Het District Court of California deed recentelijk uitspraak in een zaak die een vrouw had aangespannen tegen Warner Bros., Jennifer Lopez en Jane Fonda. En tegen nog zo’n 50 acteurs, productenten en filmdistributeurs die betrokken waren bij de fim ‘Monster-in-Law‘. De vrouw meende dat de film was gebaseerd op een door haar geschreven script dat ging over werkelijke problemen met haar eigen schoonmoeder. Monster-in-law maakte volgens de vrouw daarom inbreuk op haar auteursrechten. Om die reden meende zij recht te hebben op een deel van de opbrengst van de film. Haar vorderingen zijn door de Amerikaanse rechter afgewezen, omdat de procedure ‘without merit‘ -dus zonder grond- zou zijn gevoerd.
In de daarop volgende schadestaatprocedure heeft het California District Court bepaald dat de manier waarop de vrouw heeft geprocedeerd misbruik van procesrecht oplevert: de processtrategie van de vrouw (het dagvaarden van meer dan 50 personen en het voeren van vele zij-procedures) was er namelijk slechts op gericht om de kosten van de wederpartij zo ver mogelijk op te drijven. Kennelijk met het doel een schikking te bereiken. De ongeveer 4.000 uren die de advocaten van de gedaagden bij elkaar hebben besteed, in totaal bijna een miljoen Amerikaanse Dollar komen, dienen daarom volgens het District Court geheel voor rekening van de vrouw te komen.
De vrouw is inmiddels in beroep gegaan. De relatie met de schoonmoeder zal er in elk geval niet beter op zijn geworden.