• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Dataco – Sportradar: welke rechter is bevoegd bij internet-inbreuk op databankenrecht?

Dataco – Sportradar: welke rechter is bevoegd bij internet-inbreuk op databankenrecht?

24 oktober 2012 door Otto Volgenant

In welk land vindt een inbreuk op databankenrecht plaats als de data via het buitenland worden aangeleverd? Dat is van belang voor de vraag in welk land een procedure kan worden gestart. Deze casus gaat over Engels voetbal, Engelse gok-websites en een Duitse handelaar in informatie.

Dataco maakt de databank ‘Football Live’ in Engeland en Schotland. Het gaat om data van voetbalwedstrijden, die online worden gepubliceerd terwijl de wedstrijden worden gespeeld: scoreverloop, doelpuntenmakers, gele en rode kaarten, wissels etc. Dataco betaalt oud-voetballers die op de tribune de wedstrijden volgen en de gegevens doorgeven. Dit levert een databank op waarin substantieel is geïnvesteerd, aldus Dataco. Football Live is raadpleegbaar via internet.

Het Duitse bedrijf Sportradar gebruikt gegevens uit Football Live en stelt deze ter beschikking aan haar klanten, waaronder partijen in het Verenigd Koninkrijk zoals Bet365 en Stan James, die gokdiensten aanbieden gericht op de Britse markt. Is dat toegestaan, of kan Dataco dat met een beroep op haar databankenrecht verbieden? Welke rechter moet zich over deze vraag buigen, de Duitse of de Engelse? Dataco begint een procedure in Engeland, en Sportradar begint vrijwel tegelijkertijd een procedure in Duitsland. De Engelse rechter stelt prejudiciële vragen: welke rechter is bevoegd?

Het Hof van Justitie geeft als hoofdregel dat het databankenrecht binnen de Europese Unie niet is geüniformeerd, maar alleen geharmoniseerd, zodat databankenbescherming per Lidstaat in beginsel beperkt blijft tot het grondgebied van die Lidstaat. Kort gezegd: om inbreuken in Duitsland tegen te gaan moet je in Duitsland zijn, en om inbreuken in Engeland tegen te gaan moet je in Engeland zijn. Daarom is relevant in welk land Sportradar de gegevens uit de databank van Dataco hergebruikt. De webserver van Sportradar staat in Duitsland. Het hergebruik vindt via internet plaats, en kan dus ook door internetgebruikers buiten Duitsland worden geraadpleegd, in casu in Engeland. Maar toegankelijkheid van een Duitse website alléén is niet voldoende om vast te stellen dat het hergebruik in Engeland plaatsvindt.

De relevante vraag is of er aanwijzingen zijn dat Sportradar zich op het publiek in Engeland richt. Die aanwijzingen zijn er inderdaad: het gaat om gegevens van wedstrijden uit de Engelse competitie, Sportradar’s klanten zijn bedrijven die gokdiensten aanbieden in Engeland, bij de vergoeding die Sportradar vraagt wordt rekening gehouden met omvang van de Britse markt, en tenslotte zijn de gegevens in het Engels beschikbaar – en dat is niet de moedertaal van het Duitse Sportradar. De aanwijzingen gaan dus richting hergebruik in Engeland, en de Engelse rechter zal daarom bevoegd zijn om over het geschil te beslissen.

Deze uitspraak past goed in de jurisprudentie over de ‘gerichtheid’ van websites. Het enkele feit dat een website in een bepaald land toegankelijk is, is niet voldoende voor bevoegdheid van de rechter in dat land. Er moet meer zijn, namelijk ‘aanwijzingen’ dat de website zich op het publiek in een bepaald land richt. Uit andere procedures blijkt dat die aanwijzingen er al snel zijn, bijvoorbeeld de taal van de website of het hebben van een nationaal topleveldomein (als die anders zijn dan het land van website-houder), het feitelijk via een website kunnen doen van bestellingen die worden afgeleverd in een bepaald land, en het kopen van adwords om klanten uit een bepaald land naar de website te krijgen. Bij internetpublicaties die schade toebrengen zijn de criteria zelfs nog ruimer, het gaat dan niet om de ‘gerichtheid’ van de website, maar het ‘slachtoffer’ kan kiezen uit drie mogelijkheden: (a) de rechter in de lidstaat waar de uitgever van de online publicatie gevestigd is (voor de gehele schade), (b) de rechter in de lidstaat waar zich het ‘centrum van zijn belangen’ bevindt (voor de gehele schade), en (c) de rechter in een EU-lidstaat naar keuze (alleen voor schade opgetreden op het grondgebied van die lidstaat).

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Internetrecht Tags: databankenrecht, Dataco, HvJEU, internetjurisdictie, Sportradar

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Otto Volgenant

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report