Eiseres klaagt over de onder meer volgende uitlatingen op de website www.nederlandvve.nl, geëxploiteerd door VVE Media:
“[eiseres] zegt: 21 mei 2015 om 15.36
zou graag meer info willen hebben. Bij onze VvE werkt een frauduleus bestuur samen met de beheerder. Wij, de leden, kunnen nergens terecht en zien ons genoodzaakt naar de rechter te stappen. heeft iemand advies?
Beantwoorden: 1. Ikke zegt: 25 juni 2015 om 9.00
Over welke frauduleuze handelingen heeft u het mevrouw [eiseres] , toch niet over de ruim 3000,00 euro die u onterecht uit ‘onze kas’ heeft gehad?”
Eisers eist van VVE Media de persoonsgegevens van ‘Ikke’en ‘VVE admin’, met een beroep op het Lycos/Pessers arrest, vanwege de in haar ogen valse beschuldig aan haar adres.
Website exploitant op één lijn met provider
Volgens de rechtbank is VVE Media als website-exploitant op één lijn te stellen met de provider die in Lycos/Pessers gedaagde was, en moet hier dezelfde belangenafweging worden gemaakt bij de vraag of de gegevens moeten worden verstrekt.
Onrechtmatigheid moet vast staan zonder verder onderzoek
De rechtbank wijst erop dat het recht van vrije meningsuiting “met zich brengt dat niet iedere negatieve uitlating of iedere beschuldiging onrechtmatig is. Daarvan is pas sprake als, afhankelijk van de in onderling verband te beschouwen omstandigheden, de eer en goede naam van [eiseres] op onrechtmatige wijze wordt aangetast. Dit vereist een op de omstandigheden van het geval gebaseerde beoordeling, die hier niet van VVE Media werd of wordt gevergd, en in deze procedure ook niet van de rechtbank. Het gaat er hier om of “op zichzelf beschouwd” – dat wil zeggen; zonder nader onderzoek naar en weging van de overige omstandigheden van het geval – de uitlatingen jegens [eiseres] mogelijk onrechtmatig en schadelijk zijn te achten.” De onrechtmatigheid moet dus vast staan zonder enig verder onderzoek.
Volgens de rechter is geen sprake van een ernstige aantasting van de eer en goede naam van eiseres. De toonzetting van de uitlatingen is daar onvoldoende expliciet en scherp voor. De beschuldiging is niet zo ernstig en specifiek “dat er een overduidelijk belang is om ‘de onderste steen boven te krijgen’ en/of om op de beschuldiging met (gerechtelijke) maatregelen te reageren. In dat licht kunnen zij ook niet daadwerkelijk schadelijk worden genoemd.”
De uitlatingen zijn bovendien maar één keer gedaan en snel van de website verwijderd, en hadden dus een incidenteel karakter. Er is ook geen concrete aanleiding voor vrees dat de uitlatingen worden herhaald, zodat slechts een gering reëel en concreet belang bestaat bij verkrijging van de persoonsgegevens. Bovendien heeft [eiseres] de mogelijkheid gehad via de website te reageren op de uitlatingen. Eiseres heeft dan ook maar een beperkt belang bij het verkrijgen van de persoonsgegevens. Het onveilige gevoel dat eiseres ervaart maakt dat niet anders.