• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Annotatie RuneScape arrest: Hoge Raad over het gegeven ‘goed’.

Annotatie RuneScape arrest: Hoge Raad over het gegeven ‘goed’.

6 juni 2012 door Tessel Peijnenburg

runescapeAnnotatie bij uitspraak Hoge Raad 31 januari 2012, LJN BQ9251

Het arrest inzake RuneScape behandelt- kort gezegd – de vraag of virtuele objecten een ‘goed’ of ‘gegevens’ zijn in de zin van art. 310 Sr. respectievelijk art. 80 quinquies Sr. De Hoge Raad komt tot de conclusie dat virtuele objecten wel eigenschappen kennen van gegevens maar desalniettemin tot een ‘goed’ gerekend kunnen worden. Dit onderscheid is belangrijk omdat een ‘goed’ in tegenstelling tot ‘gegevens’ gestolen kan worden in de zin van art. 310 Sr. Met deze uitspraak brengt de Hoge Raad het begrip ‘goed’ in de virtuele omgeving naar the next level.

De aanleiding

“Ik doe een spelletje op internet. Het heet RuneScape. Het is een spel waar je een klein poppetje bent dat geld kan verdienen“, zo begint de verklaring van het 13-jarige slachtoffer in het procesverbaal van de politie. Het slachtoffer speelde evenals verzoeker en medeverdachte het online computerspel RuneScape. Slachtoffer fietst op een dag van school naar huis wanneer verdachten naast hem op komen fietsen en hem dwingen mee te fietsen naar het huis van een van de verdachten. Eenmaal binnen wordt het slachtoffer gedwongen in te loggen in zijn RuneScape account. Zijn pogingen zich te verzetten worden beantwoord met slaan, schoppen en bedreigingen met een keukenmes. Wanneer ingelogd wordt het slachtoffer van zijn stoel getrokken. Een van de verdachten maakt snel al het geld en de goederen van het slachtoffer over naar zijn eigen account, waaronder een – in het spel- waardevol masker en amulet.

Het slachtoffer doet aangifte en de twee verdachten wordt diefstal ten laste gelegd. Ze hebben immers een masker en een amulet ‘gestolen’. Zeker, het amulet en masker zijn het slachtoffer ontnomen maar wat is er precies gestolen? Het masker en amulet bestaan alleen virtueel. Dit gegeven is de aanleiding voor de volgende juridisch interessante vraag: Kun je virtuele objecten stelen?

Voornoemde vraag is de kern van dit arrest. De rechtbank en het Hof kwamen eerder tot de conclusie dat virtuele objecten wel aangemerkt kunnen worden als ‘goed’ en dus gestolen zijn. In cassatie richten zich drie klachten tegen deze conclusie. Ten eerste wordt gesteld dat de onderhavige virtuele objecten geen ‘goed’ zijn, maar een visuele illusie, bestaande uit “bits en bytes“. Ten tweede wordt aangevoerd dat deze virtuele objecten vallen onder ‘gegevens’ zoals bedoeld in art. 80quinquies Sr., zodat geen ruimte bestaat om deze objecten aan te merken als ‘goed’. Naast de juridische kwalificatie van de virtuele objecten richt de derde klacht zich op ‘de wederrechtelijke toe-eigening’ zoals omschreven in art. 310 Sr. Hier is in dit geval volgens de verdachten geen sprake van omdat het juist een van de doelen van het spel RuneScape is om virtueel bezit van een ander weg te nemen.

Het begrip ‘goed’

De klacht dat het alleen zou gaan om een visuele illusie, slechts bestaande uit bits en bytes en dat dus geen sprake is van een ‘goed’, faalt. De Hoge Raad overweegt hierbij het volgende: “De virtuele aard van deze objecten staat op zichzelf niet eraan in de weg deze aan te merken als ‘goed“. Hierbij wordt mede in aanmerking genomen dat “voor aangever, verdachte en zijn medeverdachte hun in het spel opgebouwde bezittingen reële waarde hebben, die hen kan worden afgenomen” en “dat het hier gaat om in de loop van het spel ontstane waarden, die door inspanning en tijdsinvestering zijn verworven of zijn te verwerven.” En dat de aangever binnen het spel over die objecten “feitelijke en exclusieve heerschappij” had en hij deze “door het handelen van de verdachte en zijn mededader over deze objecten is verloren” (r.o. 3.6.1).

Uit deze overwegingen van de Hoge Raad kunnen drie aanknopingspunten worden gedestilleerd die relevant zijn voor de kwalificatie van een ‘goed’. Ten eerste wordt duidelijk dat stoffelijkheid geen vereiste is om tot de kwalificatie ‘goed’ te komen. Immers, de Hoge Raad overweegt dat de virtuele aard daaraan niet in de weg staat. Een goed dient daarentegen wel een bepaalde reële waarde te vertegenwoordigen. In casu betrof dat ontstane waarden die door inspanning en tijdsinvestering waren verworven. Ten slotte moet een goed ‘individualiseerbaar’ zijn. Dit laatste houdt in dat zodra de een de feitelijke macht over een goed heeft verkregen, de ander deze is verloren.

Het vereiste van stoffelijkheid is door de Hoge Raad al in 1921 in het Elektriciteitsarrest losgelaten. [1] Ook niet-tastbare goederen kunnen een ‘goed’ zijn in de zin van art. 310 Sr. Elektriciteit is volgens de Hoge Raad ook een ‘goed’ omdat elektriciteit overdraagbaar is, accumuleerbaar en beschikbaar is, en een zekere waarde vertegenwoordigt. In 1982 voegde de Hoge Raad hier giraal geld aan toe. De Hoge Raad overwoog dat giraal geld een ‘goed’ is dat aan iemand kan ’toebehoren’ en vatbaar is voor ’toe-eigening’ in de zin van art. 321 Sr. (verduistering), daarmede ook “gelet op de functie van giraal geld in het maatschappelijk verkeer.[2]

Verder dient het goed een zekere waarde te vertegenwoordigen. De Hoge Raad overweegt dat de waarde in de reële wereld niet van belang hoeft te zijn wanneer het masker en het amulet voor de betrokkenen wel degelijk een reële waarde hebben. Overigens kan men gerust stellen dat virtuele goederen in de reële wereld ook een reële waarde kennen. Op veilingsites gaan virtuele objecten soms voor veel geld de toonbank over.

Ten slotte dient het goed individualiseerbaar te zijn. Er moet sprake zijn van één object waarover maar één iemand kan beschikken. Dus, wanneer de een de feitelijke macht over het goed verkrijgt dan moet -wil er sprake zijn van ‘individualiseerbaarheid’- de ander de feitelijke macht over het virtuele object verliezen.

Slechts terzijde nog; een ‘goed’ [3] in strafrechtelijke- en een ‘zaak’ [4] in de privaatrechtelijke zin kennen andere vereisten en worden ook op verschillende wijzen geïnterpreteerd. Virtuele objecten zijn niet per definitie een ‘zaak’ maar kunnen dus wel een ‘goed’ zijn. Zie voor een uitgebreide interessante privaatrechtelijke beschouwing over de diefstal en inbezitneming in het RuneScape-arrest het recente artikel van Neppelenbroek in RM Themis.[5]

Het begrip ‘gegevens’

Ten tweede wordt gesteld dat de virtuele objecten niet als ‘goed’ gekwalificeerd hadden moet worden maar als ‘gegevens’ in de zin van art. 80 quinquies Sr. Onder voornoemde gegevens wordt verstaan “iedere weergave van feiten, begrippen of instructies, op een overeengekomen wijzen, geschikt voor overdracht, interpretatie of verwerking door personen of geautomatiseerde werken.”

De Hoge Raad gaat hier niet uitgebreid op in. Nu zij eerder heeft vastgesteld dat virtuele objecten een ‘goed’ kunnen zijn, is niet meer relevant of de objecten als ‘gegevens’ moeten worden aangemerkt. De enkele omstandigheid dat een object ook eigenschappen heeft van gegevens betekent niet dat deze objecten niet meer als ‘goed’ kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad merkt wel op dat grensgevallen zich gemakkelijk kunnen voordoen. In deze gevallen is de kwalificatie sterk afhankelijk van de waardering van de rechter. Nu het Hof heeft vastgesteld dat het slachtoffer de “feitelijke en exclusieve heerschappij” had en hij deze door toedoen van verdachten is verloren mocht het Hof deze virtuele objecten als goed kwalificeren, aldus de Hoge Raad.

Dat er wisselend wordt gedacht over de mogelijkheid dat computergegevens een ‘goed’ kunnen zijn blijkt uit eerdere uitspraken over computergegevens.[6] Het Hof Arnhem bestempelde computergegevens wel als ‘goed’. Zij overwoog dat “onderhavige computergegevens het karakter dragen van overdraagbaarheid, reproduceerbaarheid en beschikbaarheid, terwijl zij bovendien economisch waardeerbaar zijn.”[7] De Hoge Raad komt in een andere zaak tot de conclusie dat computergegevens geen ‘goed’ kunnen zijn.[8] “Immers van een “goed” (..) moet als wezenlijke eigenschap worden beschouwd dat degene die de feitelijke macht daarover heeft deze noodzakelijkerwijze verliest indien een ander zich de feitelijke macht erover verschaft.”

In deze twee uitspraken is het onderscheidende element tussen ‘goed’ en ‘gegevens’ de ‘individualiseerbaarheid’. Computergegevens missen deze eigenschap al snel omdat ze vaak meervoudig zijn, waardoor ze gekopieerd worden in plaats van gestolen. De vraag die dan rijst is hoe dit zich verhoudt tot de feiten in de RuneScape casus. De virtuele objecten zoals het masker en het amulet zijn in feite de visuele weergave van de door soft- en hardware vertaalde computergegevens. Echter, het betreft hier wel computergegevens die individualiseerbaar kunnen zijn. Het masker en amulet komen in het spel maar één keer voor. De feitelijke omstandigheden hebben deze individualiseerbaarheid benadrukt. Het masker en amulet zijn immers overgeheveld naar een ander account waarmee het slachtoffer de feitelijke macht is verloren en de verdachten de feitelijke macht hebben verschaft.

Stelen hoort bij RuneScape

Over de laatste klacht is de Hoge Raad kort. De stelling dat het stelen van virtueel bezit van een ander juist het doel is van het spel RuneScape, zodat er niet gesproken kan worden van een ‘wederrechtelijke toe-eigening’ faalt ook. De spelregels van RuneScape voorzien niet in de door de verdachten gevolgde wijze van wegnemen. Mijn inziens een goede conclusie. Hier kan en moet een lijn getrokken worden tussen de reële en de virtuele wereld.

Conclusie

Virtuele objecten kunnen een ‘goed’ zijn in de zin van art. 310 Sr. en zijn dus ‘steelbaar’. De Hoge Raad heeft zich van haar moderne kant laten zien en in navolging van haar eerdere arresten over elektriciteit en giraal geld nu ook virtuele objecten tot ‘goed’ bestempeld. Dit met de nuancering dat het afhankelijk zal blijven van de feitelijke toedracht of gegevens als ‘goed’ aangemerkt kunnen worden waarbij in aanmerking moet worden genomen dat er zich gemakkelijk grensgevallen voor kunnen doen. Dat het begrip ‘goed’ bit by byte wordt uitgebreid wordt wel duidelijk nu de Hoge Raad op dezelfde dag ook heeft bepaald dat belminuten en sms-tegoed ook een ‘goed’ zijn en dus ook gestolen kunnen worden.[9]


[1] HR 23 mei 1921, NJ 1921, p.564.

[2] HR 11 mei1982, NJ 1982/583.

[3] Bijvoorbeeld omschreven in art. 310 Sr.

[4] Art.3:2 Burgerlijk Wetboek.

[5] E.D.C. Neppelenbroek, De juridische positie van de dief van toegang tot een virtuele amulet, over de brug tussen diefstal en inbezitneming, in Rechtsgeleerd Magazijn THEMIS 2011-6.

[6] Hof Arnhem (strafkamer) 27 oktober 1983, NJ 1984, 80 CR 1984-1, p.31, m.nt. J.M.Smits, (Computergegevens) en HR 3 december 1996, LJN ZD0584, NJ 1997, 574 (Computergegevens).

[7] Hof Arnhem (strafkamer) 27 oktober 1983, NJ 1984, 80 CR 1984-1, p.31, m.nt. J.M.Smits, (Computergegevens).

[8] HR 3 december 1996, LJN ZD0584, NJ 1997, 574 (Computergegevens).

[9] Hoge Raad 31 januari 2012, LJN: BQ6575.

Deze noot is geschreven door Tessel Peijnenbug en is gepubliceerd in het Tijdschrift voor Internetrecht.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Entertainment, Internetrecht Tags: gegevens, goed, runescape, stelen, virtueel amulet

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

Tessel Peijnenburg

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report