• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Gemeente Dordrecht heeft genoeg van treiterende burger

Gemeente Dordrecht heeft genoeg van treiterende burger

4 april 2013 door Liesbeth Berkouwer

De Rotterdamse voorzieningenrechter heeft bij uitspraak van 21 maart 2013 (LJN BZ4905) een treiterende burger de mond gesnoerd. Naar aanleiding van een vordering van de gemeente Dordrecht heeft de rechter die burger verboden om zich

gedurende twee jaar meer dan 10 keer per maand met brieven, faxen of e-mails tot de gemeente Dordrecht te richten. Als hij dat toch doet, verbeurt hij een dwangsom van € 300 per overtreding met een maximum van € 100.000. Het verbod geldt niet voor vergunningaanvragen en bezwaar- en beroepschriften. Een opvallende uitspraak die laat zien welke instrumenten de gemeente op grond van het Burgerlijk Wetboek ter beschikking staan.

Wat was er aan de hand?
Een eigenaar van 42 panden in Dordrecht verhuurde zijn panden op illegale wijze. De gemeente Dordrecht besloot daartegen op te treden. De maatregelen leidden tot verbeurte van dwangsommen, toepassing van  bestuursdwang en de executoriale verkoop van twee panden. in verband met de invordering van dwangsommen. Dit alles schoot bij deze burger in het verkeerde keelgat: hij kondigde in kranten aan “honderden” en “1000 nieuwe procedures” te zullen opstarten, met als doel: “gewoon om te zieken”. Hij voegde de daad bij het woord en diende in 2012 91 bezwaarschriften in  (bijna de helft van het totaal), 467 Wob-verzoeken (meer dan de helft van het totaal) en 41 handhavingsverzoeken (ook meer dan de helft van het totaal).

Daarmee legde hij een dermate groot beslag op het ambtelijke apparaat en de toch al krappe gemeentekas – de gemeente begrootte dit op zo’n € 400.000 per jaar – dat de gemeente besloot actie te ondernemen. De gemeente wendde zich tot de burgerlijke voorzieningenrechter en vorderde een verbod tegen de man om zich gedurende twee jaar meer dan 10 keer per maand tot de gemeente te wenden, waarbij vergunningaanvragen en bezwaar- en beroepschriften buiten beschouwing werden gelaten. Als grondslag voor de vordering verwees de gemeente naar artikel 3:13 BW. Dit artikel bepaalt dat iemand aan wie een bevoegdheid toekomt, die bevoegdheid niet kan inroepen voor zover hij die bevoegdheid misbruikt. De bepaling is op grond van artikel 3:15 BW ook buiten het vermogensrecht van toepassing.

Wat besliste de rechter?
De voorzieningenrechter overweegt dat de bestuursrechtelijke aard van een rechtsbetrekking er op zich niet aan in de weg staat dat in die verhouding een bevoegdheid kan worden misbruikt door een burger jegens de overheid. Daarbij past wel een kanttekening: de aard van de verhouding tussen overheid en burger brengt mee dat minder snel mag worden aangenomen dat sprake is van misbruik van bevoegdheid, dan wanneer sprake zou zijn van de verhouding tussen burgers onderling. Een burger moet de ruimte hebben om tegen de overheid op te komen in gerezen conflicten. Die ruimte is alleen niet onbegrensd. Deze grens is in dit geval overschreden, oordeelt de rechter.

De rechter vindt in dat kader van belang dat betrokkene niet heeft ontkend de procedures uitsluitend aan te spannen om te “zieken”. Hij gebruikt zijn bevoegdheid dan ook met geen ander doel dan de gemeente Dordrecht te schaden; dat levert misbruik van bevoegdheid op. Dat hij niet alleen wil “zieken”, maar ook de gemeente wil dwingen om de bestrijding van illegale kamerverhuur te staken, maakt dat niet anders. Daarmee is nog steeds sprake van misbruik van bevoegdheid. De vordering wordt dan ook toegewezen.

Wat betekent de uitspraak voor de gemeente Dordrecht en overige gemeenten?
Op grond van de uitspraak mag betrokkene zich dus niet meer dan 10 keer per maand met “brieven, faxen of e-mails” tot de gemeente Dordrecht richten. Als hij dat wel doet, verbeurt hij een dwangsom.

Het valt volgens ons toe te juichen dat de rechter bereid is aan evident treitergedrag paal en perk te stellen. De vordering is gelet op het buitensporige karakter van die gedragingen, nog tamelijk terughoudend geformuleerd. Zonder inhoudelijk criterium worden 10 schriftelijke contacten toelaatbaar geacht, aan onder andere de al ingediende 467 Wob-verzoeken verandert de uitspraak niets, en de vordering stelt geen paal en perk aan (brieven, faxen, e-mails die betrekking hebben op) vergunningaanvragen, bezwaar- en beroepschriften. Ook beperkingen ten aanzien van aanvragen en rechtsmiddelen kunnen naar onze mening gerechtvaardigd zijn, wanneer die aanvragen of rechtsmiddelen worden ingediend met het doel een onbeheersbare last op het gemeentelijke apparaat te leggen. Dat vergunningaanvragen tot heffing van leges leiden, maakt dat niet anders. Dat werpt de vraag op of de vordering van de gemeente ruimer geformuleerd had kunnen worden, om zo het niet-legitieme beslag op het gemeentelijke apparaat (en budget) effectiever te bestrijden. Ook dan blijft uiteraard van belang dat er geen onaanvaardbare inperking van de rechten van de betrokken burger plaatsvindt en een verbod vanuit het oogpunt van rechtszekerheid helder geformuleerd is.

Overigens levert ook het bestuursrecht enige instrumenten om de werklast die onredelijk handelende burgers opleveren, te beperken. Zo bestaat de mogelijkheid om herhaalde aanvragen vereenvoudigd af te doen zonder vooraf te horen, kan de beslistermijn zonder sanctie worden overschreden wanneer (kort gezegd) de vertraging niet aan het bestuursorgaan is te wijten, en kunnen bezwaarschriften kennelijk niet-ontvankelijk worden verklaard (zonder te hoeven horen). Verder kan in bijzondere omstandigheden een burger in de proceskosten worden veroordeeld door de rechter. Uit de uitspraak van de Rotterdamse voorzieningenrechter blijkt dat het Burgerlijk Wetboek een nuttige aanvulling biedt op de bestuursrechtelijke gereedschapskist, die immers geen verbodsvordering zoals in deze zaak aan de orde is kent

Tot slot

In de Dordrechtse zaak stelt de rechter paal en perk aan extreem treitergedrag van een burger. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het (vaak onbenutte) instrumentarium uit het Burgerlijk Wetboek, in aanvulling op wat op grond van het bestuursrecht mogelijk is.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Persrecht Tags: stalking, vrijheid van meningsuiting

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Liesbeth Berkouwer

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report