Bouwhuis Vastgoed is één van de vastgoedfondsen die klanten een gegarandeerd rendement in het vooruitzicht stelt. In dit geval een indrukwekkende 9%. Na de affaires rond Palm Invest en soortgelijke fondsen ligt ook Bouwhuis onder vuur. En met Bouwhuis ook Hans Wiegel. Wiegel prijst de projecten van Bouwhuis aan in reclamefilmpjes als deze.
Niet geheel verrassend kreeg Bouwhuis Dion Bartels achter zich aan, die Bouwhuis publiekelijk beschuldigde in zijn zoektocht naar klanten. Ook veel media hebben zich geworpen op Bouwhuis, en op de rol die Wiegel in deze affaire speelt. Daaronder Quote. Op de Quote website verscheen een artikel met de titel “Hans Wiegel betrokken bij vastgoedfraude van Bouwstate“.
Mede op aandringen van Wiegel en Bouwhuis werd het Quote artikel verschillende keren aangepast. Maar dat was onvoldoende voor Bouwhuis en Wiegels, die een kort geding startten tegen Quote en Bartels.
In het vonnis van 6 november overweegt de voorzieningenrechter dat het gezien de recente schandalen in de vastgoedwereld volstrekt verklaarbaar is dat Quote nu ook de vastgoedpraktijken van Bouwhuis op de korrel neemt. Quote mocht ook serieuze kanttekeningen plaatsen bij onder meer het gegarandeerde rendement van 9%. Volgens de rechter mocht Quote Bouwhuis echter niet van strafbare feiten beschuldigen.
Quote kan zich niet verschuilen achter het feit dat zij gekozen heeft voor een “tongue in cheek” huisstijl, aldus de rechter, die vindt dat Quote “op zichzelf gerechtvaardigde conclusies” tot “ongerechtvaardigde meningen” opblaast. Dat lijkt een opmerkelijke overweging van de rechter, omdat je volgens vaste rechtspraak in meningen nu juist verder mag gaan dan in feitelijke conclusies.
De rechter vindt verder dat de aanpassingen die Quote heeft doorgevoerd in het artikel haar ook niet kunnen redden omdat de eerste versie van het artikel op internet zijn weg al gevonden heeft en lang zou kunnen blijven circuleren.
Ook Bartels wordt veroordeeld, onder meer omdat hij documenten zou hebben gebruikt afkomstig van een collega die een echtscheidingszaak deed tussen Bouwhuis en zijn echtgenote. De stelling van Bartels dat hij die documenten niet van zijn collega had, maar van een usb-stick die door een onbekende in de brievenbus zou zijn gegooid, ging er bij de rechter niet in.