:

“Verder gaat eiser er kennelijk vanuit dat er een afdwingbare norm is die journalisten – en daarmee volgens eiser kennelijk ook zoekmachines als Google Search – onder alle omstandigheden verplicht tot het anonimiseren van een verdachte of veroordeelde van een strafbaar feit. Een dergelijke afdwingbare norm bestaat echter niet.”

Dat sommige Google zoekresultaten de volledige naam van de escortbaas bevatten, terwijl zijn naam in de media werd afgekort, was voor de rechter dan ook geen reden die links alleen om deze reden te laten verdwijnen.

De voorzieningenrechter vindt het ook niet onlogisch of onrechtmatig dat de auto-complete functie van Google ‘peter r de vries’ suggereert, zodra de naam van de escortbaas wordt ingetypt. Google doet deze suggesties automatisch op basis van eerdere zoekopdrachten. Kennelijk wordt er nog (relatief) veel gezocht naar eiser’s naam in combinatie met Peter R. de Vries, die de huurmoordopdracht in zijn programma aan de kaak stelde en de politie inschakelde. Verder gaat de rechter er niet in mee dat internetgebruikers door de auto-complete in staat zouden zijn om de volledige naam van de escortbaas te achterhalen.

Mededeling verwijderde resultaten
Google had wel een aantal van de zoekresultaten waar de escortbaas over klaagde verwijderd. De escortbaas beklaagt zich in dit kader dat Google bij het zoeken op zijn naam meldt: “Sommige resultaten zijn mogelijk verwijderd op grond van Europese wetgeving inzake gegevensbescherming. Meer informatie.” Google brengt hier tegenin dat zij dit sinds juni 2014 bij iedere zoekopdracht naar een persoonsnaam vermeldt, tenzij “het de naam van een bekend persoon betreft”. Dit beleid was nieuw voor ons en we vragen ons af hoe dit precies wordt toegepast. Toen ik mijzelf googelde (uiteraard puur voor redactionele doeleinden), bleek dat mijn voor- en achternaam al bekend genoeg zijn om de melding niet te tonen. De vraag is een beetje of ik me gevleid moet voelen of dat Google er niet al te strenge eisen voor bekendheid op na houdt.

Hoe het ook zij, de rechter wijst de klacht van de escortbaas af omdat de mededeling van Google geen onjuiste suggestie wekt.

Spoedeisend belang
De rechtbank bevestigt dat een verzoek voor het verwijderen van zoekresultaten op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens eigenlijk via een zogenaamde verzoekschriftprocedure moet worden ingeleid. Desondanks kunnen klagers toch in spoedeisende gevallen bij de voorzieningenrechter terecht. De rechter heeft echter wel wat af te dingen op het spoedeisend belang van de escortbaas. Hij beweerde namelijk dat hij door de zoekresultaten van Google belemmerd zou worden in zijn zakelijke leven en privéleven. Dit is volgens de voorzieningenrechter niet onderbouwd. Daarbij merkt zij op dat mensen uit zijn directe omgeving allang bekend zullen zijn met zijn crimele verleden:

“Voorshands kan worden aangenomen dat familie, vrienden en bekenden van eiser zullen weten van welk(e) feit(en) eiser is verdacht en voor welk(e) feit(en) hij door deze rechtbank is veroordeeld. Eiser is immers in een aflevering van het programma “Misdaadverslaggever” van Peter R. de Vries op 27 mei 2012 uitgebreid in beeld geweest. Daarbij zijn in het geheim opgenomen camerabeelden getoond waarin eiser, aangeduid met zijn voornaam en de eerste letter van zijn achternaam, met een vermeend huurmoordenaar bespreekt hoe deze een concurrent van eiser in de escortbranche het beste kan (laten) liquideren. Eiser wordt daarbij veelvuldig herkenbaar en zonder beeld- of geluidsvervorming in beeld gebracht. Vervolgens heeft eiser geruime tijd in detentie gezeten. Onder deze omstandigheden valt, zonder nadere toelichting van eiser, die niet is gegeven, niet in te zien dat eiser, die thans in afwachting van zijn hoger beroep in vrijheid is gesteld, in zijn privéleven ernstig wordt belemmerd door het handelen van Google Inc.”

Slotsom
Al met al goed nieuws, omdat de uitspraak een werkbare interpretatie geeft van het Google Spain arrest en het right to be forgotten onder Nederland recht, waarbij terecht meer ruimte is voor de vrijheid van meningsuiting. De vraag is wel of de ernst van het misdrijf niet een belangrijke rol heeft gespeeld bij de conclusie van de voorzieningenrechter. In dit kader wijzen we ter afsluiting nog op een kleine veeg uit de pan van de rechter (die overigens mooi aansluit bij het Springer arrest van het EHRM):

“Thans heeft eiser de gevolgen van zijn eigen handelen te dragen. Het plegen van een misdrijf heeft nu eenmaal tot gevolg dat men op zeer negatieve wijze in het nieuws kan komen en dit laat ook op het internet – mogelijk zelfs zeer langdurig – zijn sporen na.”

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Internetrecht, Mediaregulering, Persrecht Tags: Costeja, crimineel, Google, Google Spain, Peter R. de Vries, privacy, right to be forgotten, vergeetrecht, zoekresultaten

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Joran Spauwen

Tel: +31 20 5506 625
E-mail: joran.spauwen@kvdl.com
Bekijk profiel

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report