Tele2 en Online zijn internet- en telefonieaanbieders. Tele2 biedt ook digitale televisie aan en Online biedt satelliettelevisie van CanalDigitaal aan. Beide willen graag kabeltelevisie aanbieden aan consumenten, omdat de combinatie telefonie, internet en kabeltelevisie erg gewild is. Tele2 en Online willen graag dat kabelexploitanten UPC en Ziggo, die de doorgifte aan Tele2 en Online abonnees feitelijk moeten verzorgen, ook de licentieafspraken met auteursrechthebbenden voor de doorgegeven content regelen. De rechter heeft in kort geding geoordeeld dat UPC en Ziggo dat niet hoeven te doen.
Tele2 en Online hebben geen eigen kabelnetwerk. Voor de doorgifte van kabeltelevisie hebben zij kabelexploitanten nodig. UPC en Ziggo zijn de grootste kabelexploitanten, die leveren aan 2 respectievelijk 3,2 miljoen huishoudens. De OPTA heeft bepaald dat zij beschikken over een ‘aanmerkelijke marktmacht’ en dat zij verplicht moeten meewerken aan ‘Wholesale Line Rental – Cable’ mits dat onder redelijke voorwaarden gebeurt. Bij die constructie is de consument abonnee bij een alternatieve aanbieder (bijvoorbeeld Tele2 of Online), maar ontvangt feitelijk de televisiesignalen via UPC of Ziggo. Wel mogen UPC en Ziggo er van de OPTA voor kiezen het pakket aan zenders dat zij ook aan hun eigen klanten aanbieden alleen als geheel ter beschikking te stellen aan (klanten van) Tele2 en Online.
Veelal zal de content die wordt doorgegeven auteursrechtelijk beschermd zijn, zodat een licentie van de rechthebbende nodig is. Tele2 en Online waren van mening dat UPC en Ziggo voor hen de licenties met de rechthebbenden zouden moeten regelen, omdat het voor hen zelf moeilijk voor elkaar te krijgen zou zijn. Dat zou, zo vonden Tele2 en Online, geregeld moeten worden door middel van Wholesale Line Rental – Cable met Third Party Billing. Dat houdt in dat in feite UPC en Ziggo de hele kabeltelevisiedienst, inclusief levering van de content, rechtstreeks voor de klanten van Tele2 en Online zouden verzorgen. Tele2 en Online zouden slechts de betaling door de consumenten afhandelen. In deze constructie zouden, volgens het plan van Tele2 enOnline, UPC en Ziggo verantwoordelijk zijn voor het openbaren van de beschermde werken en dus ook de licentie moeten regelen. UPC en Ziggo weigerden aan deze constructie mee te werken. De OPTA wilde hierover niet beslissen, want het is niet haar taak te beslissen over de ingewikkelde auteursrechtelijke vraag wie verantwoordelijk is voor de openbaarmaking van de beschermde werken. Daarover moest de rechter maar beslissen.
De voorzieningenrechter in Den Haag heeft op 31 mei 2010 beslist dat Tele2 en Online zelf (mede) openbaarmakers zijn van de ‘omroepinhoud’ die aan hun abonnees wordt geleverd. Zij zijn immers degenen die bepalen of de omroepinhoud aan een abonnee moet worden geleverd. UPC en Ziggo hoeven slechts de instructies van Tele2 en Online uit te voeren. De rechter oordeelt dat “de partij die een openbaarmaking feitelijk beheerst, bij uitstek de partij is die in auteursrechtelijke zin verantwoordelijk kan worden gehouden voor de openbaarmaking“. Bovendien trekken Tele2 en Online ‘commercieel profijt’ uit de openbaarmaking. Zij zullen meer diensten afzetten als ze naast telefoon en internet kabeltelevisie kunnen aanbieden. Dat weegt, zo blijkt uit Europese rechtspraak, ook mee.
Tele2 en Online moeten daarom zelf de licenties voor hun kabeltelevisiecontent regelen. Commentatoren op internet vrezen dat kabeltelevisie via alternatieve aanbieders nu later beschikbaar zal komen en duurder zal worden. Tele2 beweert dat men zich daar geen zorgen over hoeft te maken.
