• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Hoge Raad schaft geschriftenbescherming voor databanken definitief af

Hoge Raad schaft geschriftenbescherming voor databanken definitief af

20 januari 2014 door Jens van den Brink

PR Aviation biedt op haar websites consumenten de mogelijkheid vluchtgegevens te zoeken en prijzen van vluchten te vergelijken. Bezoekers kunnen vervolgens op de site van PR Aviation de vlucht met haar bemiddeling boeken. Ryanair stelt dat PR Aviation hierdoor inbreuk maakt op haar databankenrecht op de vluchtgegevens en op de auteursrechtelijke geschriftenbescherming. Ook zou PR Aviation onrechtmatig handelen. Zie hier onze eerdere post over het arrest van het Hof. De zaak belandde bij de Hoge Raad, die nu (eindelijk) korte metten maakt met de Hollandse geschriftenbescherming (ik beperk me in mijn commentaar even tot dit deel van het arrest). Voor databanken in elk geval.

En dat heeft nogal wat voeten in de aarde gehad. Al sinds het verlopen van de implementatiedeadline van de Databankenrichtlijn had het eigenlijk moeten zijn afgelopen met onze geschriftenbescherming. Want die richtlijn bepaalt dat een databank die voldoet aan de definitie van de richtlijn alleen auteursrechtelijk wordt beschermd als wordt voldaan aan de werktoets uit de richtlijn (eigen intellectuele schepping van de maker). En daar voldoet de geschriftenbescherming niet aan, die juist bescherming biedt aan onpersoonlijke geschriften. De Nederlandse wetgever heeft de richtlijn echter fout geïmplementeerd, door de definitie van “databank” en de eisen voor sui generis bescherming van een databank door elkaar te husselen.

De definitie van “databank” in de richtlijn omvat niet de eis dat ook substantieel is geïnvesteerd. Die eis geldt alleen voor de sui generis bescherming van databanken. De fout van de Nederlandse wetgever bestaat eruit dat de definitie van “databank” in de Nederlandse Databankenwet opeens ook de eis bevat dat sprake moet zijn van een substantiële investering. Terwijl die eis volgens de richtlijn alleen zou moeten gelden voor de vraag of een databank valt onder de sui generis bescherming.

De eis dat een databank alleen auteursrechtelijk wordt beschermd als voldaan is aan het oorspronkelijkheidscriterium uit de richtlijn geldt voor alle databanken (d.w.z. ook databanken waarin niet substantieel is geïnvesteerd). Doordat de Nederlandse wet ten onrechte voor alle databanken de eis van substantiële investering stelt, kon de geschriftenbescherming nog jaren voortbestaan voor databanken waarin niet substantieel was geïnvesteerd. Want die vielen niet onder de definitie van “databank” en daar gold het oorspronkelijkheidscriterium dus niet voor, zo werd geredeneerd. Tot de komst van het Football Dataco arrest, waarin nog eens werd bevestigd dat een databank alleen auteursrechtelijk kan worden beschermd als sprake is van een eigen intellectuele schepping.

Maar nog hield de geschriftenbescherming stand. Want, zo vond in elk geval de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam, fout of geen fout van de Nederlandse wetgever, buiten toepassing laten van de geschriftenbescherming zou wel eens contra legem kunnen zijn.

De Hoge Raad maakt daar nu korte metten mee, en oordeelt kort samengevat:

  • De wetgever heeft een fout gemaakt bij implementatie van de Databankenrichtlijn.
  • De rechter moet het nationale recht zoveel mogelijk richtlijnconform uitleggen;
  • De Nederlandse wetgever had de intentie om de Databankenrichtlijn correct te implementeren;
  • Artikel 10 lid 1 onder 1° Auteurswet is mede gebaseerd op de veronderstelling dat de daarin bedoelde “andere geschriften” vatbaar zijn voor auteursrechtelijke bescherming (waarmee de Hoge Raad het argument passeert dat de geschriftenbescherming helemaal geen auteursrechtelijk beginsel is);
  • een databank die niet voldoet aan het oorspronkelijkheidscriterium uit de richtlijn is niet vatbaar voor auteursrechtelijke bescherming;
  • Die wetsuitleg is niet contra legem en niet strijdig met het rechtszekerheidsbeginsel. Want de formulering van art. 10 lid 1 onder 1° Aw laat deze uitleg gewoon toe. Het is namelijk lang zoeken naar een wettelijke bepaling waarin de geschriftenbescherming staat.

De geschriftenbescherming, ooit in het leven geroepen door de Hoge Raad, is zo door diezelfde raad weer de nek om gedraaid. Vooruitlopend op de wetswijziging die al in aantocht was.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Auteursrecht, Intellectuele Eigendom, Internetrecht Tags: auteursrecht, databankenrecht, databankenrichtlijn, geschriftenbescherming, oorspronkelijkheidscriterium, Ryanair

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Jens van den Brink

Tel: +31 20 5506 843
E-mail: jens.van.den.brink@kvdl.com
Bekijk profiel

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report