Op 21 september jl. werd door de NCRV in het programma ‘Netwerk’ de reportage ‘Noorse Broeders: wel geld verdienen, geen belasting betalen‘ uitgezonden. In de reportage werd gesteld dat de Noorse Broeders veel geld verdienen aan het arbeidsbureau ‘DWN Service’, dat door hen zelf is opgericht. DWN Service zet de door haar klanten gevraagde medewerkers in als vrijwilligers en staat de opbrengst volledig af aan de Stichting Christelijke Gemeente Nederlands (CGN). De geloofsgenoten van CGN worden de ‘Noorse Broeders’ genoemd. DWN Service en CGN zijn door de Belastingdienst aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling. Hierdoor zijn ze vrijgesteld van onder meer inkomsten- en vennootschapsbelasting.
In de reportage komt onder andere FNV vertegenwoordiger Nuyten aan het woord. Hij stelt onder meer: “Het is bewuste ontduiking van de wet op het minimumloon en CAO en van de loonbelasting en sociale premies en ik vind dit ongehoord dat dit op deze manier gebeurt“. Verder stelt hij “Ik vind het te gek dat de belastingdienst dit accepteert en dat wij via de belastingdienst gewoon een toch wel enigszins dubieuze instelling aan het subsidiëren zijn (…)“.
DWN Service spant vervolgens een kort geding aan tegen de NCRV en de FNV en eist onder meer verwijdering van verwijzingen naar de reportage en rectificatie van de uitingen. Zij stelt ten onrechte te worden beschuldigd van belastingontduiking en belastingfraude. De NCRV meent dat zij de reportage met de nodige zorgvuldigheid heeft gemaakt. Verder stelt de NCRV dat de constructie die DWN Service hanteert weliswaar rechtmatig is, maar dat dat niet betekent dat dit niet aan de orde mag worden gesteld in een journalistiek programma. De FNV sluit zich hierbij aan.
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam deed op 12 november jl. uitspraak. Allereerst stelde de voorzieningenrechter dat toewijzing van de vorderingen van DWN Service een beperking inhoudt op het recht op vrijheid van meningsuiting. Zo’n beperking is alleen toegestaan als hiervoor een wettelijke grondslag is en als dit noodzakelijk is in een democratische samenleving. Het belang van DWN Service om niet te lichtvaardig te worden blootgesteld aan publiciteit die haar eer en goede naam kan aantasten, wordt door de voorzieningenrechter afgewogen tegen het belang van de NCRV om misstanden aan de kaak te stellen. De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat de NCRV haar bevindingen op zorgvuldige en objectieve wijze heeft gepubliceerd. De NCRV heeft daarom niet onrechtmatig gehandeld. Ook de vorderingen tegen de FNV worden afgewezen. De voorziengenrechter meent dat de feiten waarop de FNV tot haar conclusie is gekomen onomstreden zijn. Verder is de FNV vrij de door haar geuitte waardeoordelen uit te spreken. Alle gevraagde voorzieningen worden dan ook afgewezen.