• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Laatste akte (?) van de Endstra-tapes: Karel van het Reve heeft het laatste woord

Laatste akte (?) van de Endstra-tapes: Karel van het Reve heeft het laatste woord

19 juli 2013 door Emiel Jurjens

Het is een echte auteursrecht-klassieker: de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak over het boek “De Endstra Tapes” (lees deze noot van Hugenholtz voor de achtergronden). In deze uitspraak casseerde de HR het oordeel van het Hof Amsterdam dat voor auteursrechtelijke bescherming vereist zou zijn dat een werk “bewust” of als een “coherente creatie” gemaakt moest zijn. De HR verwees de zaak terug naar het Hof Den  Haag ter verdere behandeling en beslissing en het Hof heeft deze week (vijf jaar later) zijn oordeel gegeven in deze procedure. Daarmee is dit vermoedelijk één van de langste kort gedingen. Het Hof oordeelt dan ook dat de erven Endstra geen spoedeisend belang meer hebben bij hun vorderingen. Het Hof overweegt daartoe dat is aangevoerd dat er nog maar een paar exemplaren van “De Endstra Tapes” per maand worden verkocht. Daardoor ondervinden de erven Endstra geen “doorlopende schade van betekenis”. Bovendien kan het lange wachten voordat deze procedure bij het Hof is ingesteld door de erven Endstra maar gedeeltelijk worden gerechtvaardigd (door onder andere schikkingsonderhandelingen). Tot slot neemt het Hof mee dat Nieuw Amsterdam c.s. “een kleine onderneming en twee journalisten zijn die niet beschikken over budgetten om langdurige juridische gevechten te voeren”.

Auteursrecht

Ondanks het feit dat de zaak al spaak loopt op het spoedeisend belang, ziet het Hof “niettemin aanleiding om in te gaan op het inhoudelijke geschil tussen partijen”. Eerst overweegt het Hof dat de Nederlandse en Europese werktoets de facto hetzelfde zijn (met verwijzing naar de recente Stokke uitspraken). In Nederland is de toverformule “eigen, oorspronkelijk karakter en persoonlijk stempel”, in Europa heet het de “eigen intellectuele schepping”. De toets die de HR in haar Endstra-tapes arrest heeft aangelegd is dus nog steeds, ook na verschillende uitspraken van het HvJ EU over de werktoets, van toepassing.

De HR oordeelde in dit arrest dat het Hof terecht had vastgesteld dat de achterbankgesprekken een eigen karakter hadden, maar dat het de verkeerde maatstaf had aangelegd bij de beoordeling of ze een persoonlijk stempel hadden:

“De eis dat het voortbrengsel het persoonlijk stempel van de maker moet dragen betekent dat sprake moet zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus voorbrengsel is van de menselijke geest. Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve aarbeid van welke aard ook valt aan te wijzen.”

Hier borduurt het Hof op verder. Beslissend daarvoor is – curieus maar fraai – een passage uit “O’Hara” van Karel van het Reve, waarin deze toelicht waarom hij de schrijver John O’Hara bewondert:

“Hij is geweldig goed in gesprekken. Er wordt heel wat afgepraat in zijn romans en verhalen en het lijkt of hij de Amerikaanse spreektaal met grote getrouwheid weergeeft – terwijl dat eigenlijk niet kan, want als je een gesprek van twee mensen op de band opneemt en getrouwelijk uittikt, krijg je een tekst waar geen touw aan vast te knopen is“. (onderstreping MR)

Het Hof volgt deze redenering en constateert dat de transcripties van de achterbankgesprekken “nauwelijks leesbaar” zijn. Het Hof overweegt: “Bij mondelinge communicatie liggen de eisen voor begrijpelijkheid klaarblijkelijk anders/lager dan bij schriftelijke communicatie”. Dit heeft auteursrechtelijke consequenties voor de transcripties van de achterbankgesprekken. Nu de transcripties  bestaan uit een “schier eindeloze reeks onafgemaakte, slecht lopende en ronduit kromme zinnen”, wijst de vormgeving van het voortbrengesl er niet op dat er sprake is geweest van creatieve, scheppende arbeid (of een intellectuele schepping). Het Hof sluit aan bij de formuleringen van de HR en concludeert dat het bij de achterbankgesprekken gaat om een “banaal of triviaal vormgegeven gesprek”. Kortom: geen persoonlijk stempel, dus ook geen auteursrechtelijke bescherming.

De erven Endstra hadden nog aangevoerd dat mondelinge voordrachten, dagboekaantekeningen, brieven en jazz-improvisaties doorgaans door auteursrecht beschermd worden. Dat kan zo wel zijn, zo riposteert het Hof, maar in zulke voortbrengsels is “in de regel een duidelijke en het banale overstijgende vormgeving te onderkennen die in gewone gesprekken, met de daaraan (in het algemeen) inherente zeer gebrekkige zinsbouw ontbreekt”.

Daarmee lijkt – tenzij de erven Endstra een bodemprocedure starten – deze zaak tot een einde gekomen, en heeft Karel van het Reve het laatste woord gehad in deze auteursrechtelijke discussie.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Auteursrecht, Intellectuele Eigendom, Persrecht Tags: Endstra-tapes, spoedeisend belang, werktoets

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Emiel Jurjens

Tel: +31 20 5506 677
E-mail: emiel.jurjens@kvdl.com
Bekijk profiel

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report