• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » HR in Dahabshiil – Welk recht is van toepassing op onrechtmatige internet-publicaties?

HR in Dahabshiil – Welk recht is van toepassing op onrechtmatige internet-publicaties?

9 november 2016 door Fabienne Dohmen

Over deze vraag heeft de Hoge Raad zich enige tijd geleden gebogen in de Dahabshiil zaak.

Dahabshiil, een internationaal geldtransactiebedrijf met een voornamelijk Somalische clientèle, kwam in het geweer tegen een aantal online publicaties van een in Nederland woonachtige Somaliër. De Somaliër betichtte Dahabshiil van banden met terrorisme, aanzetten tot moord en aanzetten tot strafbare feiten in diverse artikelen op zijn websites.

Dahabshiil stelt in haar eer en goede naam geschonden te zijn en vordert in kort geding verwijdering van de publicaties en rectificatie op grond van een onrechtmatige daad. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af omdat hij de zaak te complex acht in kort geding af te doen en er een onvoldoende spoedeisend belang was gelet op het tijdsverloop tussen deze zaak en de data van de publicaties: 2009, 2010 en 2011. Dahabshiil gaat in beroep en de zaak komt bij het hof Den Bosch.

Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen toe. Het hof oordeelt dat de Nederlandse rechter bevoegd is van het geschil kennis te nemen. Ook oordeelt het hof dat de vorderingen van Dahabshiil naar Engels recht beoordeeld moeten worden. Het hof past daartoe artikel 4 van de Rome II Verordening toe.

Rome II bepaalt welk recht van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen in grensoverschrijdende gevallen. Artikel 4 Rome II bepaalt dat op een onrechtmatige daad het recht van het land ‘waar de schade zich voordoet’ van toepassing is.

Het hof overwoog dat de schending van de eer en goede naam van Dahabshiil zich in een groot aantal landen, waaronder Nederland, kon voordoen, omdat de websites waarop de uitlatingen zijn gedaan wereldwijd te raadplegen zijn. Op grond van artikel 4 Rome II zou dat leiden tot toepassing van verschillende rechtstelsels, wat het hof onwenselijk vond. Om hier het hoofd aan te bieden, heeft het hof, conform de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU (“HvJEU”) in het eDate en Martinez arrest, aansluiting gezocht bij de uitleg van het begrip ‘plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen’ uit artikel 5 van de EEX Verordening, die daar in het eDate en Martinez arrest aan is gegeven. De EEX Verordening bepaalt welke rechter bevoegd is kennis te nemen van een grensoverschrijdend geschil in burgerlijke- en handelszaken (ook wel rechtsmacht genoemd).

Het HvJEU heeft in het eDate en Martinez arrest bepaald dat de gevolgen van op internet geplaatste content voor de persoonlijkheidsrechten van een persoon het best kunnen worden beoordeeld door het gerecht van de plaats waar het beweerde slachtoffer ‘het centrum van zijn belangen heeft’. Dit betekent volgens het HvJEU dat artikel 5 EEX Verordening zo moet worden uitgelegd: “dat de persoon die zich geschaad acht door een schending van een persoonlijkheidsrecht door op internet geplaatste content, een vordering tot vergoeding van zijn volledige schade (ook) kan instellen bij de rechter van de plaats waar die persoon het centrum van zijn belangen heeft.”

Het HvJEU bepaalt dat het ‘centrum van zijn belangen’ meestal de gewone verblijfplaats van een persoon is, tenzij er aanwijzingen zijn dat de persoon een nauwe band heeft met een andere lidstaat, bijvoorbeeld doordat hij zijn beroep in een andere lidstaat uitoefent.

Het hof Den Bosch vindt dat het criterium ‘het centrum van zijn belangen’ uit eDate analoog toegepast kan worden om het begrip land ‘waar de schade zich voordoet’ uit artikel 4 Rome II uit te leggen. Het hof concludeert vervolgens dat het centrum van de belangen van Dahabshiil in Engeland ligt omdat het hoofdkantoor van Dahabshiil in Engeland is gevestigd. Daarmee is Engels recht van toepassing op de vorderingen van Dahabshiil.

De Somaliër stelt cassatie in. Hij vindt dat het hof ten onrechte de uitleg van artikel 5 EEX Verordening analoog heeft toegepast in deze zaak.

De Hoge Raad oordeelt dat: “Uit de considerans van Rome II blijkt dat de wetgever van de Europese Unie het van belang acht dat het materiële toepassingsgebied en de bepalingen van Rome II stroken met (onder meer) de EEX Verordening. In het licht van een en ander staat het de rechter vrij om bij de uitleg van in Rome II gehanteerde begrippen gebruik te maken van het begrippenstelsel van de EEX Verordening en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het HvJEU.

Daarbij is echter van belang dat de door de wetgever van de Europese Unie wenselijk geachte samenhang tussen Rome II en de EEX Verordening niet ertoe kan strekken dat aan een bepaling van Unierecht een uitleg wordt gegeven die niet strookt met het stelsel en de doelstellingen van de verordening waarin die bepaling is opgenomen (vgl. HvJEU 16 januari 2014, zaak C-45/13, ECLI:EU:C:2014:7, NJ 2014/365 (Kainz/Pantherwerke), rov. 20).

De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het hof  en wijst de klacht van de Somaliër af.

Met deze zaak heeft de Hoge Raad verduidelijkt dat bij het bepalen welk recht van toepassing is op een onrechtmatige internet-publicatie, de regel in artikel 4 Rome II ‘het recht van het land waar de schade zich voordoet’ nader ingevuld wordt door het criterium ‘waar het beweerde slachtoffer het centrum van zijn belangen heeft’ zoals volgt uit het eDate en Martinez arrest.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Entertainment, Internetrecht, Persrecht Tags: EEX-Verordening, internationaal privaatrecht, Internetpublicaties, jurisdictie, online publicatie, onrechtmatige daad, rechtsmacht, Rome II

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Fabienne Dohmen

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report