• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Chantage met heimelijke beelden wethouder: 20% schade voor chanteur, 80% schade eigen schuld bestuurder

Chantage met heimelijke beelden wethouder: 20% schade voor chanteur, 80% schade eigen schuld bestuurder

10 september 2012 door Jens van den Brink

de-gondel-met-burgemeester-verkerk-de-wethouder-en-de-pizzeria-eigenaarDe rechtbank Den Haag heeft uitspraak gedaan in de schadestaat procedure tussen pizzeria eigenaar D. en een (ex-)wethouder uit de gemeente Delft. Het gaat om een nieuwe uitspraak in de Delftse gondelaffaire, waarover wij eerder schreven (zie MR 2011-10488).

Geheime opnames wethouder
De uitspraak draait om videobeelden gemaakt in 2004 in de pizzeria van D. en geluidsopnames gemaakt met een mobiele telefoon in 2005 in een Delftse kroeg. Hier, hier en hier is een fragment te vinden van de beelden in de pizzeria. Op de opnames is onder meer te horen en te zien dat toenmalig wethouder B. belt met zijn toenmalige collega-wethouder in de Gemeente Den Haag, Verkerk (de huidige burgemeester van Delft). De wethouder vraagt Verkerk of de gemeente Den Haag geïnteresseerd is in een stuk grond van een kennis van hem, de Delftse vastgoedhandelaar Z. Vervolgens belt de wethouder met Z en adviseert hem onder meer: ‘Ze willen het heel graag hebben. Je moet gewoon ehh voluit gaan. Dat weet jij niet, dat heb ik jou niet verteld. En die paar ton die je daarop verdient, die stop je in mijn campagne, afgesproken? Dan gaan we dat doen.”

Restauranteigenaar D. stelt dat de videobeelden per ongeluk zijn gemaakt door de beveiligingscamera, maar wel bewust heeft bewaard. D. stelt dat de wethouder hem subsidie had toegezegd voor zijn project om gondels in de grachten van Delft te exploiteren. Toen deze subsidie niet door leek te gaan, heeft D. Baljé over de bandopnames verteld en deze naar buiten gebracht. Na een eerdere afwijzing door de gemeente heeft D. uiteindelijk toch een bedrag van € 26.000 voor zijn gondelproject ontvangen. De ambtenaren die de subsidie aan D. verstrekken hebben verklaard de wethouder te hebben geadviseerd dat de subsidie volgens de regels niet verstrekt kon worden. Ze zeggen onder druk te zijn gezet door de wethouder om toch subsidie te verlenen. De wethouder ontkent dat.

D. vertoont de opnames in april 2005 aan het Delftse gemeenteraadslid Stoelinga, die de wethouder daarop in een webpublicatie beschuldigt van corruptie. De wethouder heeft vervolgens jarenlang geprocedeerd tegen Stoelinga, zijn politieke partij en restauranteigenaar D. De wethouder vond dat hij ten onrechte werd beschuldigd.

Corruptie beschuldiging was niet onrechtmatig 
Het Hof oordeelde in 2010 dat de door Stoelinga geuite verdenking van corruptie voldoende steun vond in de feiten. En het stond Stoelinga vrij de opnames gebruiken ter onderbouwing van zijn beschuldigingen aan het adres van de wethouder. Het Hof oordeelde dat Stoelinga niet onrechtmatig had gehandeld en wees de vorderingen van de wethouder jegens hem af. Maar restauranteigenaar D. had volgens het Gerechtshof wel onrechtmatig jegens Baljé gehandeld door het openbaar maken van de banden. D. had – anders dan Stoelinga die in het algemeen belang handelde – kennelijk een ander doel, namelijk het alsnog krijgen van subsidie, voor ogen. In feite gebruikte D. de beelden dus om de wethouder te chanteren. De Hoge Raad bevestigde het arrest van het Gerechtshof in 2011.

Les voor media; gebruik van “illegale beelden”
Deze arresten zijn relevant voor media die beelden in handen krijgen die heimelijk zijn opgenomen en op onrechtmatige wijze zijn openbaar gemaakt. Deze uitspraken illustreren dat dit soort omstandigheden niet noodzakelijkerwijs met zich meebrengen  dat media dergelijke beelden niet kunnen gebruiken, zeker wanneer het gebruik ervan bijdraagt aan het aan de kaak stellen van een misstand.

Chanteren met beelden: 20% schade – Chantabel gedrag: 80% schade 
In vervolg op de uitspraak van het Hof was de vraag in hoeverre de ex-wethouder schade kon vorderen van restauranteigenaar D. Daarover is een schadestaatprocedure gevoerd, waarin nu dus uitspraak is. De rechtbank herhaalde eerst nog eens dat “een belangrijke rol speelt dat, zoals het hof heeft overwogen, het [gedaagde] bij de openbaarmaking niet ging om het aan de kaak te stellen van vermeende misstanden aangaande het optreden van [eiser] als publiek bestuurder, maar om de verkrijging van de subsidie die [gedaagde] in zijn ogen was toegezegd.”

De rechtbank gaat echter uitgebreid in op het feit dat het gedrag van de wethouder onacceptabel was voor een publiek bestuurder:

4.18. Vast staat dat [eiser] in een publiek toegankelijk restaurant aan een toenmalige wethouder van de gemeente Den Haag, B. Verkerk, tevens de latere burgemeester van Delft, telefonisch advies heeft gevraagd over de wijze waarop [F], een kennelijk met [eiser] bevriende Delftse ondernemer, zich het beste kon opstellen in de onderhandelingen met de gemeente Den Haag over de verkoop van grond gelegen op het Forepark. Ook staat vast dat [eiser] vervolgens telefonisch aan [F] heeft laten weten dat hij “de hoofdprijs kon vragen”, nu de gemeente Den Haag deze grond heel graag wilde hebben voor het nieuwe ADO-stadion. De rechtbank overweegt hieromtrent dat [eiser] als openbaar bestuurder uit een oogpunt van integriteit bij het bepalen van zijn gedrag het algemeen belang zwaarder behoorde te laten meewegen dan zijn persoonlijke relaties met vrienden c.q. ondernemers. [eiser] heeft moeten begrijpen dat de onderhandelingspositie van de gemeente Den Haag door het bekend worden van de bewuste informatie bij haar wederpartij ernstig zou worden ondergraven, met mogelijk een aanzienlijk hogere grondprijs tot gevolg, welke prijs uit de algemene middelen zou moeten worden voldaan. Het doorspelen van deze informatie aan [F] was daarom in strijd met het door [eiser] als wethouder te behartigen overheidsbelang. Door de betreffende informatie te vergaren en aan [F] door te spelen, heeft [eiser] gedrag vertoond dat hem als openbaar bestuurder niet paste. Hij heeft daarmee bovendien het aanzien van en het vertrouwen in het openbaar bestuur in het algemeen ernstig geschaad. De omstandigheid dat door het gedrag van [eiser] de belangen werden geschonden van een andere gemeente dan waarvan hij wethouder was, doet daaraan niet af. Als openbaar bestuurder behoorde hij te allen tijde het overheidsbelang te plaatsen boven de individuele belangen van zijn vrienden of van Delftse ondernemers. Het spreekt vanzelf dat dit overheidsbelang zich voor een wethouder niet beperkt tot het belang van de gemeente waarvoor hij werkzaam is. Uit het feit dat [eiser] tegen [F] tot tweemaal toe heeft gezegd “Dat weet jij niet, heb ik jou niet verteld”, of woorden van gelijke strekking, blijkt ook dat hij wel degelijk besefte dat zijn handelwijze niet integer was. De rechtbank acht ongeloofwaardig dat deze opmerking slechts als grap was bedoeld, zoals [eiser] heeft aangevoerd.

4.19. De rechtbank is van oordeel dat [eiser], door de door [gedaagde] opgenomen en openbaar gemaakte telefoongesprekken op deze manier te voeren, en dan nog in een voor het publiek toegankelijk restaurant, het risico heeft genomen dat anderen c.q. het grote publiek daarmee bekend zouden worden en dat hij daardoor reputatieschade zou lijden. Dat geldt ook als de opnames niet waren gemaakt en [eiser] niet bedacht had hoeven zijn op het maken van opnames. Uit de stukken blijkt dat het gedrag van [eiser] geen op zichzelf staand incident was.

4.20. Daarnaast staat vast dat [eiser] bij de pizzeria van [gedaagde] geregeld zonder daarvoor te betalen heeft gegeten en gedronken, terwijl hij in diezelfde periode op verzoek van [gedaagde] in zijn functie van wethouder bemoeienis had met de onderneming van [gedaagde], hetgeen hij ook aan [gedaagde] heeft medegedeeld. [eiser] stelt immers zelf dat hij destijds door ambtenaren heeft laten onderzoeken of aan [gedaagde] een subsidie of ‘waarderingsbijdrage’ kon worden verstrekt. Verder heeft [eiser] het op de beelden over “het [door [eiser]] geven van subsidie”.
De rechtbank is van oordeel dat ook deze gedragingen een wethouder niet betamen.

De rechtbank concludeert dan dat sprake is van een hoge mate van eigen schuld van de voormalig wethouder aan de ontstane schade.  Van de totale schade komt daarom maar liefst 80% voor rekening van de wethouder zelf.

De rechtbank geeft zo een duidelijk signaal af. Chantage is onacceptabel, maar ook als iemand wordt gechanteerd praat dat het eventuele wangedrag dat hem chantabel maakt niet goed.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Entertainment, Persrecht Tags: chantage, Gondelaffaire, heimelijke opname, vrijheid van meningsuiting

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Jens van den Brink

Tel: +31 20 5506 843
E-mail: jens.van.den.brink@kvdl.com
Bekijk profiel

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report