• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Ruzie over filmrechten op het boek Joe Speedboot

Ruzie over filmrechten op het boek Joe Speedboot

10 april 2008 door Christien Wildeman

Rechtbank Amsterdam 19 maart 2008

Is het boek altijd beter dan de film?
Filmklassieker The Shining van Stanley Kubrick met Jack Nicholson als de angstaanjagende “Here’s Johnny!” zou een uitzondering kunnen zijn. Ondanks het succes van de film dacht Stephen King, de auteur van het boek The Shining, daar anders over. Hij verafschuwde de film, distantieerde zich er openlijk van en wilde niet dat zijn naam op de aftiteling verscheen.
 
Jack Nicholson

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een auteur die ontevreden is over de verfilming van zijn boek is geen onbekend verschijnsel. Het leed is dan al geschied en er rest de auteur weinig anders dan zijn teleurstelling te uiten. Terwijl de auteur ooit mooie verwachtingen had, ooit was er vertrouwen. Dat was het moment waarop hij de filmmaatschappij/regisseur de filmrechten op zijn boek verkocht.

Dat was ook het geval toen Tommy Wieringa en zijn uitgever De Bezige Bij in 2006 filmmaatschappij IJswater Films uitverkoren de bestseller Joe Speedboot te verfilmen. De Bezige Bij stuurde IJswater Films een optieovereenkomst. Na een enkele wijziging werd die door beide partijen getekend en een persbericht werd de wereld ingestuurd dat IJswater Films de gelukkige was geworden. In de optieovereenkomst stond dat partijen in alle redelijkheid zouden onderhandelen over een definitieve licentieovereenkomst.

Onenigheid over het scenario
IJswater Films is vervolgens met een scenario aan de slag gegaan en stuurde Wieringa en De Bezige Bij de eerste 40 pagina’s. En daar ging het mis. Wieringa is uiterst ontevreden. Hij laat zijn advocaat antwoorden dat het script geen recht doet aan het verhaal van zijn boek en zijn waarde als schrijver aantast: “Het is niet het script van een kwaliteitsfilm voor het festival in Venetië. Tommy Wieringa is van mening dat zijn verhaal wordt gebanaliseerd en wordt teruggebracht tot een actiefilm waarin de fijnzinnigheid, de gelaagdheid en de psychologische ontwikkeling die kenmerkend zijn voor het boek ontbreken“. Wieringa had als enige partij de optieovereenkomst nog niet ondertekend en weigert dat nu ook te doen.

Op eigen verzoek krijgt IJswater Films de gelegenheid een nieuwe versie van het scenario te schrijven. Na ontvangst van de herziene versie laat Wieringa weten dat hij geen vertrouwen heeft dat het nog goed komt. IJswater Films laat zich niet zomaar afschepen en stelt zich op het standpunt dat de essentialia tussen partijen al zijn geregeld. Zij roept de haar verleende optie in en stapt naar de rechter. Primair vordert IJswater Films een verklaring voor recht dat zij met de optie het recht heeft verworven het boek “Joe Speedboot” te verfilmen. Subsidiair vordert zij De Bezige Bij en Tommy Wieringa te gebieden in redelijkheid te onderhandelen over een licentieovereenkomst. Meer subsidiair vordert zij schadevergoeding.

Het oordeel van de rechter
De rechter komt tot de volgende beslissing. Het verweer van Wieringa en De Bezige Bij dat geen optieovereenkomst tot stand zou zijn gekomen omdat Wieringa nooit heeft ondertekend houdt geen stand. De Bezige Bij voerde steeds nauw overleg met Wieringa. Omdat De Bezige Bij -zonder voorbehoud van toestemming door Wieringa – IJswater Films ter ondertekening een optieovereenkomst toestuurde, mocht IJswater Films erop vertrouwen dat deze overeenkomst tussen haar, De Bezige Bij en Wieringa tot stand was gekomen. Ook wegen de signalen die De Bezige Bij en Wieringa over de samenwerking naar buiten hebben gebracht hierbij mee.

De rechter deelt echter niet het standpunt van IJswater Films dat met de optie ook al het recht op verfilming zou zijn verkregen. De optieovereenkomst laat er namelijk geen misverstand over bestaan dat partijen een definitieve licentieovereenkomst in redelijkheid nog moeten uitonderhandelen. Die redelijkheid heeft er volgens de rechter aan de zijde van De Bezige Bij en Wieringa aan ontbroken. Maar omdat het conflict zich heeft toegespitst op het artistieke vlak ziet de rechter er ook weinig in partijen alsnog te veroordelen tot redelijke onderhandelingen.

In beginsel acht de rechter De Bezige Bij en Wieringa schadeplichtig wegens hun weigerachtigheid tot onderhandelen, maar daar koopt IJswater Films uiteindelijk niets voor. De rechter oordeelt namelijk dat IJswater Films geen schade heeft geleden, omdat niet aannemelijk is dat een definitieve licentieovereenkomst tussen partijen tot stand zou zijn gekomen. Wieringa zou immers als eis hebben gesteld dat hij moest instemmen met het scenario en IJswater Films heeft aangegeven daar niet akkoord mee te willen gaan. Alle vorderingen van IJswater Films worden dan ook afgewezen. Wieringa blijft (althans voorlopig) het lot van Stephen King’s verfilming The Shining bespaard. Of dat voor filmliefhebbers een gemis is zullen we nooit weten.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Internetrecht Tags: auteursrecht, film, filmrechten, Joe Speedboot, verfilming

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Christien Wildeman

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report