• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Mediareport

Juridisch weblog voor de media

  • Home
  • Onderwerpen
    • Persrecht
    • Reclamerecht
    • Internetrecht
    • Mediaregulering
    • Entertainment
    • Intellectuele Eigendom
    • Auteursrecht
    • Kansspelen
    • Bestuursrecht
  • Informatie
    • Nieuwsbrief
  • Nederlands
    • English
Home » archief » Nieuwe richtlijn Audiovisuele mediadiensten zonder grenzen staat zo goed als vast

Nieuwe richtlijn Audiovisuele mediadiensten zonder grenzen staat zo goed als vast

30 juni 2007 door BuroStaal_MR

Nieuwe richtlijn vermoedelijk eind 2009 ingevoerd
De inhoud van de opvolger van de huidige Televisierichtlijn (89/552) staat vrijwel vast. De Euopese Raad en het Europees Parlement hebben namelijk op 24 mei 2007 met het voorstel van de Europese Commissie ingestemd. Klik hier voor meer informatie. Tijdens de tweede lezing dit najaar in het Europees Parlement zullen naar verluid geen wijzigingen meer worden voorgesteld. De richtlijn zal daarom naar verwachting eind 2007 in werking treden. De lid-staten hebben daarna twee jaar de tijd om de richtlijn te implementeren. Zodoende zal eind 2009 het nieuwe wettelijk kader van kracht moeten zijn.

 Europese Unie
On demand diensten vallen ook onder nieuwe richtlijn
De huidige Televisierichtlijn (89/552 EEG) is alleen van toepassing op traditionele televisie. Non-lineaire diensten: diensten op aanvraag – zoals video on demand, waarbij de kijker bepaalt wanneer er content naar hem wordt toegezonden – vallen daar niet onder. De nieuwe richtlijn strekt zich uit tot audiovisuele mediadiensten, niet alleen traditionele televisie via de kabel of ether, maar ook televisie via internet (IPTV) en diensten op aanvraag. Uitgezonderd zijn vormen van privé communicatie (zoals emails), user generated content, en diensten die niet primair gericht zijn op het verspreiden van programma’s, zoals gaming en gamblingsites, aldus overweging 14 van de nieuwe richtlijn. De elektronische versies van kranten vallen evenmin onder de richtlijn. Begrippen als audiovisuele mediadienst en diensten op aanvraag zijn in algemene termen omschreven. De reikwijdte van de nieuwe richtlijn, waaronder het onderscheid in lineair en non-lineair, zal daarom in de praktijk vermoedelijk tot discussie leiden. Audiovisuele mediadiensten laten zich, gezien hun diversiteit in verschijningsvormen, niet zo eenvoudig in definities vatten.

Algemene en specifieke regels

De richtlijn kent algemene regels die gaan gelden voor alle audiovisuele diensten (minimumvoorschriften) en aanvullende regels die slechts van toepassing zijn op specifieke diensten. De algemene regels bevatten onder meer een identificatieplicht voor aanbieders en voorschriften voor commerciële uitingen, sponsoring en product placement. Daarbij worden ondermeer eisen gesteld aan de herkenbaarheid van reclame, maar ook beperkingen opgelegd als een verbod van tabaksreclame en het zaaien van haat. Voor traditionele televisie gelden deze eisen al grotendeels. Op grond van de nieuwe richtlijn moeten aanbieders van IPTV (de meningen zijn verdeeld of IPTV onder de huidige richtlijn valt) en van on demand diensten deze eisen eveneens gaan respecteren. De nieuwe richtlijn betekent voor de laatste groep in ieder geval een verzwaring van het regime. De deregulering die met de richtlijn wordt beoogd, geldt dus niet voor deze aanbieders.

Versoepeling reclameregime voor traditionele televisie

De nieuwe richtlijn liberaliseert het reclameregime voor traditionele televisie. Zo wordt productplacement door niet-programasponsors onder voorwaarden mogelijk gemaakt. Onder het geldende regime kunnen slechts producten en diensten van programmasponsors worden getoond. Programma’s kunnen daarnaast vaker worden onderbroken, namelijk om de 30 minuten in plaats van in de regel iedere 45 minuten. De verplichte pauze van 20 minuten tussen de blokken is eveneens geschrapt. Ook kinderprogramma’s mogen nu onderbroken worden. Daarnaast kan dagelijks meer reclame worden gemaakt, doordat de daglimiet is komen te vervallen. Het maximum van 12 minuten per klokuur is echter niet gewijzigd.

Korte nieuwsberichten

De richtlijn introduceert voor de aanbieders van lineaire diensten een recht op het uitzenden van fragmenten uit het materiaal van andere broadcasters met betrekking tot gebeurtenissen van groot belang voor het publiek. Dit materiaal mag alleen voor algemene nieuwsprogramma’s worden gebruikt. De uitwerking van dit onderwerp is aan de lidstaten overgelaten. Lidstaten kunnen daarom onder deze vlag vermoedelijk een recht op samenvattingen van belangrijke wedstrijden gaan introduceren.

Land van oorsprong gehandhaafd

Het principe dat aanbieders zich moeten houden aan de regels van het land waar ze zijn gevestigd (land van oorsprong), is gehandhaafd. De nieuwe richtlijn introduceert een procedure, waarmee lidstaten onder voorwaarden, bindende maatregelen kunnen nemen tegen omroepen uit andere lidstaten die de nationale regels omzeilen. Het opleggen van een sanctie aan de omroep bij niet naleving lijkt niet mogelijk. De procedure lijkt dus een wassen neus. De “Nederlandse” zenders die in Luxemburg zijn gevestigd, hoeven zich over deze regeling dus vermoedelijk geen zorgen te maken.

Tot slot: het regime in 2009

Het reclameregime voor traditionele televisie wordt onder de nieuwe richtlijn versoepeld. Aanbieders van on demand mediadiensten moeten echter met meer regels rekening gaan houden, omdat zij onder de nieuwe richtlijn zullen gaan vallen. Het is dus zaak voor aanbieders om na te gaan of de algemene en/of specifieke regels uit de richtlijn op hen van toepassing zullen zijn.
Het nieuwe regime is vermoedelijk eind 2009 een feit. Tot die tijd hebben de lidstaten de tijd om de richtlijn in de nationale wetgeving te implementeren. De richtlijn vormt een minimum, de lidstaten hebben zodoende de bevoegdheid om strengere regels te introduceren. Of de versoepeling van de reclameregels in de richtlijn zal worden omgezet in de Mediawet is dus nog onzeker. Onderwerpen als het recht op korte nieuwsberichten moeten bovendien door de lidstaten worden uitgewerkt. Het kan daarom geen kwaad om het oor in Den Haag al te luisteren te leggen, dan wel de lobby vast in te zetten.

TwitterFacebookLinkedInWhatsAppMessengerEmail

Onderwerp: Mediaregulering

Primaire Sidebar

Zoek

Geschreven door

BuroStaal_MR

Website beheerder

Lees alle artikelen van deze auteur

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Onderwerpen

  • Persrecht
  • Reclamerecht
  • Internetrecht
  • Mediaregulering
  • Entertainment
  • Intellectuele Eigendom
  • Auteursrecht
  • Kansspelen
  • Bestuursrecht

Footer

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je nu aan voor de Media Report Nieuwsbrief!

Abonneer

Copyright © 2023 Media Report