• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Vonnis ‘Heineken Ontvoering’: rechter benadrukt vrijheid filmmakers historische gebeurtenis te vermengen met fictie

Vonnis ‘Heineken Ontvoering’: rechter benadrukt vrijheid filmmakers historische gebeurtenis te vermengen met fictie

28 oktober 2011 door Tessel Peijnenburg

dho_final-201182413501Vandaag kwam het vonnis in het geding tussen Holleeder en IDTV over de door IDTV geproduceerde film ‘de Heineken Ontvoering’. In het kop-staart vonnis van 21 oktober wees de rechter eerder al alle vorderingen van Holleeder af. Nu hebben we ook de motivering van de rechter.

Sinds gisteren draait de film in de bioscopen. De film volgt in grote lijnen de feiten van de ontvoering uit 1983 van Alfred Heineken en zijn chauffeur Ab Doderer maar omvat ook veel fictieve elementen, waaronder fictieve karakters en fictieve verhaallijnen. Een van de fictieve elementen is het karakter Rem Hubrechts. Rem bestaat uit een mengsel van elementen die puur fictief zijn en elementen die geïnspireerd zijn op Holleeder en op één van de andere ontvoerders.

Holleeder herkende zich in de film en eiste in een kort geding dat alle scenes met Rem uit de film zouden worden gesneden. Hij stelde dat hij werd beschuldigd van daden die hij in werkelijkheid nooit heeft begaan. Deze beschuldigingen zouden zijn reputatie schaden en hem in zijn persoonlijke levenssfeer aantasten (art. 8 EVRM).

Ook voerde Holleeder aan dat Rem een portret van hem zou zijn. Rem zou een look-a-like van Holleeder zijn in zijn jonge jaren. Het gebruik van zijn portret in een film zoals deze levert volgens Holleeder een redelijk belang op om zich te kunnen verzetten tegen de film.

Holleeder vordert daarnaast voorinzage in de film, die hij tijdens het kort geding nog niet had gezien.

Het vonnis in het kort
In een helder vonnis wordt onder verwijzing naar het Mosley arrest onder meer gewezen op het belang van het censuurverbod. De rechter wijst erop dat filmmakers de vrijheid hebben om waarheid en fictie te vermengen. Dat iedere verfilming van de Heineken ontvoering zal leiden tot een zeker verband met Holleeder, omdat zijn betrokkenheid bij de ontvoering vast staat, maakt de verfilming niet onrechtmatig. De voorzieningenrechter benadrukt het belang van het maken van een film over een gebeurtenis die de samenleving heeft ernstig geschokt, zoals de ontvoering van Heineken en Doderer.

De volgende passage uit het vonnis over artistieke vrijheid is voor filmmakers en andere creatieven waarschijnlijk met name van belang (r.o. 4.16):

“Het staat de maker van een filmwerk over een historische gebeurtenis in beginsel vrij om aan zijn weergave van die gebeurtenis nieuwe, fictieve, elementen toe te voegen. Ook staat het hem vrij om gebruik te maken van acteurs die een zekere overeenstemming vertonen met daadwerkelijk bij de verfilmde historische gebeurtenis betrokken personen. Een en ander valt onder de vrijheid van artistieke expressie. Deze vrijheid wordt echter begrensd door het belang dat een bij de verfilmde historische gebeurtenis betrokken persoon erbij kan hebben om niet met die fictieve elementen in verband te worden gebracht. Voorshands wordt niet aannemelijk geacht dat deze grens in dit geval is overschreden.”

In het vonnis wordt ook ingegaan op de ‘look-a-like’ claim van Holleeder, gebaseerd op het portretrecht. De rechter is het met IDTV eens dat het portret van een acteur die lijkt op de persoon die hij speelt, geen portret is van die persoon, omdat het publiek de acteur niet zal verwarren voor de persoon die hij verbeeldt. Dus geen portret, en dus geen portretrechtclaim.

Andere belangrijke overwegingen

Over voorafgaande inzage
4.8. (..)”Uit deze uitspraak (red. Mosley-arrest) van het EHRM kan immers worden afgeleid dat het EHRM van belang acht dat toetsing van de eventuele onrechtmatigheid van een publicatie, met het oog op het gewicht dat aan de in artikel 10 EVRM gewaarborgde vrijheden wordt toegekend, pas plaatsvindt nadat de betreffende publicatie ter kennis van het publiek is gebracht.”

Over het belang van het maken van een film over een gebeurtenis die de samenleving heeft geschokt:
4.13 “De ontvoering van wijlen de heer A. Heineken en zijn toenmalige chauffeur A. Doderer heeft destijds de samenleving ernstig geschokt. Het maken van een film over een dergelijk nieuwsfeit is een door artikel 10 EVRM beschermd belang. Verder staat de betrokkenheid van Holleeder bij de ontvoering vast. Dat leidt ertoe dat iedere verfilming van de ontvoering tot gevolg zal hebben dat er een bepaald verband wordt gelegd met de persoon van Holleeder. Dat maakt een dergelijk verfilming niet onrechtmatig.”

Portretrecht
4.24 “Het op de website afgebeelde portret kan niet worden beschouwd als een portret van Holleeder. Weliswaar is er sprake van een behoorlijke mate van overeenstemming tussen de afbeelding op de website en de in het geding gebrachte foto (genomen omstreeks 1983) van Holleeder, maar bij het beoordelen van de vraag of er sprake is van een afbeelding van een persoon dient mede acht geslagen te worden op de context van de publicatie. Het is niet ongebruikelijke dat bij een verfilming van historische gebeurtenissen de acteurs worden gemodelleerd naar de persoon wiens rol zij  moeten uitbeelden. Het publiek mag hiermee bekend worden verondersteld en zal een bij een filmaankondiging geplaatste afbeelding van een acteur gewoonlijk dan ook niet aanzien voor een afbeelding van zijn in de werkelijkheid voorkomende pendant (hetgeen bij een verfilming van verder in het verleden liggende gebeurtenissen temeer onwaarschijnlijk is).”

Een mooie uitspraak voor filmmakers en andere creatieven.

IDTV werd in deze procedure bijgestaan door Jens van den Brink en Tessel Peijnenburg.

Het inhoudelijke vonnis is hier te vinden.

Update: ook Heineken ontvoerders Meijer en Boellaard hebben later een kort geding gevoerd over de film. Ook die procedure werd door IDTV gewonnen.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Entertainment, Persrecht, Reclamerecht Tags: ontvoering, portretrecht, Reputatieschade, vrijheid van meningsuiting

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Tessel Peijnenburg

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report