• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » In hoger beroep bevestigd: sigarettenparodie mag

In hoger beroep bevestigd: sigarettenparodie mag

19 juli 2013 door Thijs Butter (student-stagiaire)

In 2009 vierde Het Ketelhuis, een Amsterdamse bioscoop, zijn tiende verjaardag. Ter ere van dit jubileum werd een poster gemaakt met een parodie op het sigarettenpakje van Lucky Strike, met daarbij de ludieke waarschuwing: “Nederlandse films gaan je aan het hart”. Echter, zoals wij eerder berichtten, meende de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) dat de vertoning van het logo van een tabaksfabrikant in strijd was met het in de Tabakswet neergelegde verbod om reclame te maken voor tabaksproducten en legde Het Ketelhuis een boete op.

Het Ketelhuis ging tegen de opgelegde boete in beroep en werd door de rechtbank in het gelijk gesteld. Naar het oordeel van de rechtbank was het verbod om logo’s van tabaksfabrikanten te gebruiken alleen bedoeld om te voorkomen dat het reclameverbod op tabaksproducten wordt omzeild. De VWA ging tegen deze beslissing in hoger beroep bij het College van beroep voor het bedrijfsleven (CBB). Het CBB heeft nu definitief uitspraak gedaan en geoordeeld dat de boete onterecht was opgelegd.

Het CBB baseert zich, net zoals de rechtbank, voornamelijk op de bedoeling van de wetgever. De wetgever heeft het verbod op tabaksreclame niet ingesteld om elke afbeelding van een sigarettenpakje te verbieden, maar slechts voor zover er sprake is van (sluik)reclame of sponsoring. De parodiërende poster van Het Ketelhuis is niet bedoeld om sluikreclame te maken voor Lucky Strike of tabaksproducten in het algemeen, maar ter promotie van Het Ketelhuis zelf en de Nederlandse film. De poster is daarom niet in strijd met het reclameverbod uit de Tabakswet.
De VWA had tevergeefs betoogd dat de poster onvermijdelijk de behoefte aan het roken van sigaretten stimuleert, maar dit betoog wordt niet gevolgd door het CBB. Ook het argument dat de intentie van de makers van de poster niet uitmaakt bij het opleggen van een boete houdt geen stand. Als duidelijk is dat niet geprobeerd wordt (sluik)reclame te maken, mag er in principe geen verbod worden opgelegd.

Het Ketelhuis werd in deze procedure bijgestaan door Joran Spauwen van Kennedy Van der Laan.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Reclamerecht Tags: CBB, Het Ketelhuis, reclame, Tabaksreclame, VWA

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Thijs Butter (student-stagiaire)

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report