Estivant en Labyrinth bieden allebei eenoudervakanties aan op de Nederlandse markt en hebben enkele dezelfde accommodaties in hun assortiment. Labyrinth biedt deze accommodaties in haar reisgids en op haar website aan voor een aanzienlijk lagere prijs dan Estivant. Volgens Estivant heeft zij een exclusief recht verworven voor het aanbieden van deze accommodaties vanwege afspraken met een derde partij (SamSam). Daarom, aldus Estivant, zou Labyrinth de vakanties die zij aanbiedt uiteindelijk niet kunnen leveren, zodat de reclame misleidend zou zijn in de zin van artikel 6:194 BW.
De voorzieningenrechter bepaalt dat het aanbieden van een dienst in de wetenschap dat die niet kan worden geleverd, na acceptatie niet alleen wanprestatie oplevert jegens de afnemers (de consument), maar onder omstandigheden ook onrechtmatig kan zijn jegens aanbieders van vergelijkbare diensten. In dit geval oordeelt de rechter dat er geen sprake is van misleidende reclame, omdat de mogelijke misleiding niet zou zien op kenmerken van de aangeboden dienst (zoals prijs, kwaliteit) maar op de levering zelf.
Overigens blijkt uit de stukken dat Labyrinth wel gerechtigd is de betreffende accommodaties te leveren. Dat Estivant een exclusief recht zou hebben op het aanbieden van de accommodaties en hiertoe afspraken heeft gemaakt met SamSam, doet in dit geschil niet ter zake omdat Labyrinth daarbij geen contractspartij is. Labyrinth handelt niet onrechtmatig en de vorderingen worden afgewezen.
De uitspraak: Rechtbank ‘s-Gravenhage 26 mei 2010, KG ZA 10-516 (Estivant / Labyrinth)