Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart kondigt in haar brief van 5 december 2011 aan de Tweede Kamer aan dat de lokale programmaraden gaan verdwijnen. De lokale programmaraden adviseren kabelmaatschappijen over welke zenders in het analoge pakket moeten worden opgenomen. Reden voor de opheffing van de lokale programmaraden vormen de toenemende bezwaren tegen het systeem. De advisering door programmaraden is omslachtig, soms ondoorzichtig, past niet meer bij de bovenregionale exploitatie van kabelnetwerken en geeft aanleiding tot steeds meer geschillen die eindigen bij het Commissariaat voor de Media of de rechter, aldus de minister. Niet alleen de kabelbedrijven, maar ook de commerciële omroepen en gemeenten zouden ongelukkig zijn met het huidige systeem. In 2006 startte de Europese Commissie een inbreukprocedure, omdat de rol van de programmaraden onvoldoende transparantie en rechtszekerheid zou bieden. In 2009 is deze procedure beëindigd, mede omdat Nederland verbetering heeft toegezegd.
Digitale standaardpakket: minstens 30 zenders
De meeste digitale standaardpakketten bevatten nu 50 tot 60 televisiezenders. Het kabinet wil in de Mediawet vastleggen dat het digitale standaardpakket niet kleiner mag zijn dan 30 televisiezenders. Zo is volgens de minister de pluriformiteit voldoende gewaarborgd. Pas boven dit aantal mogen pakketaanbieders zenders spreiden over pluspakketten.
De minister streeft er naar om het wetsvoorstel na de zomer van 2012 in te dienen bij de Tweede Kamer en de bepalingen per 1 juli 2013 in werking te laten treden.