• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Wanneer is een website van een ondernemer – volgens het Europese Hof van Justitie – ‘gericht op’ de lidstaat waar de consument woont?

Wanneer is een website van een ondernemer – volgens het Europese Hof van Justitie – ‘gericht op’ de lidstaat waar de consument woont?

17 december 2010 door Christien Wildeman

logo-europaDat is van belang voor de vraag naar welke rechter partijen kunnen stappen als er een geschil is. Als je als Duitse consument een hotel boekt in Oostenrijk en vertrekt zonder te betalen, mag het Oostenrijkse hotel dan in Oostenrijk naar de rechter of moet het hotel in Duitsland procederen? En een Oostenrijker die een reis per vrachtschip boekt met een Duitse rederij, maar teleurgesteld is als hij het schip ziet en niet aan boord gaat, mag hij als hij zijn geld terug wil in Oostenrijk procederen? Het Oostenrijkse hotel en de Duitse rederij hadden beide een website die uiteraard ook toegankelijk was buiten de landsgrenzen. Welke rechter, in welke lidstaat gevestigd, is dan bevoegd over het geschil te oordelen? Daarvoor moet men te rade bij Europese regelgeving, te weten de EEX-Verordening (betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken).

Consumentenbescherming
In de twee genoemde zaken heeft het Oostenrijkse Oberste Gerichtshof, het hoogste rechtscollege in Oostenrijk, vragen van uitleg (prejudiciële vragen) aan het Europese Hof van Justitie gesteld over de EEX-Verordening. In bepaalde gevallen wordt namelijk de consument – als de economische zwakkere en juridisch minder ervaren partij – beschermd. In die gevallen mag de consument als hij een rechtszaak tegen een bedrijf begint, kiezen of hij dat in zijn eigen lidstaat doet of in de lidstaat waar het bedrijf is gevestigd. Als het bedrijf een rechtszaak tegen de consument begint mag het niet kiezen, maar moet het bedrijf naar de rechter in de lidstaat waar de consument woont.

De consument wordt beschermd als het gaat om:

a) koop en verkoop van roerende zaken;

b) leningen op afbetaling  ter financiering daarvan; of

c) in alle andere gevallen indien de overeenkomst is gesloten met een persoon die commerciële of beroepsactiviteiten ontplooit in de lidstaat waar de consument woonplaats heeft, of dergelijke activiteiten (met ongeacht welke middelen) richt op die lidstaat en de overeenkomst onder die activiteiten valt.

Website ‘gericht op’ lidstaat consument
Het Oostenrijkse Oberste Gerichtshof twijfelde of het hebben van een website – die uiteraard ook in andere lidstaten toegankelijk is – al voldoende is om te kunnen zeggen dat een bedrijf zich richt op de lidstaat waar de consument woont.

Het Europese Hof van Justitie heeft bij arrest van 7 december 2010 de volgende – niet limitatieve -lijst van factoren opgesomd, die als aanwijzingen gelden dat de activiteit van de ondernemer is gericht op de lidstaat waar de consument woonplaats heeft:

  • het internationale karakter van de activiteit;
  • routebeschrijvingen vanuit andere lidstaten naar de plaats waar de ondernemer is gevestigd;
  • het gebruik van een andere taal of munteenheid dan die waar de ondernemer is gevestigd;
  • de mogelijkheid om in een andere taal de boeking te verrichten en te bevestigen;
  • de vermelding van een telefoonnummer met internationaal kengetal;
  • uitgaven voor een zoekmachinedienst om consumenten in andere lidstaten gemakkelijker toegang te verlenen tot de website;
  • het gebruik van een andere topleveldomeinnaam dan die van de lidstaat van vestiging (bv. .com of .eu);
  • verwijzing naar internationale cliëntèle.

Alleen toegankelijkheid onvoldoende
Tot slot overweegt het Hof dat de loutere toegankelijkheid van de website van de ondernemer in de lidstaat van de consument onvoldoende is om bevoegdheid aan te nemen. En hetzelfde geldt voor de vermelding van een e-mailadres en andere contactgegevens of voor het gebruik van een taal of munteenheid wanneer deze taal en munteenheid gewoonlijk worden gebruikt inde lidstaat waar de ondernemer gevestigd is.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Internetrecht Tags: Begrip 'gericht op', Bevoegdheid, Consumentenbescherming, EEX-Verordening, Toegankelijkheid website

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Christien Wildeman

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report