Vandaag wees de rechtbank Rotterdam vonnis in de door oud secretaris generaal van het Ministerie van Justitie Demmink tegen het AD aangespannen bodemprocedure. Demmink wordt al jaren achtervolgd door beschuldigingen dat hij seks zou hebben gehad met minderjarigen. Wat deze affaire extra aandacht opleverde, was de wel erg stellige verdediging van Demmink die werd opgeworpen door de gezagsdragers om hen heen. Zo luidt een bekende quote van Minister Opstelten: “Het was niks, het is niks en het zal niks worden”. Onbedoeld leidde dit soort “hulp” alleen maar tot meer aandacht voor de zaak, en tot beschuldigingen van een doofpotaffaire.
Koen Voskuil van het AD schreef in de artikelen in het AD waar deze procedure over gaat dat Demmink volgens getuigen verschillende keren contact had met een pooier van minderjarige jongens. Deze getuigen zouden hem met minderjarige jongens uit de nabijheid van deze pooier hebben gezien. Demmink vond dat ieder bewijs voor dit soort geruchten ontbreekt, anders dan verklaringen van onbetrouwbare en anonieme getuigen, en dat die dus niet gepubliceerd had mogen worden. Ook stelde hij dat het AD door deze publicaties ten onrechte de suggestie wekte dat hij seks heeft gehad met minderjarige jongens. Hij vorderde een rectificatie en schadevergoeding van het AD.
De rechtbank wees de vorderingen af, in een vonnis met interessante overwegingen over het gebruik van anonieme getuigen en wederhoor.
Anonieme getuigen
Volgens de rechtbank heeft het AD voldoende afstand gehouden tot de getuigen die zijn opgevoerd in het artikel. Het AD brengt hun verklaringen niet als feiten en laat de lezer zelf een oordeel vormen. De rechtbank is het niet eens met de oud secretaris generaal dat zou zijn gesuggereerd dat hij seks heeft gehad met minderjarige jongens. Eén bron (een 62-jarige Hagenaar) verklaart in het AD dat hij Demmink weleens in een café zag zitten aan een tafel een bekende pooier en een aantal minderjarige jongens en hem meer dan eens de zaak zag verlaten met één van die jongens. Deze getuige zegt dat hij niet weet wat er daarna tussen hen gebeurde, maar voegt daar aan toe: “… het was algemeen bekend dat [persoon1] een jongenspooier was, dus je kunt aannemen dat het voor de seks was.” De rechtbank overweegt daarover dat het AD dit citaat nadrukkelijk voor rekening van de getuige laat en dat ook de bron seks met minderjarige jongens niet als feit presenteert, maar juist een slag om de arm houdt (“je kunt aannemen”).
Het AD heeft volgens de rechtbank voldoende aangetoond dat zorgvuldig is omgesprongen met het gebruik van de anonieme bronnen. Het AD heeft meer dan een jaar onderzoek verricht. Alle verklaringen van bronnen zijn onderworpen aan een nauwgezet proces van verificatie, waarbij details zijn gecheckt. Bronnen die informatie aandroegen die niet verifieerbaar bleek of waarvoor betaling werd gevraagd zijn niet benut voor de artikelen. “Het AD heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat op basis van de voorhanden zijnde informatie, gevoegd bij het feit dat tegen [eiser] vier keer aangifte is gedaan en bezien in samenhang met alle overige destijds beschikbare documentatie, een deugdelijke grondslag bestond voor hetgeen hij in de gewraakte artikelen aan de orde heeft willen stellen. … Dat hierbij deels van anonieme bronnen gebruik is gemaakt, is geen reden om anders te oordelen, te meer niet nu er ook bronnen wel met naam en toenaam worden genoemd en de gewraakte publicaties zijn voorzien van informatie die de lezer in staat stelt zelf een oordeel te vormen over de betrouwbaarheid van de betreffende bron(nen).”
Wederhoor
Over hoor en wederhoor herhaalt de rechtbank dat dit geen op zichzelf staand en in rechte afdwingbaar recht is, waarvan de schending steeds rechtsgevolg moet hebben. “In het bijzonder bestaat geen recht op het tevoren kennis nemen van een voorgenomen artikel, om daarop te kunnen reageren.” Dat neemt niet weg dat van een zorgvuldig dagblad verwacht mag worden dat het, bij dit soort artikelen, de betrokkene in de gelegenheid stelt zijn eigen visie te geven. En dat heeft het AD (tijdig) gedaan. “Dat een reactie op een voorgenomen krantenartikel binnen enkele uren of dagen gegeven moet worden volgt uit de aard van het medium.”
De rechtbank hecht er belang aan dat Demmink nooit is veroordeeld voor delicten in deze sfeer en dat hij ten tijde van de publicaties ook niet als verdachte van dergelijke delicten was aangemerkt. Hij heeft recht op het respecteren van zijn persoonlijke levenssfeer. Dat gold zeker begin oktober 2012, toen hij afscheid nam als Secretaris-Generaal, omdat die berichten toen extra aandacht kregen en de afsluiting van zijn ambtelijke loopbaan overschaduwden. Aan de andere kant maakte die omstandigheid de nieuwswaarde juist weer groter. En dat het AD een publicitair effect voor ogen had, is op zichzelf niet onrechtmatig jegens de oud secretaris generaal.
De rechtbank concludeert dat de publicaties potentieel ernstige misstanden aan de orde stellen, waarvoor voldoende feitelijke grondslag bestond, en wijst de vorderingen af.