Het Commissariaat voor de Media besloot op 18 november 2008 dat de AVRO het omroepblad TV Film niet langer mocht uitgeven en de uitgifte binnen 6 maanden diende te staken. Het blad was namelijk verliesgevend en had daarmee een nadelige invloed op de hoofdtaak, aldus het Commissariaat. De AVRO heeft het Commissariaat gevraagd om dit besluit niet op zijn website te publiceren, omdat dit bedrijfsvertrouwelijke informatie zou bevatten. Het Commissariaat heeft vervolgens het besluit zelf niet gepubliceerd, maar wel een korte zakelijke weergave van het besluit als persbericht op de website geplaatst. Hierover is AVRO in een brief van 11 december 2008 bericht. De AVRO stelt dat deze brief een besluit vormt waartegen bezwaar en beroep openstaat. Het Commissariaat verklaarde de AVRO echter niet ontvankelijk.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt, in afwijking van de rechtbank, dat de beslissing van het Commissariaat om als onderdeel van zijn taak als toezichthouder het besluit aan de AVRO bekend te maken, een besluit vormt waartegen bezwaar en beroep openstaat. Verder heeft de Afdeling geconstateerd dat het Commissariaat een nadere afweging van belangen had moeten maken bij de beslissing om de informatie openbaar te maken. Dit is niet gebeurd. Zodoende zal het Commissariaat alsnog op het bezwaar van de AVRO tegen de openbaarmaking moeten beslissen.
Het Commissariaat zal door deze uitspraak in de toekomst bij het bekend maken van zijn besluiten steeds een afweging moeten maken, waartegen belanghebbenden bezwaar en beroep kunnen instellen. Deze uitspraak levert het Commissariaat dus meer werk op.
De Afdeling heeft geen oordeel gegeven over de vraag of het Commissariaat terecht oordeelde dat AVRO met de uitgifte van het omroepblad TV Film diende te stoppen. Het beroep hierover zal deze maand bij de rechtbank Amsterdam worden behandeld. Op aandringen van SBS is het Commissariaat vorig jaar tot handhaving overgegaan van het oordeel over de ontoelaatbaarheid van de uitgifte van TV Film, onder de aanzegging van een boete € 80.000,-. In bezwaar bleef de aanzegging ongewijzigd. Ook dat beroept loopt nog. Wordt vervolgd!
