Het openbaar ministerie heeft besloten Gregorius Nekschot niet verder te vervolgen voor de cartoons die hij op zijn website plaatste. In mei 2008 werd de cartoonist, die achter het pseudoniem schuilgaat, door een indrukwekkend arrestatieteam van zijn bed gelicht. Op grond van verschillende omstandigheden heeft het OM ervoor gekozen de zaak, onder protest, te seponeren. Het arrondissementsparket Amsterdam is namelijk nog steeds van mening dat de cartoons, die beledigend voor Moslims zouden zijn, van Nekschot strafbaar zijn.
De hele affaire, die volgde op een aangifte uit 2005, gaat van het begin af aan gepaard met een flink staaltje machtsvertoon. De arrestie onder ‘begeleiding’ van tien agenten en de nachtelijke voorlopige hechtenis leidde destijds zelfs tot kamervragen. Het OM seponeert nu, omdat de cartoons niet meer op de website van Nekschot te vinden zijn, er geen nieuwe klachten zijn binnengekomen en hij een etmaal in voorlopige hechtenis heeft gezeten.
De vraag is of het OM niet voor eigen rechter speelt. In een persbericht stellen dat de cartoons strafbaar waren. En uitdrukkelijk noemen dat hij wel genoeg gestraft is (een nacht in de cel). Een medestander van Nekschot noemde gisteren bij Pauw en Witteman nog een reden voor seponering, die in de brief van het OM aan de advocaat zou staan. De ontstane publiciteit had namelijk ook meegewogen in het besluit. Het gevaar voor Nekschot dat hiermee was ontstaan, heeft kennelijk ook als een soort straf gediend. En dit alles zonder dat de rechter de kans heeft gehad zich erover te buigen.
Nekschot heeft begrijpelijkerwijs zelf aangegeven om veiligheidsredenen blij te zijn dat hij zijn identiteit geheim kan houden. Dit betekent echter ook dat hij niet kan optreden tegen de manier waarop het OM hem behandelt, omdat dat zijn anonimiteit weer in gevaar kan brengen.
Het OM heeft kennelijk aan Nekschot en andere cartoonisten het signaal af willen geven dat zij op hun tellen dienen te passen. Het is te hopen dat de politiek het OM en de verantwoordelijk Minister aanspreekt op het handelen van het OM in deze zaak.