De rechtbank Midden-Nederland oordeelde dat de provincie Utrecht niet mag optreden tegen acht omgekeerde vlaggen langs de snelweg.
In deze zaak ging het om een boer in Baarn die vorig jaar acht omgekeerde Nederlandse vlaggen heeft geplaatst in zijn weiland langs de A1. De provincie Utrecht heeft de boer in april 2023 gelast om de omgekeerde vlaggen weg te halen, op straffe van een dwangsom. De geplaatste vlaggen zouden in strijd zijn met bepalingen uit de Interim Omgevingsverordening van de provincie Utrecht. Hierin is namelijk een provinciaal vlaggenverbod geregeld. De boer uit Baarn wil de omgekeerde vlaggen niet weghalen en heeft daarom bezwaar gemaakt tegen het besluit. In deze procedure verzoekt hij de voorzieningenrechter om de last onder dwangsom te schorsen, waarbij hij zich beroept op zijn recht op vrijheid van meningsuiting.
Vlaggenverbod is in strijd met vrijheid van meningsuiting
Partijen zijn het er over eens dat het ophangen van een omgekeerde Nederlandse vlag moet worden gezien als het uiten van een mening. Het is immers algemeen bekend dat omgekeerde vlaggen vanaf medio 2022 in het hele land worden gebruikt als uiting van onvrede over o.a. het stikstofbeleid van de overheid. De vlaggen worden om deze reden beschermd door het recht op vrijheid van meningsuiting. Het provinciale vlaggenverbod uit de verordening is, zo concludeert de voorzieningenrechter, in strijd met dit recht. Dit verbod maakt het namelijk onmogelijk om je te uiten door middel van een vlag in het gehele landelijke en onbebouwde gebied van de provincie. Hiermee wordt de reikwijdte die de Grondwet biedt om regels te stellen over de plaats van uitingen overschreden. Bij deze conclusie verwijst de voorzieningenrechter o.a. naar een uitspraak van de Raad van State over de tekst ‘Jezus redt’ op een boerderijdak, waarover al eerder werd gepubliceerd op Media Report.
Besluit onvoldoende gemotiveerd en disproportioneel
In het geval dat het provinciale vlaggenverbod wel rechtmatig zou zijn, voldoet het besluit van de provincie ook niet aan de vereisten die het EVRM stelt aan het beperken van de vrijheid van meningsuiting. Volgens de voorzieningenrechter blijkt uit de last onder dwangsom op geen enkele manier dat de provincie hierover een zorgvuldige afweging heeft gemaakt. Daar voegt zij aan toe dat steeds sprake is geweest van een rustige, stabiele situatie zonder dat de openbare orde werd verstoord. Er is dus geen sprake van een proportionele verhouding tussen het door de provincie beoogde doel – namelijk het beschermen van het landschap – en deze beperking.
Schorsing van het besluit
Doordat het provinciale vlaggenverbod in strijd is met het recht op vrijheid van meningsuiting en het genomen besluit niet voldoet aan de eisen die gesteld worden aan het beperken van dat recht, schorst de voorzieningenrechter de last onder dwangsom tot er een beslissing op het bezwaar is genomen. Voorlopig mag de boer zijn omgekeerde vlaggen dus gewoon laten staan.