• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Rechtenstudente mag dwangsommen niet executeren tegen GeenStijl

Rechtenstudente mag dwangsommen niet executeren tegen GeenStijl

14 februari 2011 door Joran Spauwen

geenstijl-logoGeenStijl heeft niet gehandeld in strijd met een verbod op ‘elke openbaarmaking, verveelvoudiging of verspreiding‘ van een omstreden internetfilmpje waarin een rechtenstudente op straat in Amsterdam is gefilmd. Dit verbod was GeenStijl op 11 september 2009 in kort geding opgelegd en zag op (delen van) een filmpje waarin de studente in beschonken toestand te zien was. De studente wilde EUR 150.000,- aan dwangsommen incasseren omdat er na betekening van het vonnis toch nog verboden content via internet toegankelijk zou zijn geweest vanaf de servers van GeenStijl. Het ging met name om plaatjes die volgens haar als los bestand (dus niet als deel van een website) oproepbaar waren via internet. GeenStijl betwistte dat de afbeeldingen nog toegankelijk waren via internet vanaf haar servers. De constatering van de deurwaarder was gebrekkig, en bewees in ieder geval niets meer dan dat de afbeeldingen vindbaar waren. Dat kon echter ook een cache geweest zijn, die elders was opgeslagen.

Volgens de voorzieningenrechter heeft GeenStijl het gebod in voldoende mate nageleefd. De rechter gebood in haar vonnis van 10 februari 2011 de studente de executie te staken, op straffe van een dwangsom. De voorzieningenrechter oordeelde allereerst dat, gezien de stellingen van partijen (GeenStijl wees op de mogelijkheid van caching), niet zonder meer kan worden aangenomen dat de afbeeldingen afkomstig zijn van de server van GeenStijl en dat na deze daar na de vonnisdatum nog online te vinden waren.

De rechter oordeelde verder dat ook wanneer de afbeeldingen nog wel op de servers van GeenStijl beschikbaar zouden zijn geweest, GeenStijl niet in strijd met het vonnis heeft gehandeld:

“[In het vonnis] is GS Media geboden om ‘elke openbaarmaking, verveelvoudiging of verspreiding’ van het filmpje of delen daaruit te staken en gestaakt te houden. Dat daaronder slechts zou moeten worden verstaan het ‘actief naar buiten pushen’, zoals GS Media heeft aangevoerd is een te strikte interpretatie. Ook als beelden op een website nog te zien zijn zonder dat daarvoor een actief handelen van GS Media is vereist, kan dat onder omstandigheden worden aangemerkt als ‘openbaarmaking, verveelvoudiging of verspreiding’. Anders dan [gedaagde] heeft betoogd moeten de desbetreffende beelden dan echter wel zonder uitgebreid zoeken toegankelijk zijn voor het (gewone internet) publiek, zonder dat daarbij gebruik wordt gemaakt van specifieke adressen. Dat dit hier aan de orde is, is niet aannemelijk geworden.

Voorshands is immers niet aangetoond dat de afbeeldingen na het vonnis op normale wijze vindbaar waren voor het publiek. De deurwaarder heeft de afbeeldingen namelijk alleen kunnen vinden door de specifieke bij punt 2.17 weergegeven adressen in te toetsen. Deze adressen … waren hem verstrekt door de raadsman van [gedaagde] … Niet is gesteld of gebleken dat de afbeeldingen op andere wijze, bij voorbeeld door het intoetsen van een trefwoord, of rechtstreeks via de websites van GS Media voor een gemiddelde internet bezoeker toegankelijk waren. Doel en strekking van het vonnis zijn dat het filmpje, beelden daaruit en de bijbehorende teksten niet meer op of via de GS Media websites te zien zijn voor het publiek en dat GS Media daartoe de benodigde handelingen diende te verrichten, die redelijkerwijs van haar verwacht konden worden.

Door het filmpje en de commentaren van haar websites te verwijderen, heeft zij destijds gedaan wat in haar vermogen lag. Als enkele afbeeldingen na een zeer gerichte zoekactie op basis van specifieke niet voor het publiek toegankelijke gegevens, daarna toch nog ergens op een plek op internet te vinden zijn, mogelijkerwijs via gegevens afkomstig van een aan GS Media gelieerde server, kan het niet verwijderd hebben daarvan, onder de hiervoor geschetste omstandigheden, in redelijkheid niet als een overtreding van het vonnis worden aangemerkt.”

GeenStijl werd in deze zaak bijgestaan door Jens van den Brink en Reindert van der Zaal.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Internetrecht, Persrecht Tags: dwangsommen, executiegeding, GeenStijl, openbaar maken, rechtenstudente

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Joran Spauwen

Tel: +31 20 5506 625
E-mail: joran.spauwen@kvdl.com
Bekijk profiel

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report