Een Litouws kledingbedrijf, Sekmadienis Ltd. plaatste onlangs een drietal advertenties voor hun nieuwe kledinglijn. Ze verschenen op straat in Vilnius en op de website van de designer. Op de advertenties zijn steeds een man met een spijkerbroek en ontbloot bovenlijf en/of een vrouw met een witte jurk te zien. Beiden hebben een aureool om hun hoofd. Onder de advertentie met de man staat de tekst ‘Jezus, what trousers!’. Onder de advertentie met de vrouw: ‘Dear Mary, what a dress!’. Op de derde advertentie zijn ze allebei te zien en is het onderschrift: ‘Jezus and Mary, what are you wearing!’.
De Litouwse consumentenrechtenautoriteit kreeg hierover ongeveer honderd klachten van burgers die deze uitingen respectloos vonden en legde het kledingbedrijf op grond van de Litouwse Reclamewet een boete op van €580 wegens strijd met de openbare zeden. Zowel de Regional Administrative Court als de Supreme administrative Court in Litouwen hielden deze beslissing in stand. Daarop startte het kledingbedrijf een procedure bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, waarin zij onder meer betoogde dat de boete een ontoelaatbare beperking van haar recht op vrije meningsuiting betrof.
In een uitspraak van 30 januari 2018 geeft het EHRM het kledingbedrijf daarin gelijk. De advertenties komen het Hof niet onnodig grievend voor en hoewel het beschermen van de publieke moraal en de rechten van religieuze burgers een legitiem doel is, wordt in de bestreden uitspraken volgens het Hof niet deugdelijk onderbouwd waarom het recht op vrije meningsuiting daarvoor in dit geval dient te wijken.
Daarbij gaat het Hof terecht voorbij aan algemeenheden, zoals de in meerdere instanties in stand gelaten overweging van de Litouwse consumentenautoriteit dat de advertenties ‘een levensstijl propageren die onverenigbaar is met de principes van een religieus persoon’. Dat circa honderd christelijke Litouwers over de advertenties hebben geklaagd is verder volgens het Hof geen graadmeter voor de mening van de meerderheid van de christenen in Litouwen. Bovendien overweegt het Hof terecht dat ook indien een meerderheid van de Litouwers (religieus of niet) aanstoot zou nemen aan de advertentie, dat nog niet automatisch betekent dat het recht op vrije meningsuiting van het kledingbedrijf daarvoor moet wijken. Rechten van een minderheid mogen tenslotte niet afhankelijk zijn van wat de meerderheid van die rechten vindt. Het kledingbedrijf krijgt zijn gelijk en Litouwen moet de boete van €580 terugbetalen.