• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Gondelaffaire – Gemeenteraadslid mag ex-wethouder Delft van corruptie beschuldigen

Gondelaffaire – Gemeenteraadslid mag ex-wethouder Delft van corruptie beschuldigen

19 maart 2010 door Christien Wildeman

Foto: ProdeoDelfts gemeenteraadslid Stoelinga (voormalig Leefbaar Delft, nu Onafhankelijk Delft) beschuldigde oud VVD-wethouder Baljé van corruptie naar aanleiding van belastende beeld- en geluidopnames uit 2004 en 2005 van een telefonerende Baljé. De beelden beslaan in totaal bijna 4 uur. Hier, hier en hier is een fragment te vinden. Baljé daagde Stoelinga, Leefbaar Delft en degene die de opnamen had gemaakt voor de rechter en eiste een forse schadevergoeding. Het Hof Den Haag heeft zich in de bodemzaak op 16 maart 2010 over de zaak uitgesproken. Het Hof geeft ruim baan aan de vrijheid van meningsuiting en benadrukt in het bijzonder het grote belang daarvan in de politieke arena.

De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut, maar beperkingen en sancties moeten door de rechterlijke macht met de grootst mogelijke terughoudendheid worden toegepast, aldus het Hof: “In een democratisch systeem moet het openbaar bestuur immers nauwlettend kunnen worden gevolgd door de legislatieve of de rechtsprekende macht, alsmede door de pers en de publieke opinie. Dit betekent dat een openbaar bestuurder zich heftiger kritiek moet laten welgevallen dan een burger. Het politieke debat moet in beginsel op het scherpst van de snede gevoerd kunnen worden.”

Op de beeld- en geluidopnames, gemaakt door restauranteigenaar D., is te horen dat Baljé belt met zijn toenmalige collega-wethouder in de Gemeente Den Haag, Verkerk (de huidige burgemeester van Delft). Baljé vraagt Verkerk of de gemeente Den Haag geïnteresseerd is in een stuk grond van een kennis van hem, de Delftse vastgoedhandelaar Zegwaard. Op de beelden lijkt Verkerk dit te bevestigen. Vervolgens belt Baljé met Zegwaard en adviseert hem onder meer: ‘Ze willen het heel graag hebben. Je moet gewoon ehh voluit gaan. Dat weet jij niet, dat heb ik jou niet verteld. En die paar ton die je daarop verdient, die stop je in mijn campagne, afgesproken? Dan gaan we dat doen.

Ook speelt Baljé in het telefoongesprek met Verkerk vertrouwelijke informatie door over de keuze van de vertrouwenscommissie met betrekking tot de aanstaande burgemeestersbenoeming, waarvoor Verkerk toen de belangrijkste kandidaat was. Het Hof bevestigt dat deze beschuldiging voldoende feitelijke basis heeft.

Restauranteigenaar D. stelt dat hij de opnamen per ongeluk heeft gemaakt, maar wel bewust heeft bewaard. D. stelt dat Baljé hem subsidie had toegezegd voor zijn project om gondels in de grachten van Delft te exploiteren. Toen deze subsidie niet door leek te gaan, heeft D. Baljé over de bandopnames verteld en deze naar buiten gebracht. Na een eerdere afwijzing door de gemeente heeft D. uiteindelijk toch een bedrag van € 26.000 voor zijn gondelproject ontvangen. De ambtenaren die de subsidie aan D. verstrekken hebben verklaard de wethouder te hebben geadviseerd dat de subsidie volgens de regels niet verstrekt kon worden. Ze zeggen onder druk te zijn gezet door de wethouder om toch subsidie te verlenen. De wethouder ontkent dat.

Het Hof oordeelt dat de door Stoelinga geuite verdenking van corruptie voldoende steun vindt in de feiten. De term “corruptie” hoeft bovendien niet noodzakelijkerwijs als strafrechtelijk verwijtbaar handelen te worden beschouwd, maar kan worden gezien als een politiek oordeel van een lid van de oppositie in de zin van niet integer optreden van een politiek bestuurder. Het Hof overweegt dat Stoelinga “in redelijkheid van mening [kon] zijn dat sprake was van een misstand van zodanige ernst, dat deze niet alleen in het publieke debat maar ook, gelet op het algemeen belang bij de bekendheid daarmee, publiekelijk aan de orde gesteld diende te worden op de wijze en in de bewoordingen als is geschied“.

Dat de inhoud, bewoordingen en toonzetting van Stoelinga’s uitingen als provocerend kunnen worden ervaren, maken deze volgens het Hof nog niet onrechtmatig. De vrijheid van meningsuiting, neergelegd in artikel 10 EVRM, omvat immers mede de vrijheid om in het politieke debat uitlatingen doen die ‘offend, shock or disturb’. Het Hof maakt ook korte metten met het verweer van Baljé, waar de rechtbank nog in mee was gegaan, dat Stoelinga in ieder geval zijn beschuldigingen had moeten staken nadat een meerderheid van de gemeenteraad had uitgesproken dat het een schande was dat Stoelinga en Leefbaar Delft  de oud-wethouder van corruptie hadden beschuldigd. Het Hof overweegt: “Ook (of wellicht zelfs juist) wanneer de meerderheid een andere mening is toegedaan, mag een lid van de oppositie een bepaalde kwestie in beginsel aan de kaak blijven stellen“.

Het Hof oordeelt wel dat restauranteigenaar D. onrechtmatig jegens Baljé heeft gehandeld door het openbaar maken van de banden, omdat hij – anders dan Stoelinga die in het algemeen belang handelde – kennelijk een ander doel, namelijk het alsnog krijgen van subsidie, voor ogen had. Voor journalisten is belangrijk dat het feit dat D. fout zat met het maken van de opnames, niet betekent dat diezelfde beelden niet kunnen helpen, en als bewijs worden toegelaten, ter onderbouwing van beschuldigingen op basis van die beelden.

Kijk voor meer achtergrondinformatie hier, hier en hier voor berichtgeving over deze zaak in het AD en hier voor een artikel in de Delftse Post.

Update april/mei: zie hier een column over het arrest in Binnenlands Bestuur van de hand van prof. Elzinga, hoogleraar staatsrecht in Groningen. Prof. Elzinga wijst onder meer op de relevantie van dit arrest voor de strafzaak tegen Wilder. Hier een uitgebreide analyse van de uitspraak door journalist Peter Olsthoorn op Netkwesties, met verhelderend commentaar van Delfts CDA raadslid Van Tongeren.  

Update juni 2010: Baljé heeft cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof zodat de zaak nu voorligt bij de Hoge Raad.

Update augustus 2011: AG Huydecoper heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep van de ex-wethouder. De zaak staat voor arrest door de Hoge Raad op 11 november 2011.

Update november 2011: De Hoge Raad heeft het arrest van het Gerechtshof bevestigd en de cassatie van Baljé verworpen. Stoelinga is nu definitief in het gelijk gesteld.

Update september 2012: In een schadestaatprocedure tussen oud-wethouder Baljé en pizzeria-eigenaar Daga heeft de rechtbank Den Haag geoordeeld dat wethouder Baljé slechts 20% van de schade die hij heeft geleden door het onrechtmatig handelen van pizzeria-eigenaar Daga vergoed krijgt; 80% komt voor eigen rekening vanwege eigen schuld.

Gemeenteraadslid Martin Stoelinga wordt bijgestaan door Jens van den Brink en Reindert van der Zaal (Kennedy Van der Laan).

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Persrecht Tags: Artikel 10 EVRM, Baljé, Corruptie, Gondelaffaire, klokkenluider, mediarecht, Stoelinga, Verkerk, vrijheid van meningsuiting

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Christien Wildeman

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report