Op 22 april deed de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak in een door Woondirect B.V. (inmiddels hernoemd tot Huurbegeleiding B.V.) tegen Omroep MAX aangespannen procedure. Woondirect had Omroep MAX gedagvaard vanwege een uitzending van Tijd voor MAX van 13 januari 2014 waarin kritische aandacht werd besteed
aan de werkwijze van Woondirect. Woondirect biedt via haar website een zgn. ‘huurakte’ aan die het voor huurders in spe gemakkelijker zou moeten maken om aan de inkomenseis voor huurwoningen te voldoen. Deze huurakte bestaat uit een ‘akte van cessie’ en een document ‘definitie en voorwaarden van de huurakte’. Klanten worden telefonisch benaderd en ondertekenen de documenten met een digitale handtekening. Aan de akte zijn kosten verbonden van (destijds) eenmalig 490,- euro en jaarlijks 95,- euro.
In Tijd voor MAX vertelt een voormalige klant over haar ervaringen met Woondirect en de door haar digitaal ondertekende documenten. Deze mevrouw zegt dat zij compleet verrast was toen bleek dat ze door het zetten van een digitale handtekening vast zat aan de overeenkomst en kosten moest betalen, die ook nog eens werden ingehouden op haar pensioen. De MAX Ombudsman adviseert haar dan in de uitzending.
De rechter merkt op dat het recht op vrijheid van meningsuiting met zich brengt dat het een programma in zekere zin vrij staat te overdrijven en/of te provoceren. Omroep MAX heeft volgens de kantonrechter de grenzen van de maatschappelijke zorgvuldigheid niet overschreden.
Voorafgaand aan de uitzending heeft Omroep MAX telefonisch contact gehad met Woondirect. Volgens Woondirect was er daarbij onvoldoende sprake van hoor en wederhoor. Maar, aldus de rechter, zelfs als het wederhoor inderdaad gebrekkig was, dan maakt dat de uitzending niet onrechtmatig. Er bestaat geen absoluut recht op wederhoor.
De kantonrechter wijst de vorderingen van Woondirect af.
Omroep MAX werd in deze procedure bijgestaan door Jens van den Brink.