Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 15 februari 2007
Advocaat van slachtoffer en verdachte

Mediaman Jort Kelder en advocaat Bram Moszkowicz hebben elkaar op radio, televisie, internet en in de gedrukte media fel bestreden. Kelder bekritiseerde het feit dat Moszkowicz zowel optrad als advocaat van topcrimineel Holleeder, als (tot aan zijn moord in 2004) van vastgoedmagnaat Endstra. Endstra heeft Holleeder er in de beroemde achterbankgesprekken van beschuldigd hem jarenlang te hebben afgeperst. Daarbij beschreef Endstra scenes die rechtsreeks uit een gangsterfilm leken te komen. Holleeder is in de media ook genoemd als een van de verdachten van de moord op Endstra.
Kelder vond dat Moszkowicz bovendien veel te dicht bij Holleeder stond. Dichter dan goed is voor een professionele cliënt-advocaat relatie. Volgens Kelder moest Moszkowicz de verdediging van Holleeder neerleggen.
De beschuldigingen
Kelder noemde Moszkowicz onder meer maffiamaatje en beroepsleugenaar. Moszkowicz deed Kelder af als een geborneerde pseudo-journalist en blaataap die “op televisie wat babbelt met dames” en vond dat Kelder “maar een eind raak lulde”.
Moszkowicz eiste in kort geding dat Kelder zijn uitspraken zou rectificeren en dat het Kelder verboden zou worden zich nog langer onrechtmatig over hem uit te laten. Moszkowicz richtte zijn pijlen met name op de volgende uitspraken van Kelder:
dat Moszkowicz een beroepsleugenaar is;
dat Moszkowicz (door Holleeder) met zwart geld, afpersingsgeld, betaald wordt;
dat Moszkowicz zijn geheimhoudingsplicht jegens (wijlen) Endstra heeft geschonden;
dat Moszkowicz maffiamaatjes is met Holleeder; en
dat Moszkowicz nauwe banden met de onderwereld heeft, namelijk vriendschappelijke betrekkingen.
Context: felle, openbare discussie tussen publieke figuren
Bij de beoordeling van het geschil hebben de omstandigheden van het geval (zoals ook hoort in perszaken) zwaar meegewogen. Het draaide niet alleen om de vraag of de beschuldigingen voldoende werden onderbouwd door de feiten, maar ook in welke context ze zijn geuit.
Moszkowicz is een publiek figuur. Volgens vaste rechtspraak moeten publieke figuren een ruimer incasseringsvermogen hebben. Moszkowicz is niet alleen neerlands bekendste strafpleiter, maar ook een graag geziene gast op tv. Zo figureert hij als vaste spreker in het society programma RTL Boulevard en heeft hij zijn eigen reality programma gehad.
Verder wees de rechter erop dat zowel Kelder als Moszkowicz zich “in minder vleiende bewoordingen” over de ander had uitgelaten. Dat was gebeurd in een in het openbaar gevoerd debat, waarbij beide partijen op de man speelden. Kelder heeft de meeste uitlatingen bovendien gedaan in een radioprogramma waarin door de programmamakers geponeerde stellingen werden besproken. De voorzieningenrechter vergeleek de bijdrage van Kelder met een gesproken column, omdat hij -binnen een kort tijdsbestek- alle ruimte kreeg zijn mening te geven en er weinig ruimte was voor nuance of discussie. Voor zover Kelder zijn uitspraken deed op quotenet.nl was volgens de rechter sprake van een open brief. Voor zowel columns als open brieven gelden minder strenge eisen dan voor andere publicaties. Overdrijven en gebruik van felle bewoordingen zijn dan over het algemeen toegestaan.
Op grond van deze overwegingen konden de meeste uitlatingen van Kelder volgens de rechter door de beugel.
De feiten
Dat Kelder in het kader van de discussie over het optreden van Moszkowicz het had over een koffer met zwart geld moest volgens de rechter worden gezien als een toegestaan aan de orde stellen van de algemene vraag of in strafzaken advocaten met zwart geld betaald worden.
De rechter overwoog dat de term “maffiamaatje” en de beschuldiging dat hij vriendschappelijke betrekkingen onderhield met de onderwereld voor een advocaat diffamerend en uiterst schadelijk zijn. Aan de andere kant; als het zou kloppen, zou weer sprake zijn van een ernstige misstand die het verdient aan de kaak te worden gesteld.
Vervolgens ging de rechter de feiten langs op grond waarvan Kelder tot zijn uitspraken was gekomen.
Moszkowicz woonde op uitnodiging van Endstra in Monaco een liefdadigheidsdiner bij waarin hij aan tafel zat met enkele goede bekenden van justitie. Te weten naast Endstra zelf, Sam Klepper en John Mieremet (beiden inmiddels eveneens geliquideerd).
De echtgenote van Moszkowicz woonde een jaar lang gratis in een woning van Endstra.
– Holleeder mocht zijn bankrekening op het kantoor van Moszkowicz stellen;
Volgens een verklaring van een derde gingen Moszkowicz en Holleeder op vriendschappelijke wijze (en in het bijzijn van de kinderen) met elkaar om in een hotel in Frankrijk.
De echtgenote van Moszkowicz is de vorige eigenaar van de scooter van Holleeder, een scooter die nog op naam stond van Moszkowicz’ vrouw.
De rechter concludeerde dat Moszkowicz inderdaad niet alleen puur zakelijk omging met zijn cliënten en dat de beschuldiging “maffiamaatje” steun vond in het feitenmateriaal. Zoals gezegd speelde daarbij de context (publieke figuur, column, verhitte discussie van beide kanten) een belangrijke rol.
Veroordeling in strafzaak nodig voor beschuldiging in media?
Bij zijn persconferentie na het bekend worden van het vonnis haalde Moszkowicz fel uit naar de rechter. Moszkowicz vond het onder meer onbestaanbaar dat die rechter indirect Holleeder en Endstra als “maffia” bestempelde. Dat terwijl geen van beiden ooit was veroordeeld voor welke criminele activiteiten dan ook. Holleeder was dan wel veroordeeld voor de Heineken ontvoering, maar die had zijn straf daarvoor gekregen en uitgezeten.
Dat argument lijkt geen hout te snijden. De media mogen niet pas over een misstand nadat de pleger van die misstand in een strafzaak is veroordeeld. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens benadrukt nu juist keer op keer het belang van de media als ‘public watchdog’. De media hebben de plicht misstanden aan de kaak te stellen en publiek bekend maken.
Een andere vraag is of een strafrechtadvocaat die een zeer bekende persoonlijkheid is en meer dan alleen zakelijk omgaat met zijn cliënten, in een felle, publieke discussie waarbij beide partijen op de man spelen, als maffiamaatje mag worden neergezet. Dat is een vraag waar het Hof zich nu over buigt. De zitting in hoger beroep heeft inmiddels al plaats gehad.