• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Ook in hoger beroep wel schuld maar geen straf voor actievoerders Greenpeace

Ook in hoger beroep wel schuld maar geen straf voor actievoerders Greenpeace

14 juli 2014 door Fabian Streefland

Vorige week deed het hof Den Haag in hoger beroep uitspraak in de strafzaak tegen 18 Greenpeace actievoerders.

In deze zaak ging het om een actie van 14 september 2012 gericht tegen het voornemen van Shell om in het noordpoolgebied naar olie te gaan boren. De actievoerders hadden bij een groot aantal Shell tankstations in Nederland de vulpistolen van de brandstofslangen met beugelsloten en tie-raps aan elkaar gebonden, waardoor daar enige tijd niet meer kon worden getankt.

Eerder bespraken wij de uitspraak van de rechtbank Den Haag in eerste aanleg. De rechter maakte hier een afweging tussen de vrijheid van meningsuiting, waaronder het recht om te demonstreren, en de bescherming van (eigedoms)rechten van anderen. Beide rechten zijn verankert in het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Tegen deze achtergrond bekeek de rechter of de actie voldeed aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. Op dit laatste punt ging het mis voor Greenpeace. De rechtbank verweet de actievoerders dat zij de tankstations voor onbepaalde tijd onbruikbaar hebben gemaakt zonder dat voor de pomphouders een duidelijk en direct aanspreekpunt bestond waarmee zij konden overleggen over de situatie op hun tankstation en de duur en beëindiging van de actie. Een beroep op de vrijheid van meningsuiting kon daarom niet slagen en de rechtbank achtte het strafbare feit bewezen. De rechtbank besloot wel de actievoeders op grond van artikel 9a wetboek van strafrecht geen straf op te leggen (een rechterlijk pardon).

Het hof is het in hoofdlijnen eens met de rechtbank. Een aantal punten wordt opnieuw besproken:

Ontvankelijkheid Openbaar Ministerie

Het hof is van oordeel dat het Openbaar Ministerie na afweging van alle betrokken belangen en omstandigheden in redelijkheid tot de vervolging van de actievoerders heeft kunnen komen. Wel heeft het hof zijn verwondering uitgesproken dat het Openbaar Ministerie de actievoerders van Greenpeace wel, maar Greenpeace niet heeft vervolgd.

Rechterlijk pardon

Het hof komt in hoger beroep op andere gronden dan de rechtbank tot een rechterlijk pardon. De grondslag van de rechtbank was dat de gebreken die aan de actie kleefden eerder aan de organisatie Greenpeace konden worden verweten dan aan de individuele actievoerders.

Het hof kiest een andere weg en weegt in het voordeel van de actievoerders mee dat tijdens de behandeling in hoger beroep naar voren is gekomen dat Greenpeace en de actievoerders in het kader van de protestactie de nodige voorbereidingen hebben genomen uit het oogpunt van de brandveiligheid.

Bovendien is het hof van mening dat het Openbaar Ministerie onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat door de protestactie een dusdanige gevaar zettende situatie is ontstaan of kon ontstaan dat niet een rechterlijk pardon maar een geldboete passend is. De eis van het Openbaar Ministerie voor een boete van 1000 euro is dan ook afgewezen.

Op grond van deze overwegingen heeft het hof bepaald om in dit bijzondere geval aan de verdachte geen straf of maatregel op te leggen.

Schade

Het hof heeft bij de beslissing nog meegewogen dat uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep onweersproken naar voren is gekomen dat de geclaimde schade al door Greenpeace is vergoed. Van overige schadeclaims, ook niet als benadeelde partij in deze strafzaak, is niet gebleken.

Tot slot is nog het vermelden waard dat Shell al in oktober 2012 heeft geprobeerd om bij de civiele rechter een verbod op dergelijke toekomstige acties af te dwingen, mits zij aan een aantal voorwaarden zouden voldoen. De rechter wees dit af en bevestigde het recht van Greenpeace om ook in de toekomst hinderlijke acties uit te blijven voeren.

 

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Persrecht Tags: Greenpeace, Recht op actievoeren, Shell, Tankstations, vrijheid van meningsuiting

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Fabian Streefland

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report