• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Trouw wint hoger beroep van vastgoedinvesteerder; rectificatie op de voorpagina was onterecht

Trouw wint hoger beroep van vastgoedinvesteerder; rectificatie op de voorpagina was onterecht

2 november 2015 door Christien Wildeman

Begin 2014 publiceerde Trouw – in samenwerking met Follow the Money en KRO-NCRV’s Altijd Wat – een aantal artikelen over kwestieuze praktijken bij het opkopen van serviceflats waardoor veelal hoogbejaarde bewoners waren benadeeld. Een stichting presenteerde zich aan de bewoners van serviceflats als hun belangenbehartiger, maar onthield hen essentiële informatie waardoor zij de waarde van hun woning ten onrechte niet hoger inschatten. En de stichting informeerde de bewoners niet over haar nauwe banden met de opkopende vastgoedinvesteerder. Door vervolgens de tegenvallende biedingen van de vastgoedinvesteerder als “realistisch” aan te prijzen, stelde de stichting de vastgoedinvesteerder in staat de woningen voor lagere prijzen – onder de taxatiewaarde – te bemachtigen.

De vastgoedinvesteerder was not amused. Hij zag zichzelf juist als een redder in nood, die de mensen van hun onverkoopbare serviceflats afhielp. De Voorzieningenrechter gaf hem gelijk. Trouw moest op de voorpagina rectificeren; de beschuldigingen van belangenverstrengeling en aankopen ver onder de taxatiewaarde zouden geen steun vinden in de feiten. Trouw zou ook tekort zijn geschoten in het toepassen van wederhoor.

Trouw ging in hoger beroep en het Hof Amsterdam oordeelt op alle fronten anders dan de Voorzieningenrechter.

Over de belangenverstrengeling:

“Uit deze feiten blijkt genoegzaam dat [de vastgoedinvesteerder] nauw betrokken was bij de vastgoedontwikkeling door [de stichting] ten tijde van de gewraakte publicaties en dat tussen [de stichting] en [de vastgoedinvesteerder] een zodanige verwevenheid van belangen bestond zodat de publicatie, inhoudend dat sprake is geweest van belangenverstrengeling, steun vindt in het beschikbare feitenmateriaal.”

Over het toegepaste wederhoor:

“Vooropgesteld wordt dat [de vastgoedinvesteerder] voorafgaand aan die publicaties is geïnformeerd over het voornemen tot publicatie en in dat kader een aantal (inhoudelijke) vragen voorgelegd heeft gekregen waarop hij heeft geantwoord. Weliswaar moet worden gezegd dat [de vastgoedinvesteerder] in een laat stadium is benaderd en dat de termijn voor een reactie van zijn zijde aan de korte kant was in aanmerking genomen de complexiteit en omvang van de zaak waarover Trouw wenste berichten, maar deze omstandigheid leidt niet tot de gevolgtrekking dat Trouw het beginsel van hoor en wederhoor heeft geschonden. In dit verband is immers gebleken dat [de vastgoedinvesteerder] op de hem gestelde vragen antwoord heeft gegeven zonder dat hij zich daarbij erover heeft beklaagd dat hem onvoldoende tijd en gelegenheid werd geboden voor een reactie. Daaraan voegt het hof toe dat in beginsel weliswaar geboden is dat het beginsel van hoor en wederhoor voldoende in acht wordt genomen, maar dat het enkele achterwege laten daarvan niet zonder meer tot onrechtmatigheid van de gewraakte publicaties leidt.”

Over het opkopen voor prijzen (ver) onder de taxatiewaarde:

“Uit het voorgaande volgt voldoende dat [de stichting] de bewoners essentiële informatie heeft onthouden waardoor zij de waarde van hun woning ten onrechte niet hoger inschatten (de waardesprong na omzetting en de 1,3 miljoen in onderhoudskas) en door [geïntimeerde] lage biedingen uitgebracht op woningen welke biedingen door [de stichting] werden aangeprezen als “realistisch” onder verwijzing naar de oude situatie van slechte verkoopbaarheid toen nog sprake was van woonrechten en hoge servicekosten. Tegen deze achtergrond zijn de woorden “te goedkoop”, “ver onder de taxatiewaarde” of “tegen bodemprijzen” zoals in de artikelen gebruikt niet lichtvaardig geuit.”

De Voorzieningenrechter had ook geoordeeld dat Trouw de beschuldigingen van derden “tot de hare” had gemaakt. Ook dat ziet het Hof anders. Het Hof wijst in dat kader op de boodschappersfunctie van de pers:

“Daarnaast moet worden opgemerkt dat het in bovengenoemd artikel gaat om beschuldigingen die door derden worden geuit ([D], [F]en beleggingsanalist [G]), die worden geciteerd, waarbij Trouw (enkel) als doorgeefluik fungeert en waarvoor Trouw – behoudens bijzondere omstandigheden die hier niet zijn gesteld en waarvan evenmin is gebleken – niet aansprakelijk is.”

Het Hof vernietigt het vonnis van de Voorzieningenrechter. De rectificatie op de voorpagina van Trouw kan uiteraard niet meer worden teruggedraaid, maar uit het online archief is hij verwijderd.

Trouw werd in deze zaak bijgestaan door Christien Wildeman.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Persrecht Tags: Belangenverstrengeling, boodschappersfunctie, Trouw, wederhoor

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Christien Wildeman

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report