De moordenaar van Pim Fortuyn, Volkert van der Graaf, is in 2003 tot een gevangenisstraf van 18 jaar veroordeeld. In 2014 kwam Van der Graaf voorwaardelijk vrij.
Het KRO-NCRV programma Brandpunt Reporter wilde op zondag 20 september 2015 met een verborgen camera opgenomen beelden van Van der Graaf uitzenden. Hier de toelichting bij de uitzending afkomstig van de site van Brandpunt Reporter:
“Van der Graaf zegt in een heimelijk opgenomen gesprek dat hij foto’s die vorig jaar in De Telegraaf verschenen zelf “in scène heeft gezet”. Hij vertelt dat zijn toenmalige advocaat, Stijn Franken, contact legde met de fotograaf: “Die maakte bij wijze van spreken 200 foto’s en dan konden wij zeggen, die wel en die niet”, aldus Van der Graaf. Stijn Franken wil hier geen commentaar op geven.
Van der Graaf heeft een mediaverbod waardoor hij niet actief contact mag leggen met de pers. Het mediaverbod maakt onderdeel uit van de bijzondere voorwaarden die hem door de rechter werden opgelegd, die mede tot doel hebben de kans op recidive te verminderen en daarmee de samenleving te beschermen. Uitzonderingen kunnen alleen worden gemaakt na voorafgaande toestemming van zowel Reclassering als Openbaar Ministerie. De Reclassering laat in een reactie aan Brandpunt Reporter weten geen toestemming te hebben verleend en dit te beschouwen als een overtreding van zijn mediaverbod. Het Openbaar Ministerie geeft geen commentaar.
Uit de uitzending blijkt verder dat Volkert van der Graaf zijn resocialisatie tegenwerkt. Hij vertelt “misbruik te kunnen maken” van de soepele opstelling van uitkeringsinstantie UWV in zijn woonplaats Apeldoorn, die geen haast maakt met een re-integratietraject. Hij zegt niet te willen werken “omdat je dan niet meer gratis kan procederen”. Tegen de Reclassering zegt hij een klacht te hebben ingediend en hij weigerde een handtekening te zetten onder afspraken over zijn re-integratie. “Ik zie die hele reclassering als treiterij”.”
Van der Graaf startte voorafgaand aan de uitzending – op zaterdag 19 september – een kort geding tegen KRO-NCRV, waarin hij eiste dat de uitzending van de dag erna werd verboden. Ook de maker van de undercoverbeelden spande een kort geding aan.
Partijen troffen elkaar zondag 20 september 2015 voor de rechter. De voorzieningenrechter deed nog dezelfde dag mondeling uitspraak, net na afloop van het pleidooi. Op 5 oktober volgde het schriftelijke vonnis.
De voorzieningenrechter overweegt dat het Nederlandse volk blijvend belangstelling zal hebben voor Van der Graaf vanwege de moord op de politicus Pim Fortuyn. Over de heimelijk gemaakte beelden, oordeelt de voorzieningenrechter:
Aannemelijk is dat Van der Graaf in de heimelijk opgenomen gesprekken uitlatingen doet die in verband kunnen worden gebracht met de bijzondere voorwaarden die aan zijn vrijlating zijn gesteld. Van der Graaf en [X] hebben dat in ieder geval niet betwist, zij zijn het alleen oneens met de conclusies die de programmamakers daaraan verbinden, waarover hierna meer. Ook is aannemelijk dat de uitzending grotendeels op deze beelden is gebaseerd. Aan de hand van de toelichting die ter zitting is gegeven van de zijde van KRO-NCRV en van [X] (waarover onder punt 4.2 tot en met 4.4 van de beoordeling reeds het nodige is overwogen) zijn er geen aanwijzingen dat de programmamakers niet te goeder trouw konden komen tot hun keuze voor gebruikmaking van het beeldmateriaal. Zonder deze beelden zou de boodschap van de programmamakers vermoedelijk minder of onvoldoende zeggingskracht hebben en de aard van de onthullingen in de voorgenomen uitzending rechtvaardigt het gebruik van de beelden.
Met de overweging dat er geen aanwijzingen zijn dat de programmamakers niet te goeder trouw konden komen tot hun keuze voor gebruikmaking van het beeldmateriaal, lijkt de voorzieningenrechter aan te sluiten bij het Haldimann arrest van het EHRM. Dat is het eerste arrest uit Straatsburg over het gebruik van een verborgen camera. De rechter hecht verder waarde aan de zeggingskracht die de beelden toevoegen, iets dat de Hoge Raad in bijvoorbeeld het arrest Ferdi E. ook als relevante omstandigheid noemde.
Van der Graaf deed ook nog een beroep op zijn portretrecht. Daarover zegt de rechter:
“Om deze reden faalt ook het beroep van Van der Graaf op zijn portretrecht. Overigens is Van der Graaf al regelmatig herkenbaar in de publiciteit geweest en staan opnamen van zijn stem op internet, zodat ook zonder de uitzending – waarin het gezicht van Van der Graaf volgens de programmamakers overigens zal worden geblurd – voor het Nederlandse publiek eenvoudig te achterhalen is hoe hij eruit ziet. Dat het resocialisatieproces van Van der Graaf mogelijk zal worden bemoeilijkt door de uitzending omdat hij dan weer in een negatief daglicht wordt gesteld bij het Nederlandse publiek, levert tegen de hiervoor geschetste achtergrond bezien onvoldoende grond op om uitzending te verbieden.”
De vorderingen van Van der Graaf worden afgewezen en hij wordt in de kosten veroordeeld. De uitzending van zondagavond 20 september kon dus doorgang vinden.
KRO-NCRV werd bijgestaan door Christien Wildeman en Jens van den Brink.