In een langlopende procedure tussen MTV Networks en Adlink Internet Media heeft MTV aan het langste eind getrokken. Adlink moet een fiks bedrag (ruim 600.000,- euro) aan MTV betalen wegens niet-nagekomen verplichtingen. De zaak had betrekking op de verkoop van advertentieruimte op de websites van MTV. MTV had daartoe een overeenkomst gesloten met Adlink, dat op exclusieve basis zorg zou dragen voor de verkoop van banners en dergelijke. Adlink had MTV bij aanvang van de samenwerking een minimum garantie gegeven: kwamen de maandelijkse opbrengsten van de advertentieverkopen niet boven een bepaald bedrag uit, dan zou Adlink zorgen voor aanvulling van de inkomsten voor MTV tot het garantiebedrag.
Het contract was echter niet ondertekend en Adlink stelde dat ze nog onder die garantie uitkon, toen die voor haar minder gunstig uitpakte. Adlink weigerde vervolgens MTV de minimum garantie uit te keren, en beriep zich daarbij op een voorbehoud dat zij gemaakt zou hebben tijdens de onderhandelingen. MTV beriep zich onder meer op het niet ondertekende contract, facturen waarop Adlink de minimum garantie zelf had verwerkt en emailverkeer waaruit bleek dat de garantie was overeen gekomen.
MTV stapte naar de rechter en kreeg gelijk. De rechtbank oordeelde dat de afspraken over een minimum garantie onverminderd golden, en dat Adlink dan ook verplicht was om MTV de achterstallige betalingen te voldoen. Adlink liet het er niet bij zitten en ging in hoger beroep. Het Hof Amsterdam heeft nu het oordeel van de rechtbank bevestigd. Adlink moest het volledige bedrag aan minimum garantie aan MTV voldoen. Dus: afspraak is afspraak, ook als dat niet vastligt in een ondertekend contract.
MTV werd in deze zaak bijgestaan door Jens van den Brink en Sophie van Loon van Kennedy Van der Laan