Thierry Baudet moet berichten op social media verwijderen waarin hij de coronamaatregelen vergelijkt met de Holocaust, zo oordeelde voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam op verzoek van het CIDI (het Centraal Joods Overleg) en 4 Holocaust-overlevenden. De uitspraak kon rekenen op veel lof. Maar de vraag is of we er blij mee moeten zijn.
De vergelijking door Baudet is weerzinwekkend. Baudet plaatste onder meer de fotocollage hiernaast. Hij vergelijkt een kind dat door een hek naar Sinterklaas moet kijken omdat de overheid maatregelen neemt om een virus in te tomen met een kind dat vanwege zijn joods-zijn op het punt staat te worden afgevoerd als vee en te worden vermoord. In een ander
bericht zei hij dat “de situatie van nu met de jaren ’30 en ’40 te vergelijken [is]. De ongevaccineerden zíjn de nieuwe joden, de wegkijkende uitsluiters zíjn de nieuwe nazi’s en NSB-ers”. Dat zijn walgelijke vergelijkingen, die er blijk van geven dat Baudet ieder ethisch besef kwijt is, en zijn compassie opzij heeft gezet op jacht naar stemmen van mensen die het spoor bijster zijn. Maar betekent dat ook dat je het moet verbieden?
Ter zitting vertelden overlevenden van de Holocaust over de verschrikkingen en moordpartijen die zij en hun familie hebben ondergaan in de oorlog. Dat was hartverscheurend en indrukwekkend. Mijn vader zat ook ondergedoken. Een deel van mijn familie is vermoord in nazi-kampen. Een oudoom kwam terug met een Auschwitz tattoo. Maar toch ben ik niet onverdeeld blij met dit vonnis.
Het leest te veel als een ethisch oordeel. ‘Het is walgelijk en dus moet het worden verboden’. Volgens de rechter ging Baudet verder dan wat het belang van een ‘robuust publiek debat’ rechtvaardigt. Maar is dat aan de rechter? Zoals Hans Teeuwen zei in een video over het vonnis; het belangrijkste wapen in de strijd tegen tirannie is nou juist een robuuste vrijheid van meningsuiting. Dat belang lees ik te weinig terug in het vonnis.
De opgelegde ge- en verboden gaan naar mijn mening ook onnodig ver. Een verbod op het bericht met de foto met het jongetje dat op het punt staat te worden afgevoerd is verdedigbaar. Maar dit bericht over de tentoonstelling in Buchenwald is ook verboden: “Ironie ten top! Oud-concentratiekamp Buchenwald hanteert nu 2G bij tentoonstelling over … het uitsluiten van mensen. Hoe is het MOGELIJK om nu nog altijd niet te zien hoe de geschiedenis zich herhaalt!?”. Ook deze uiting is wat mij betreft wanstaltig, maar verbieden?
Baudet krijgt ook een gebod de uitingen niet te herhalen, “ongeacht op welke wijze en via welk medium“. En de rechter verbiedt hem “in het kader van het debat over de coronamaatregelen gebruik te maken van beeldmateriaal van de Holocaust“. En dat op straffe van een dwangsom. Dat gaat heel ver, zeker voor een politicus. Een politicus die zich nu ook nog eens kan wentelen in martelaarschap.
En nee, de vrijheid van meningsuiting is niet absoluut, maar als een politicus overheidsmaatregelen vergelijkt met het nazi-regime, dan wil ik dat als kiezer wel graag weten. Want dan kan ik een oordeel over hem vormen.
Continentaal Europa heeft na WO II gekozen voor het verbieden van bepaalde uitingen die groepen mensen teveel pijn doen. Zo bestaat in veel Europese landen een wettelijk verbod op Holocaust ontkenning. In Nederland hebben we dat niet, maar wordt het vaak wel door de rechter verboden. Baudet ontkent de Holocaust weliswaar niet, maar devalueert genocide tot het vanachter een hek moeten bijwonen van een Sinterklaas optocht. Dat komt een beetje op hetzelfde neer. In de Angelsaksische wereld is de uitingsvrijheid meer een heilige graal. Maar de woorden van Justice Holmes uit een dissenting opinion voor de Amerikaanse Supreme Court uit 1919 lijken me ook in Europa van toepassing: “we should be eternally vigilant against attempts to check the expression of opinions that we loathe”. Het EHRM verwoordt het zo dat ook uitingen die ‘shock, offend and disturb‘ beschermd worden. Dat noemt de rechter ook in haar vonnis, maar ze had er in deze uitspraak wat mij betreft meer gewicht aan mogen geven.