Jaarlijks worden op het Gouden Televizier-Ring Gala in oktober de prijzen voor de belangrijkste Nederlandse televisieprogramma’s uitgereikt. Televisieprogramma’s kunnen op dit evenement onder andere verschillende Televizier-ster prijzen winnen. De rechtbank Midden-Nederland deed op 6 september 2021 uitspraak over de vraag of het online programma ‘Roddelpraat’ nog toegelaten moest worden tot de nominatieronde voor de Televizier-Ster online videoserie, nadat het programma door de organisatie van de verkiezing hiervan was uitgesloten.
Roddelpraat stond in eerste instantie niet op de door de jury samengestelde longlist van televisieprogramma’s die in aanmerking kwamen voor een nominatie van deze prijs. Toch bemachtigde Roddelpraat een plek op de tussentijdse nominatielijst doordat een deel van het publiek het programma via het open invoerveld op het stemmingsformulier had toegevoegd. Daarna besloot de organisatie van de prijs het programma uit te sluiten voor de verkiezing.
De programmamakers Jan Roos en Dennis Schouten vorderden dat Roddelpraat weer zou worden toegelaten tot de nominatieronde en dat de stemming voor deze nominatieronde opnieuw zou worden uitgevoerd. Volgens de programmamakers was er sprake van wanprestatie en zou de organisatie onrechtmatig hebben gehandeld door ze op deze manier uit de verkiezing te zetten.
De rechter oordeelde:
- Er is geen sprake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Daarvoor is aanbod en aanvaarding nodig. Noch het organiseren van de Televizier-ster verkiezing, noch de plaatsing op de lijst voor de kwalificatieronde kan worden aangemerkt als een aanbod.
- De organisatie van de Televizier-ster verkiezing heeft volgens de rechter wel in strijd gehandeld met “hetgeen volgens de ongeschreven regels in het maatschappelijk verkeer betaamt”, onder meer omdat de organisatie pas op het moment van de stemming meedeelde dat Roddelpraat werd uitgesloten, terwijl deze mededeling volgens de rechter ook eerder gedaan had kunnen worden.
- Er is geen sprake van schade aan de kant van Roddelpraat door het handelen van Televizier. De programmamakers stelden dat zij schade hadden geleden omdat hen de kans was ontnomen om op nationale televisie een prijs te winnen, wat in meer aanzien zou hebben geresulteerd en waarmee ook een ander publiek bereikt had kunnen worden. Maar omdat uit verschillende uitingen in de pers van de programmamakers blijkt dat zij niets om de Televizier-ster prijs geven, ging de rechter hier niet in mee. Ook vond de rechter dat door de publicatie van het besluit tot uitsluiting van de verkiezingen en de aankondiging van dit kort geding al een nieuw publiek is bereikt.
Al met al oordeelde de rechter dat de organisatie van de Televizier-Ster verkiezing in beginsel wel programma’s mag uitsluiten van deelname, maar dat er in dit geval sprake was van onzorgvuldig handelen aan de kant van de organisatie. Dit betekent echter niet dat Roddelpraat alsnog toegelaten moet worden tot de nominatieronde, omdat er geen sprake is van daadwerkelijke schade aan de kant van de makers van Roddelpraat. De vorderingen van roddelpraat weerden dan ook afgewezen.
Televizier werd bijgestaan door Jens van den Brink en Lotte Oranje.