Hofbiograaf Cees Fasseur mocht een oud kamerheer en algemeen secretaris van de koninklijke familie “de onrustzaaier” in het huwelijk van Juliana en Bernhard noemen in zijn boek over het huwelijk, zo oordeelde de rechtbank Amsterdam op 23 maart 2011.
Fasseur beschrijft in zijn biografie de periode in het huwelijk van Juliana en Bernhard tussen 1936 en 1959. De kinderen van de kamerheer vonden dat hun vader ten onrechte heel negatief werd afgeschilderd en vorderden een verklaring voor recht dat publicatie van het boek onrechtmatig was, het opnemen van een inlegvel met weerwoord, en een vergoeding voor immateriële schade. Ze beklaagden zich onder meer over de volgende passages uit het boek:
Onder de paragraaf, getiteld ‘de onrustzaaier’:
“[C]s activistische bedrevenheid met de pen, zijn ijdelheid en lichtgeraaktheid, de tegelijk gekwetste en pathetische toon die hij aansloeg als hij zijn gelijk wilde halen, het valt allemaal terug te vinden in zijn, aanvankelijk vooral over Bernhard lopende contacten met het prinselijk paar. De prins was nu eenmaal geen groot mensenkenner en een gemakkelijke prooi voor iemand als [C], die zeer charmant en dienstvaardig kon zijn en tegelijk een goed journalist was. (…) Door hem toe te laten tot hun intieme kennissenkring en door zijn benoeming in een prominente functie aan het hof hadden koningin en prins een paard van Troje binnengehaald. Hij werd een scheurmaker in hun huwelijk.”
Fasseur stelt dat hij zorgvuldig wetenschappelijk archief- en literatuuronderzoek heeft uitgevoerd, met verantwoording in talloze voetnoten en veel openbare bronnen, waaronder het archief van de kamerheer zelf.
Voor de gewraakte passages is voldoende steun te vinden in de feiten. Selecteren van feiten is een normaal onderdeel van het schrijfproces. Ook het feit dat de passages niet zijn voorgelegd aan de erven van de kamerheer maakt de publicatie niet onrechtmatig. De rechtbank bevestigt “dat er bij publicaties waarin over iemand wordt geschreven geen recht op inzage vooraf bestaat“. Uit niets blijkt ook dat de kinderen bij het ter inzage geven van het archief van hun vader hebben bedongen dat de biografie voorafgaand aan publicatie aan hen voorgelegd moest worden. De vorderingen worden afgewezen. De rechtbank bevestigt in deze uitspraak onomwonden dat geen inzagerecht bestaat voor een privacygevoelige publicatie. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens buigt zich nu over precies die vraag, voorgelegd door oud FIA baas Max Mosley. Mosley was te zien in een in het geheim door tabloid News of the World opgenomen sextape, die op internet verscheen. Over die zaak schreef ik eerder hier en hier op MediaReport. Het arrest in die zaak wordt binnenkort verwacht.