• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Rechtbank: artikelen BN De Stem over oud-Steve Jobs school niet onrechtmatig

Rechtbank: artikelen BN De Stem over oud-Steve Jobs school niet onrechtmatig

21 september 2015 door Emiel Jurjens

BN De Stem publiceerde op 5 april 2014 twee artikelen genaamd “Oud-Steve Jobsschool onder vuur” en “Totale anarchie met de iPad in de hand”. De artikelen bevatten een weergave van verschillende klachten van ouders en (oud-)medewerkers van deze school in Breda, die inmiddels failliet is verklaard. Een aantal van de gepubliceerde klachten hielden verband met de toenmalige directeur van de school. Deze directeur startte daarop een procedure tegen Wegener, de uitgever van BN De Stem. Hij vond dat de publicatie onrechtmatig was. De rechtbank wees echter al zijn vorderingen af.

De rechtbank laat in de beoordeling de boodschappersfunctie van de pers een belangrijke rol spelen:

“Eén van de functies van de pers is de boodschappersfunctie, waarbij de pers uitlatingen van derden weergeeft. In die functie heeft BN DeStem klachten van ouders en oud-medewerkers in het artikel van 5 april 2014 weergegeven. Dat het gaat om de klachten/meningen van deze ouders en oud-medewerkers en niet om vaststaande feiten blijkt duidelijk uit de artikelen. In het artikel worden aanhalingstekens gebruikt en worden aanduidingen gebruikt als “volgens ouders en oud-medewerkers”, “sommige klagers reppen” en “de betrokkenen spreken”. Ook de uitlatingen ‘opvliegend karakter’ en ‘frauduleuze administratie’ worden duidelijk toegeschreven aan de klagers.”

Het is dus, naar oordeel van de rechtbank, voldoende duidelijk gemaakt dat het gaat om klachten van derden die duidelijk aan deze derden zijn toegeschreven. In die omstandigheden komt Wegener een beroep op de boodschappersfunctie toe.

De directeur had nog gesteld dat Wegener alleen klachten zou mogen weergeven als deze na nader onderzoek gegrond zouden blijken te zijn. De rechtbank volgt deze stelling niet en overweegt:

“Anders dan [eiser] meent, is het niet zo dat BN DeStem de klachten alleen zou mogen weergeven indien zij deze na onderzoek gegrond zou hebben bevonden. Niet door [eiser] is weersproken dat BN DeStem voor de publicatie over de betreffende (schriftelijke) klachten beschikte en dat bij BN DeStem de identiteit van de klagers bekend was. Met de bronnen was afgesproken dat zij niet met naam en toenaam in de artikelen genoemd zouden worden. Inmiddels heeft het merendeel van de bronnen ingestemd met het noemen van hun naam. De uitlatingen in het artikel zijn dus te herleiden tot bronnen die voor publicatie met naam en toenaam bij BN DeStem bekend waren. Uit het artikel blijkt ook dat het ouders en ex-werknemers zijn die de klachten hebben over de school. Anders dan [eiser] meent, blijkt uit het artikel eveneens dat er meerdere bronnen zijn die de uitlatingen ‘opvliegend karakter’ en ‘frauduleuze administratie’ hebben gedaan. Dat uit het artikel niet blijkt hoeveel bronnen deze uitlatingen hebben gedaan en of dit ouders dan wel ex-werknemers betreft, maakt niet dat BN DeStem onvoldoende waarheidsgetrouw heeft bericht. Van belang is dat in het artikel misstanden op de school aan de orde worden gesteld die de samenleving raken en dat wordt bericht over de wijze waarop innovaties in het onderwijs worden toegepast. Dit betreft onderwerpen die in de publieke belangstelling staan en waarover BN DeStem moet kunnen berichten.”

Bovendien, zo oordeelt de rechtbank, kan niet gezegd worden dat de informatie van de klagers niet goed is geverifieerd:

“Aan de stelling van [eiser] dat de informatie niet goed geverifieerd zou zijn, gaat de rechtbank voorbij. [eiser] betwist niet dat de bronnen deze klachten hadden. Het gaat hier om meerdere bronnen met dezelfde klachten die uitgebreid zijn gemotiveerd. Daarnaast past de inhoud van de klachten in het beeld dat naar voren komt uit het verslag van een gesprek tussen onder meer [eiser] en ouders van schoolkinderen van 16 januari 2014 (rov. 3.4.8.). In het licht hiervan heeft BN DeStem niet onzorgvuldig gehandeld door geen nader onderzoek in te stellen.”

Andere relevante factoren bij de beoordeling acht de rechtbank:

  • “de publicaties ‘opvliegend karakter’ en ‘frauduleuze administratie’ [zijn] terug te vinden in de klachten”;
  • “[eiser] is een publiek figuur die meer heeft te dulden dan de gemiddelde persoon”;
  • “de publicaties ‘opvliegend karakter’ en ‘frauduleuze administratie’ hebben betrekking op [eiser] in zijn hoedanigheid als medeoprichter en directeur van de school en niet op zijn privéleven”.

Tevens oordeelt de rechtbank dat er voldoende gelegenheid voor wederhoor geboden is aan de directeur.

De rechtbank wijst de vorderingen van de directeur, waaronder schadevergoeding van € 57.019,-, af en veroordeelt hem in de proceskosten.

Wegener werd in deze zaak bijgestaan door Emiel Jurjens en Jens van den Brink.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Persrecht Tags: BN De Stem, boodschappersfunctie, vrijheid van meningsuiting, wederhoor, Wegener

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Emiel Jurjens

Tel: +31 20 5506 677
E-mail: emiel.jurjens@kvdl.com
Bekijk profiel

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report