Één zwaluw maakt nog geen zomer, zo weet ook Pretium nadat zij wederom door een rechter in het ongelijk is gesteld. Het hof in Den Haag heeft op 21 juli jl. in hoger beroep geoordeeld dat het tv-programma Radar in haar berichtgeving over praktijken van telecombedrijf Pretium toch zorgvuldig te werk is gegaan.
Tros ging in hoger beroep bij het hof naar aanleiding van het vonnis van de voorzieningenrechter van 13 februari 2009. De vorderingen van Pretium werden daarin grotendeels toegewezen. De uitzendingen over Pretium moesten van de website van Radar worden gehaald en Radar moest een pijnlijke rectificatie uitzenden.
Het hof stelt voorop dat het ongevraagd bellen van burgers al langer tot irritatie en ergernis leidt in de samenleving. Hoewel bedrijven die aan “cold calling” doen geacht worden extra zorgvuldig te werk te gaan, blijkt uit het onderzoek van Radar volgens het hof dat de handelswijze van Pretium niet aan de hieraan gestelde eisen voldoet.
Gezien de aanhoudende ruis rondom het telecombedrijf en de doelstelling van het tv-programma is het hof van mening dat de gekozen onderzoeksmethode in de gegeven omstandigheden niet onrechtmatig is jegens Pretium. In het kader van deze afweging komt de vrijheid van meningsuiting een bijzondere plaats toe, omdat de pers zijn ‘vital role’ van ‘public watchdog’ moet kunnen spelen.
Radar zal onder meer de eerder uitgesproken rectificatie mogen rectificeren. De vraag is nu of de VARA de aan haar recent opgelegde rectificatie (zie het eerdere bericht hierover op Media Report) ook van tafel weet te krijgen.