Het auteursrecht beschermt oorspronkelijke werken die een intellectuele schepping van de maker zijn. Dat klinkt hoogdravender dan het is. In de praktijk ligt de Nederlandse auteursrechtdrempel niet hoog. Voor geschriften die die drempel niet halen, kent Nederland de zogenaamde geschriftenbescherming (een soort auteursrecht light). Geschriftenbescherming biedt bescherming tegen het klakkeloos overnemen van niet-oorspronkelijke geschriften (bv. gegevens uit het telefoonboek, de radio- en televisieprogrammagegevens). In de rechtspraak is de geschriftenbescherming altijd gebaseerd op de woorden “en alle andere geschriften” in artikel 10 lid 1 Auteurswet.
De geschriftenbescherming is niet onomstreden. In de literatuur was al langer discussie over de wenselijkheid van de geschriftenbescherming. Daar kwam bij dat sinds de implementatie van de Databankrichtlijn, althans sinds het Dataco-arrest van het Hof van Justitie, wordt aangenomen dat in beginsel geen geschriftenbescherming voor databanken meer mogelijk is.
In het kader van de modernisering van het auteursrecht beoogt het kabinet nu een einde te maken aan de rechtsonzekerheid (zie persbericht). In het wetsvoorstel wordt het woord “alle” uit “en alle andere geschriften” geschrapt met de bedoeling daarmee de op de Auteurswet gebaseerde bescherming voor niet-oorspronkelijke geschriften te laten verdwijnen. Als het voorstel wet wordt, worden alleen nog oorspronkelijke werken die een intellectuele schepping van de maker zijn door de Auteurswet beschermd. De internetconsultatie over het voorstel eindigt 11 april 2013.