• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Hoge Raad over beschuldigingen aan adres politicus in privé-geschil

Hoge Raad over beschuldigingen aan adres politicus in privé-geschil

15 mei 2012 door Reindert van der Zaal

Politici zullen in beginsel meer kritiek moeten dulden dan een ‘gewone burger’. Maar hoe zit dat met beschuldigingen die voortvloeien uit een privé-geschil met een politicus? De Hoge Raad heeft hierover recentelijk geoordeeld.

In deze zaak gaat het om een gemeenteraadslid van de gemeente Weststellingwerf dat een “verblijfsovereenkomst” heeft gesloten met de eigenaar van een pand in Wolvega. In deze overeenkomst staat dat het gemeenteraadslid met zijn gezin in de woning kan blijven totdat de woning wordt verkocht. Op het moment dat de eigenaar van de woning de overeenkomst opzegt weigert het gemeenteraadslid het pand te ontruimen met een beroep op huurbescherming, waardoor een geschil ontstaat tussen partijen.

De eigenaar benadert de politie, de Ombudsman en journalist Peter R. de Vries, maar vindt daar geen gehoor. Vervolgens stuurt hij -vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen- een brief aan de burgemeester waarin hij zich beklaagt over het gemeenteraadslid, met een kopie daarvan aan de lokale pers. In de brief geeft de eigenaar een opsomming van wat hij noemt misdrijven begaan door het gemeenteraadslid. Zo heeft hij het onder meer over “valsheid in geschrifte”, “crimineel gedrag”, “oplichten”, “een hele rij van slachtoffers”, “misbruik maken van zijn functie in de gemeente”, “kwade trouw”, “afpersing” en “bedrog”. Het betoog komt er op neer dat iemand die zich aan dergelijke handelingen schuldig maakt, niet in de Gemeenteraad behoort te zitten. De brief wordt vervolgens in verschillende kranten gepubliceerd.

Hierop start het gemeenteraadslid een procedure, en eist een verklaring voor recht dat de eigenaar onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld. De rechtbank wijst de vorderingen af omdat de eigenaar voorafgaand aan het berichten van de pers eerst andere wegen (minder schadelijke) heeft trachten te bewandelden. Of het inschakelen van Peter R. de Vries een minder schadelijke weg is betwijfel ik overigens. Verder zou de brief naast de handelingen van het raadslid tevens “een groter belang, namelijk de moraal en integriteit van bestuurders in zijn algemeenheid” behelzen.

Het gemeenteraadslid gaat in hoger beroep tegen het vonnis. In dit hoger beroep pakt de zaak geheel anders uit. Het hof oordeelt dat de beschuldigingen grotendeels feitelijk onjuist zijn en dat -gelet op het privé-geschil- niet kan worden uitgesloten dat de eigenaar uit eigenbelang heeft gehandeld. Verder is volgens het Hof van belang dat de beschuldigingen vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen in de openbaarheid zijn gebracht, en dat de verdenkingen op onnodig grievende wijze zijn ingekleed. Op basis hiervan komt het hof uiteindelijk tot de conclusie dat de eigenaar met zijn beschuldigingen onrechtmatig heeft gehandeld jegens het gemeenteraadslid.

In de daarop volgende cassatie sluit de Hoge Raad zich aan bij het Hof: “Het [hof] heeft geoordeeld dat de door [de eigenaar] gestelde contractuele tekortkomingen van [het gemeenteraadslid] hun grondslag vinden in de privésfeer en, bezien vanuit het algemeen belang, geen ernstige misstand opleveren. Dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting.” Daarmee wordt de eigenaar ook door de Hoge Raad in het ongelijk gesteld. De Hoge Raad merkt nog op dat “Het hof ook niet [heeft] miskend dat misdragingen van een politicus in de privésfeer consequenties kunnen hebben voor diens functioneren in een openbaar ambt.”

Deze zaak doet denken aan de kwestie Stoelinga/Baljé, die ook ging over beschuldigingen aan het adres van een (voormalig) politicus. De bespreking van deze zaak is hier te vinden. Ook in deze kwestie werd een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het aan de kaak stellen van ernstige misstanden (wat Stoelinga deed en ook mocht doen) en het handelen uit eigen belang onder het mom van het algemeen belang (het onrechtmatig openbaar maken van video-opnames door een restauranteigenaar om een subsidie af te dwingen).

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Persrecht Tags: gemeente Weststellingwerf, gemeenteraadslid, Hoge Raad, smaad, vrijheid van meningsuiting

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Reindert van der Zaal

Tel: +31 20 5506 651
E-mail: reindert.van.der.zaal@kvdl.com
Bekijk profiel

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report