In korte tijd is Yvonne Coldeweijer (@lifeofyvonne) met haar online juicekanaal een van de populairste bronnen van roddels over BN’ers geworden. In een recente video meldde ze dat zangeres Samantha Steenwijk flink zou zijn afgevallen door het gebruik van ‘illegale dieetpillen’. Steenwijk ontkende dit, waarop Coldeweijer de video offline haalde en de ontkenning van Steenwijk op haar kanaal plaatste. Dat was niet genoeg voor Steenwijk, die een kort geding tegen Coldeweijer startte met als voornaamste inzet haar te dwingen tot het plaatsen van een rectificatie. De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van vandaag geoordeeld dat Coldeweijer inderdaad een rectificatie moet plaatsen. De rechter vond daarbij de volgende punten het belangrijkste.
Een belangrijke vraag in uitingszaken, en ook in deze zaak, is of er voldoende steun in de feiten bestaat voor de beschuldigingen die zijn geuit. Het is niet nodig om onomstotelijk aan te tonen dat de uiting klopt, maar er moet wel genoeg ondersteunend feitenmateriaal voor zijn. In deze zaak is het dus de vraag of er voldoende steun in de feiten bestond voor de uiting dat Steenwijk flink zou zijn afgevallen door het gebruik van ‘illegale dieetpillen’. Volgens de rechter is er voor deze “ernstige beschuldiging” echter geen grond, omdat er met name is verwezen naar twee anonieme bronnen van wie de betrouwbaarheid niet te beoordelen is:
“Van [gedaagde] wordt niet verwacht dat zij met sluitend bewijs komt voordat zij iets publiceert, maar wel dat zij voldoende aannemelijk maakt dat er serieuze aanwijzingen zijn voor een ernstige beschuldiging als deze.
Dat is haar niet gelukt. Op het moment van publicatie had zij maar één, anonieme, bron. Iemand die zich spontaan bij haar had gemeld, die zij niet kende en die beweerde dat hij iemand kende die pillen aan [eiseres] zou hebben verkocht.
Na de publicatie heeft zij contact opgenomen met die bron, die haar verwees naar een tweede anonieme bron. Die tweede bron, die zij ook niet kent, zei een vriend te zijn van degene die de pillen aan [eiseres] zou hebben verkocht. Het gaat dus uiteindelijk om twee haar verder onbekende anonieme bronnen, die verklaren over een derde persoon, over wie al helemaal niets bekend is. Dat is dus drie keer (bijna) niks. Hoe de twee bronnen met wie [gedaagde] heeft gesproken aan hun wetenschap zijn gekomen valt niet na te gaan en hun betrouwbaarheid kan al helemaal niet worden beoordeeld. Dit zijn dan ook geen serieuze aanwijzingen voor de juistheid van de beschuldiging.”
Coldeweijer had verder nog aangevoerd dat de beoordeling voor een juicekanaal als het hare anders zou moeten zijn dan voor een ‘gewone’ journalistieke publicatie. De rechter gaat daar niet in mee en oordeelt dat de beschuldiging is “gebracht als feit“, waarbij ook zou zijn gesteld dat er bewijs voor was. Er is naar oordeel van de rechter geen voorbehoud gemaakt dat dit slechts een gerucht zou zijn. Dat deze beschuldiging dan via een juicekanaal is gedaan, maakt volgens de rechter niet uit. Hij concludeert: “Het komt erop neer dat [gedaagde] haar beschuldigingen niet waar kan maken en dat deze daarom onrechtmatig zijn.” Coldeweijer wordt veroordeeld om op korte termijn een rectificatie plaatsen op Instagram Stories en op YouTube.
Steenwijk eiste daarnaast nog dat Coldeweijer zou prijsgeven wie de bron (haar ‘spion’) achter deze roddel zou zijn. Dat vindt de rechter te ver gaan en weigert hij, waarbij hij ook oordeelt dat Coldeweijer als journalist kwalificeert:
“De vordering om de bron(nen) bekend te maken gaat het verst. Dat zou een beperking zijn van de vrijheid van nieuwsgaring. Journalistieke bronnen zijn voor de persvrijheid van essentieel belang. Het recht op bronbescherming van journalisten en persorganen is in de rechtspraak erkend. Volgens het Europese Hof van Justitie gaat het om journalistieke activiteiten, als die bekendmaking van informatie, meningen of ideeën aan het publiek tot doel hebben. Dat is niet beperkt tot mediaondernemingen. Ook de activiteiten van [gedaagde] vallen dus onder het begrip journalistiek. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft in de zaak-[X] uitgemaakt dat het in strijd is met de informatievrijheid als een journalist wordt gedwongen zijn bron te onthullen tenzij zich een ‘an overriding requirement in the public interest’ voordoet. Daarvan is in dit geval geen sprake. [gedaagde] heeft zich dan ook terecht beroepen op het recht op bronbescherming. De vordering tot openbaarmaking van de bronnen zal daarom worden afgewezen.”
Na het recente kort geding over een uitzending van Roddelpraat is dit de tweede uitspraak over juicekanalen in korte tijd. Op de NOS was daarna een achtergrondartikel te lezen over de juridische context voor online juicekanalen, met commentaar van Emiel Jurjens. Het Roddelpraat-vonnis wordt niet aangehaald in de uitspraak over Coldeweijer.
Screenshot Instagram-account Yvonne Coldeweijer @lifeofyvonne