Gratis WiFi zonder wachtwoord (Open Wifi) is handig als je even snel het internet op wil. Bijkomend voordeel is dat het redelijk anoniem kan zijn. Die anonimiteit kun je ook misbruiken door bijvoorbeeld onrechtmatige content het internet op te slingeren of ‘illegaal’ een verse aflevering van je favoriete serie te kijken. Vervelend voor de rechthebbende, want deze anonieme downloaders zijn moeilijk te achterhalen. Liever spreken zij daarom de aanbieder van het open-wifinetwerk aan. Het EU Hof heeft vandaag bevestigd dat dit in principe niet kan.
Open Wifi van Mc Fadden
De uitspraak volgt in de Mc Fadden-zaak, waarin een winkeleigenaar met gratis ‘open wifi’ zich beriep op de status als internettussenpersoon (ISP) en de safe harbour bescherming. Die bescherming zorgt ervoor dat ISP’s (access, caching en hosting) niet aansprakelijk gehouden kunnen worden voor de content van derden die door hun systemen vliegt. Sony Music (eiser in deze zaak) vond dat Mc Fadden geen recht had op deze bescherming omdat hij zijn WiFi gratis ter beschikking stelde.
Uit het persbericht blijkt dat het EU Hof open-wifiaanbieders in bescherming neemt:
“Vervolgens bevestigt het Hof dat wanneer de drie hierboven vermelde voorwaarden zijn vervuld, een dienstverlener die, zoals Mc Fadden, toegang verschaft tot een communicatienetwerk, niet aansprakelijk is. Bijgevolg kan de houder van auteursrechten van die dienstverlener geen vergoeding vorderen op grond dat het netwerk door derden is gebruik om inbreuk op zijn rechten te plegen. Aangezien een dergelijke schadevordering niet kan slagen, is ook uitgesloten dat de rechthebbende kan verzoeken om vergoeding van de kosten van ingebrekestelling en de gerechtskosten in verband met die vordering.”
Toch verboden?
Wel vindt het EU Hof dat een rechter grenzen moet kunnen stellen als blijkt dat een open wifi verbinding (té veel?) gebruikt wordt voor inbreukmakende activiteiten. De rechter mag namelijk wel maatregelen opleggen om deze inbreuken te beperken, zoals het invoeren van een wachtwoord:
“Ten slotte oordeelt het Hof dat een bevel op grond waarvan de internetaansluiting moet worden beveiligd door middel van een wachtwoord een evenwicht kan verzekeren tussen, enerzijds, de intellectuele-eigendomsrechten van de rechthebbenden en, anderzijds, de vrijheid van ondernemerschap van de toegangverschaffers en het recht op vrijheid van informatie van de netwerkgebruikers. Het Hof merkt met name op dat een dergelijke maatregel de gebruikers van een netwerk ervan kan weerhouden om inbreuk te maken op intellectuele-eigendomsrechten. In dat verband benadrukt het Hof niettemin dat, om te verzekeren dat dit afschrikkend effect aanwezig is, het noodzakelijk is dat de gebruikers, om te vermijden dat zij anoniem handelen, worden verplicht hun identiteit bekend te maken alvorens zij het vereiste wachtwoord kunnen verkrijgen.”
De maatregelen mogen echter niet té ver gaan:
“De richtlijn sluit daarentegen uitdrukkelijk uit dat een maatregel wordt vastgesteld die ziet op de controle van de via een bepaald netwerk doorgeven informatie. Evenzo zou een maatregel bestaande in het volledig blokkeren van de internetaansluiting zonder de vaststelling te overwegen van maatregelen die de vrijheid van ondernemerschap van de toegangverschaffer minder aantasten, voormelde concurrerende rechten niet met elkaar kunnen verzoenen.”
Status Open Wifi en IP-adressen
De conclusie van het EU Hof biedt een interessante kijk op open wifi-netwerken en het IP-adres dat hierbij hoort. Het opspeuren van inbreuken op het internet gebeurt op basis van IP-adressen. Er is discussie of dit voldoende bewijs biedt (zie hierover eerder ons bericht over de Belirex-zaak). Zo gaan bijvoorbeeld alle gebruikers van open wifi met één IP-adres het internet op. De vraag was of je een inbreuk door één van die gebruikers de open wifi-aanbieder kan aanrekenen. Het EU Hof impliceert dat dit niet het geval is. Wel kan de rechter blijkbaar onder omstandigheden een bevel opleggen een wachtwoord in te voeren. De rechter kan het dus verbieden. Onder welke omstandigheden dat kan is de vraag.