• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Journalist mag vergaande kritiek uiten op andere journalist

Journalist mag vergaande kritiek uiten op andere journalist

20 november 2015 door Eline Kruithof

Media schrijven regelmatig over andere media. Dat was ook het geval in de zaak Niskasaari en Otavamedia tegen Finland, die speelde voor het EHRM (arrest).

De zaak begint eind jaren negentig, als de Finse publieke omroep twee documentaires uitzendt waaraan journalist M.B. heeft meegewerkt. Naar aanleiding van die twee documentaires schrijft een andere journalist, Mikko Veli Niskasaari, kritische stukken op twee internetfora. Ook in het tijdschrift ‘Seura’ laat Niskasaari zich kritisch uit over het werk van M.B.; “[The complainant] is a fanatic warrior of the faith for whom facts are just in the way. He has indisputably been caught at cold, intentional lying.”

M.B. stapt naar de Finse rechter omdat hij vindt dat Niskasaari zich schuldig maakt aan laster. De Helsinki Appeal Court vindt dat Niskasaari zich inderdaad schuldig maakt aan laster en veroordeelt hem en de uitgever van het tijdschrift Seura, Otavamedia, tot betaling van een boete.

Niskasaari en Otavamedia laten het er niet bij zitten en stappen naar het EHRM. Ze stellen onder andere dat artikel 10 EVRM is geschonden omdat de beperking van de vrijheid van meningsuiting niet noodzakelijk is in een democratische samenleving en geen legitiem doel dient.

Of de vrijheid van meningsuiting mocht worden beperkt, wordt beoordeeld aan de hand van de vraag of door de Finse rechter een eerlijke afweging is gemaakt tussen het belang van Niskasaari, zijn recht op de vrijheid van meningsuiting, en het belang van M.B., zijn recht op privacy en het daaruit voortvloeiende belang om zijn reputatie te beschermen.

Bij de beoordeling van die belangenafweging merkt het hof op dat “journalists (…) who are disseminating information or commenting on a matter of public interest, as well as their publishers, are to be taken as enjoying a higher level of protection of their freedom of expression under Article 10”. Daarnaast vindt het hof dat nu M.B. zelf kan worden aangemerkt als een “investigative journalist involved in making TV documentaries on controversial issues for a public broadcasting company”, hij in die rol betrokken is “in an activity very much in the public domain in a manner and in circumstances where he could himself expect to be the subject of robust scrutiny, comment and criticism regarding his professional conduct”. Door onvoldoende  aandacht te schenken aan die ““journalistic” hue of the case”, heeft de Finse rechter geen eerlijke belangenafweging gemaakt. Nu ook niet duidelijk is gemaakt dat de beperking noodzakelijk is in een democratische samenleving, oordeelt het hof dat artikel 10 EVRM is geschonden.

De uitspraak verduidelijkt dat artikel 10 EVRM ook de journalist beschermt die vergaande kritiek uit op door een andere journalist gemaakte reportages over onderwerpen die de public interest raken.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Entertainment, Persrecht Tags: 10 EVRM, journalist, Otavamedia, public interest

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Eline Kruithof

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report