In interviews met journalisten van het Financieel Dagblad en RTLZ lieten de huidige directeur en de advocaat van Buma/Stemra zich uit over de onderzoeksresultaten van NautaDutilh en BDO naar Buma/Stemra. Het onderzoek bracht volgens Buma/Stemra aan het licht dat aanzienlijke kosten werden vooruitbetaald aan leveranciers terwijl dat niet had gehoeven. Ook zijn facturen geantedateerd en zijn mogelijk het bestuur van Buma/Stemra en diens accountant hierover onvoldoende geïnformeerd. Hierdoor zijn mogelijk aan artiesten en componisten lagere
auteursrechtsvergoedingen uitbetaald.
De uitlatingen van de huidige directeur en de advocaat werden op de website van RTLZ in termen van ‘fraude’ en ‘frauduleus handelen’ gevat en in verband gebracht met de voormalige directeur. De ex-directeur startte daarop een kort geding tegen Buma/Stemra en diens advocaat, waarin hij rectificatie vorderde.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam overwoog dat de woorden niet van Buma/Stemra zelf, maar van de journalist van RTLZ afkomstig waren. Ook publicaties op Geenstijl over de kwestie kunnen niet aan Buma/Stemra worden toegeschreven. Bovendien heeft Buma/Stemra RTLZ verzocht deze termen vóór het moment van publicatie te verwijderen. De uitlatingen die de huidige directeur en de advocaat wél hebben gedaan vinden voldoende steun in het onderzoek en zijn gerechtvaardigd.
Wel vond de rechter dat Buma/Stemra als goed werkgever meer inspanningen had mogen verrichten ter bescherming van de eer en goede naam zijn voormalig directeur. Vast is komen te staan dat de gewraakte gang van zaken breed gedragen werd binnen de toenmalige bedrijfstop: ‘In de publiciteit is [eiser] ten onrechte in dit verband als enige zondebok aangemerkt’. Om die reden werd de ex-directeur niet veroordeeld (zoals gebruikelijk bij verlies) in de proceskosten van Buma/Stemra.